'Ik ben geen gedreven iemand; als ik iets voel, dan doe ik er iets mee en zo niet, ga ik dat niet forceren'
'Ik ben niet zo'n goede grootvader, omdat ik het druk heb met andere dingen'
'Ik heb een enorm gevoel voor nostalgie, altijd al gehad'

Heimwee naar de dag van gisteren

auteur: Heleen Spanjaard, fotografie: Saskia van Osnabrugge
geplaatst in: Margriet nr 13, 16-26 maart 2004

Dit jaar wordt hij 60 en zit hij 40 jaar in het vak. Een gesprek met Boudewijn de Groot over ouder worden, nostalgie en over zijn overleden vriend en muzikale partner Lennaert Nijgh, met wie hij muziekgeschiedenis schreef.

"Lennaert heeft teksten geschreven die hun waarde en waarheid behouden en daardoor heb ik een repertoire dat de tijd doorstaat," verklaart Boudewijn de Groot de aanhoudende belangstelling voor zijn werk, terwijl hij in een Overveens café-restaurant in zijn koffie roert. Ook al is zijn haar allang grijs en dun geworden, de uitstraling is nog steeds dezelfde: aantrekkelijk, gereserveerd, rustig, vriendelijk en tegelijkertijd de indruk wekkend dat-ie het liefst ergens anders zou willen zijn.
Zestig worden, betekent in zijn geval niet 'laat ik het maar wat kalmer aan doen.' Een greep uit zijn agenda: regelmatig op en neer naar Vlaanderen voor opnames voor de politieserie Flikken, waarin hij de rol van profiler speelt, zijn nieuwste cd Het Eiland in de Verte is net uit, op 30 maart start zijn jubileum-theatershow Eeuwige Jeugd, compleet met superband, op 14 mei viert hij zijn 40-jarig artiestenjubileum en op 20 mei wordt hij zestig jaar. En dat moet natuurlijk allemaal gevierd worden, want Boudewijn de Groot heeft in Nederland en Vlaanderen tot op de dag van vandaag een onaantastbare status. In de jaren zestig componeerde de donkerharige jongen uit Heemstede samen met zijn vriend, tekstdichter Lennaert Nijgh, nummers die nationale uziekgeschiedenis schreven. Rebels, poëtisch en tijdloos. Welterusten meneer de president is, gezien het sombere wereldbeeld, nog steeds actueel, Verdronken Vlinder ontroert nog net zo diep als toen en Testament blijft voor velen de ultieme confrontatie met hun jeugd. Om over de prachtige composities voor anderen, zoals Pastorale of Malle Babbe nog maar te zwijgen. De wegen tussen Boudewijn de Groot en de in november 2002 op 58-jarige leeftijd overleden Lennaert Nijgh gingen meerdere malen langdurig uiteen, om net zo vaak weer bij elkaar te komen. Ook kende Boudewijns carrière langdurige (publieke) stiltes. Dan was-ie met andere dingen bezig, zoals het componeren van filmmuziek, het vertalen van thrillers of met het produceren van albums voor anderen. En er was ook zijn bejubelde hoofdrol in de musical Tsjechov. De wens om weer een cd uit te brengen met uitsluitend teksten van Lennaert Nijgh bleef echter altijd aanwezig. Nijghs gedrevenheid om te schrijven nam echter af door zijn steeds slechter wordende gezondheid. Van een complete
De Groot/Nijgh-cd is het niet meer gekomen, maar op de nieuwe cd van Boudewijn zijn wel de laatste acht teksten van Lennaert Nijgh te vinden.

Een postuum eerbetoon?
Weifelend: "Hmm, ja, dat is het automatisch geworden. Het is de eerste plaat na zijn dood, er staan acht teksten van hem op, waarvan een paar nieuwe. Ja, dan is het, zonder dat ik het zo nadrukkelijk bedoel, impliciet een eerbetoon aan hem."


Voor jou is met de dood van Lennaert een enorm hoofdstuk afgesloten.
"Na deze laatste cd met acht van zijn laatste teksten zal er inderdaad van ons samen niets meer komen" Hij roert in zijn koffie en zegt met een ironisch lachje: "Maar ach, zoveel platen zal ik niet meer maken." En vertelt hoe hij na de dood van zijn vriend nog een paar onvoltooide teksten vond:
"Het Haar1ems Dagblad wilde na zijn dood (Lennaert Nijgh was columnist bij die krant, red.) een aantal van zijn columns bundelen en uitgeven. Ze vroegen zich af of er misschien bijdragen waren, die hij nooit had verstuurd. Dat bleek inderdaad zo te zijn, maar ook liedteksten en de opzet voor een cd. Lennaert riep de laatste jaren regelmatig: 'Er komt een cd!' Want dat was mijn grote wens, weer een album maken met uitsluitend zijn teksten. Dus zat ik hem steeds achter z'n kont: 'Is er al wat? Komt er nog wat?' Maar er kwam niets. Of heel sporadisch. Dat moeizame proces begon zes jaar geleden al bij mijn vorige cd, Een Nieuwe Herfst. Doordat de conditie van Lennaert steeds slechter werd, zag ik het niet meer gebeuren. Het laatste jaar voor zijn dood vroeg ik niets meer, maar hij bleef maar zeggen: 'Er komt wat! Er moet een cd komen!' Op de floppy die wij na zijn dood vonden, stonden een aantal teksten onder het kopje 'Plan cd'. Afgezien van de paar die hij me al had gegeven en die ik in de vorige tour heb gezongen, ook enkele die ik helemaal niet kende en die nog niet af waren. Twee ervan waren meer geraamtes, maar één, Het Eiland in de Verte, was vrijwel klaar. Ik heb alleen hier en daar een woord veranderd en een zin toegevoegd. Het was zijn laatste bruikbare tekst. Het Eiland in de Verte staat voor alles wat in Lennaerts leven belangrijk is geweest. Dat was, althans naar buiten toe, niet zo heel veel. Wat in die veertig jaar door zijn teksten duidelijk is geworden, is het verlangen naar iets war hij niet had; met name de klassiek romantische gedachte van de onbereikbare liefde. Lennaert voer graag, hij had een schip, was graag op zee. Het Eiland in de Verte vond ik een mooi beeld, omdat het met varen te maken heeft en met iets wat altijd aan de horizon blijft. In Lennaerts leven waren twee eilanden heel belangrijk. Vlieland, waar hij heel graag en zeer regelmatig kwam. En Engeland, omdat daar zijn grote, onbereikbare liefde woonde. In dat licht - ook omdat het in de tekst duidelijk over Lennaert zelf gaat - vond ik het mooi om de cd zo te noemen."


Het klinkt wel tragisch, een leven lang verlangen naar het onbereikbare.
"Toch was Lennaert geen tragische figuur. Ik denk dat dat soort mensen per definitie nooit gelukkig is. Als ze vinden wat ze zoeken, verlangen ze wel weer naar iets of iemand anders. Lennaert was iemand die zich tevreden - gelukkig is een te groot woord - voelde als hij met rust gelaten werd. Als hij z'n ding kon doen, als er niet aan z'n kop werd gezeurd. En als hij af en toe een vriendin had. Het was niet hij voortdurend achter de grote liefde aan liep, die hij nooit vond en zijn leven lang alleen is geweest. Lennaert is drie keer getrouwd geweest (met Lennaerts tweede vrouw Anja is Boudewijn sinds 1995 gehuwd, red.) en heeft een aantal relaties gehad, dus er waren wel degelijk vrouwen die hem gaven wat hij graag wilde. Maar hij was een individualist, een einzelgänger pur sang. In een man/vrouw relatie is daar niet mee te leven. Als vriend wel, heel goed zelfs, wij hebben jarenlang met elkaar in één huis gewoond. Ik had geen last van hem, hij niet van mij en voor hem was het een ideale situatie. Hij had iemand die het huis een zekere warmte gaf, een basis; als hij thuis kwam, was de verwarming en het licht aan. Er werd geleefd. Met iemand wonen van wie je je niets hoeft aan te trekken, werkte voor Lennaert, maar hij heeft nooit een vrouw gevonden, die dat op de lange duur accepteerde. Dat kun je tragisch noemen, maar hij is er niet ongelukkig door geworden. Het maakte dat hij kon doen wat hij wilde en dus ook verkeerd kon doen wat hij wilde."

Maar toch, dat einzelgänger zijn, die hang naar het individualistische, jullie hadden toch wel veel gemeen. Waarom liep het bij jou anders?
"Ik ben veel oppassender. Ik let veel meer op mijzelf, op mijn gezondheid. ik ben veel meer geneigd concessies te doen in mijn relaties - wat nodig is. Als twee individuen gaan samenwonen, moet je geven en nemen. Daar ben ik veel makkelijker in dan Lennaert was. Voor hem was dat gewoon onmogelijk. Het grote verschil tussen ons was: ik leef in de realiteit, maar Lennaert plaatste de wereld eerst in zijn hoofd, gaf er daar zijn eigen vorm aan en leefde vervolgens in dat hervormde decor. Dat was niet de wereld van anderen. En als je daar langer mee te maken kreeg, zoals in een relatie, ging dat botsen. De vrouwen met wie Lennaert een relatie heeft gehad, begrepen hem op een gegeven moment niet meer, ze gingen, terecht, van hem eisen dat hij zich ook bezighield met de realiteit. Maar dat kon hij echt niet. Omdat hij dat niet duidelijk kon maken, liepen die relaties stuk. Vriendschappen soms ook. Dat begreep hij niet, want zo had hij altijd geleefd, als kind al. Hij speelde toen bijvoorbeeld met poppen. Niet zoals een meisje, hij schreef rollen voor ze en liet die poppen deel uitmaken van zijn eigen, zelfgecreëerde wereld. Dat is hij in feite altijd blijven doen."


Wat was jouw allesoverheersende emotie bij zijn overlijden? Woede, verdriet, berusting?
"Berusting. Maar woede, nee. Ik ben te vaak woedend op hem geweest toen hij nog leefde. Zijn dood kwam niet onverwacht. Ik heb hem zichzelf zien verwaarlozen en er zijn genoeg momenten geweest dat ik kwaad op hem was, omdat het duidelijk was dat het niet goed kon blijven gaan. En als hij zichzelf nou had verdedigd, had gezegd: 'Daar heb jij niks mee te maken, dat is mijn manier van leven, hier geniet ik van en als dit op een gegeven moment met de dood eindigt, oké, dan sterf ik in het harnas,' of wat voor retorische kretologie dan ook, dan kun je daar tenminste nog tegenin gaan, of denken: oké, dit is wat hij wil. Maar als er, zoals in Lennaerts geval, niets uitkomt en dat het allemaal nergens toe leidt, behalve naar een zekere zelfdestructie, die niet eens is gebaseerd op een bepaalde levensfilosofie - of misschien was dat wel zo, maar daar had hij het nooit over, hij wilde nooit iets kwijt - dan ga je denken: nou oké, dan niet. Laat maar gaan. Je verliest je interesse. En ook iedere emotie. Toen ik hem, vlak voor zijn dood, uitgeteerd, bijna als een soort concentratiekampslachtoffer in bed zag liggen, schrok ik natuurlijk enorm. Maar ik dacht ook: verdomme, wat ben je toch een ontzetrende lul geweest dat je je zo hebt laten gaan. 'Wat zielig' heb ik geen moment gedacht. Althans, niet wat dat betreft. Wel terugkijkend op zijn leven en zijn teksten lezend, om de wanhoop die er soms uitsprak, om de verloren liefdes, om het begrip dat hij zo graag wilde voor wie hij was en dat hij echt niet anders kon. En een zekere bewondering voor het feit dat hij het nooit heeft kunnen vinden, maar er toch altijd trouw naar op zoek is gebleven, en er ook altijd in is blijven geloven. Zelfs in de laatste twee jaar van zijn leven, toen hij er niet uitzag en zeker met meer aantrekkelijk was voor vrouwen, werd hij toch nog verliefd en hoopte hij altijd nog dat het iets zou worden. Dat is ook te lezen in zijn teksten. In het begin waren die vol overmoed en hoop, later werden ze niet teleurgesteld of verbitterd, maar meer wijs en berustend met toch een zekere hoop: 'oké, maar wie weet'. Die ontwikkeling vind ik erg mooi."


Veertig jaar in het vak, wat zegt dat je?
"Veertig jaar is heel lang, zeker op de manier waarop ik het doe. Ik ben geen gedreven iemand; als ik iets voel, dan doe ik er iets mee en zo niet, dan ga ik dat niet forceren met allerlei kunstgrepen. Bovendien ben ik niet iemand die zeven dagen per week bezig wil zijn. Ik verdeel mijn energie liever en handel naar mijn karakter. Terugkijkend: als je veertig jaar zo'n beetje mee kabbelt en reageert op impulsen, ja, dan heb ik het wel vrij relaxed aangepakt. Rob de Nijs en Herman van Veen zijn er ook nog steeds, maar die zijn veel gedrevener dan ik. Het is het een of het ander: of je moet het heel relaxed doen, of met heel veel energie en dan maar constant doorgaan. Maar mijn gestel is anders." Met een spottend lachje: "Misschien heeft het feit dat ik een stier ben ermee te maken."

Maar toch, wat geweest is, is geweest. Je moet met het ouder worden steeds vaker afscheid nemen.
"En dat kan ik heel slecht. Ik heb een enorm gevoel voor nostalgie. Altijd al gehad, voor mij is de dag van gisteren bij wijze van spreken al iets om heimwee naar te hebben. Ik kan moeilijk met het begrip onherroepelijkheid omgaan. Ik wil altijd een opening hebben om iets terug te draaien, terug te halen, iets over te kunnen doen. Dat is geen kwestie van onzekerheid of faalangst, het heeft meer te maken met genotzucht. Een belachelijk verlangen eigenlijk."


Hoe is het dan om zestig te worden?
Schouderophalend: "Niet anders dan achttien worden. Ik vind het niet erg. Tja, mijn haar is grijs en dun en ik word wat strammer hier en daar. Dat heb je als je ouder wordt, maar wakker lig ik er zeker niet van. Lennaert zei altijd over ouder worden: 'Ik heb daar niets mee, want ik denk nog steeds: later als ik groot ben.' Dat heb ik ook. Niet op de kinderlijke manier, maar meer in de zin van: later als ik oud ben en opa en niks meer kan. Voor mij is er nog altijd de toekomst. En in die toekomst gebeurt hetzelfde als wat in het verleden is gebeurd. Zo simpel is het. Ik sta er niet bij stil, ik ga ervan uit dat ik doe wat ik doe en dat ik dat blijf doen."


Ondertussen zijn je kinderen volwassen geworden en ben je opa.
"Om kinderen te hebben die hun eigen gang gaan, die talenten hebben waarvan ik denk: goh, wat prachtig, vind ik enig. Marcel is gitarist en een van de beste van Nederland. Hij wordt ook veel gevraagd door andere artiesten. Op mijn nieuwe cd heeft hij natuurlijk ook meegespeeld, één nummer doen we zelfs met z'n tweeën, zonder andere muzikanten. En langzaam is hij weer bezig voor zichzelf nieuw repertoire te schrijven. Dat is goed, want ook daar ligt zijn talent. Mijn dochter Caya heeft de toneelopleiding gedaan, maar zij is niet zo'n gedreven actrice dat ze daar alle stress, spanning en reizen voor over heeft. Zij is liever bij haar kinderen en heeft een ander talent ontdekt: meubels stofferen, vooral van die kleine mini-stoeltjes voor kinderen. Dat doet ze prachtig. Jim is een vage diamant. Hij schittert naar alle kanten, maar het blijft vaag wat zijn mooiste facet is. Hij heeft een paar cd's gemaakt, een aantal toneelrollen gespeeld, en nu is hij met iets documentaire-achtigs bezig. Een keuze heeft hij nog steeds niet gemaakt. Ik heb inmiddels vier heel mooie en leuke kleinkinderen. Met baby's heb ik niet zoveel, maar zodra ze zo'n jaar of vijf, zes zijn en wat gaan terug zeggen, wordt het voor mij interessant en leuk. Drie van de vier zijn van die leeftijd. Toch ben ik bang dat ik niet zo'n verschrikkelijk goede grootvader ben, omdat ik het ontzettend druk heb met andere dingen. We zien elkaar eigenlijk te weinig. Ik ben zelf niet opgegroeid met sterke familiebanden, het zit ook niet zo in mijn karakter en ik denk dat ik dat ook weer heb doorgegeven aan mijn kinderen. Het leeft bij ons niet zo. Caya is wat dat betreft anders, zij heeft mij er wel eens op gewezen dat ik daar te achteloos mee omspring. Wat dat betreft, probeer ik mijn leven wel te beteren. Ouder worden, betekent niet dat je een punt zet achter je karakterontwikkeling. Dus neem ik het ter harte en knoop dat in mijn oren en probeer er wat aan te doen." Met een ironische grijns: "Daar ga ik de komende tijd aan wérken."

Met de jubileum-theatertournee Eeuwige Jeugd toert Boudewijn de Groot nog tot 14 mei door het land.
Voor informatie en reserveringen voor de theatertournee Eeuwige Jeugd: Nationale Theaterkassa, 0900-92 02 of De Uitlijn, 0900-01 91. Meer informatie? Surf naar www.boudewijndegrootthuispagina.nl.

De biografie van Boudewijn
o Boudewijn de Groot wordt op 20 mei 1944 in een Japans krijgsgevangenenkamp in Nederlands Indië geboren, zijn moeder sterft in het kamp o In 1946 vertrekt de familie De Groot naar Nederland o Op de middelbare school in Haarlem ontmoet Boudewijn Lennaert Nijgh, met wie hij dan al liedjes gaat schrijven o Na het lyceum gaat De Groot naar de Filmacademie o In 1965 neemt Boudewijn de single Een meisje van zestien op, dat door Lennaert uit het Frans is vertaald. Daarna volgt de grote hit Welterusten meneer de president o In 1966 verschijnt de elpee Voor de Overlevenden, die een klassieker zal worden o In 1967 scoort het duo Nijgh/De Groot hun grootste hit met het nummer Land van Maas en Waal o In 1968 verbreekt hij zijn samenwerkhig met Lennaert Nijgh o Boudewijn trekt zich in 1969 terug op een boerderij in Dwingeloo, 'een absoluut dieptepunt' vindt hij zelf o In 1972 ontstaat er een hernieuwde samenwerking met Lennaert Nijgh, wat het album Hoe Sterk is de Eenzame Fietser oplevert met de hit Jimmy o Vervolgens houdt Boudewijn zich bezig met het produceren, componeren en vertalen en zijn er wat kleine filmrolletjes. Ook verblijft hij meerdere malen in Amerika voor studie o In de jaren negentig staat hij op de planken in de musical Tsjechov (ook weer in 2000) en in Het Dagboek van Anne Frank oIn 1996 verschijnt zijn cd Een Nieuwe Herfst en gaat hij weer toeren o 2004 staat in het teken van een nieuwe cd en zijn theatertournee Eeuwige Jeugd, om zijn veertigjarig jubileum te vieren o Op 20 mei wordt bij 60 jaar. Hij heeft tot nu toe - exclusief de verzamelalbums - in totaal 10 albums uitgebracht en 1 dvd.


Omhoog
Terug