Dit jaar wordt hij 60 en zit hij 40 jaar in het vak. Een gesprek met Boudewijn de Groot
over ouder worden, nostalgie en over zijn overleden vriend en muzikale partner Lennaert
Nijgh, met wie hij muziekgeschiedenis schreef.
"Lennaert heeft teksten geschreven die hun waarde en waarheid behouden en daardoor heb ik
een repertoire dat de tijd doorstaat," verklaart Boudewijn de Groot de aanhoudende
belangstelling voor zijn werk, terwijl hij in een Overveens café-restaurant in zijn koffie
roert. Ook al is zijn haar allang grijs en dun geworden, de uitstraling is nog steeds
dezelfde: aantrekkelijk, gereserveerd, rustig, vriendelijk en tegelijkertijd de indruk
wekkend dat-ie het liefst ergens anders zou willen zijn.
Zestig worden, betekent in zijn geval niet 'laat ik het maar wat kalmer aan doen.' Een
greep uit zijn agenda: regelmatig op en neer naar Vlaanderen voor opnames voor de
politieserie Flikken, waarin hij de rol van profiler speelt, zijn nieuwste cd Het
Eiland in de Verte is net uit, op 30 maart start zijn jubileum-theatershow Eeuwige
Jeugd, compleet met superband, op 14 mei viert hij zijn 40-jarig artiestenjubileum en
op 20 mei wordt hij zestig jaar. En dat moet natuurlijk allemaal gevierd worden, want
Boudewijn de Groot heeft in Nederland en Vlaanderen tot op de dag van vandaag een
onaantastbare status. In de jaren zestig componeerde de donkerharige jongen uit Heemstede
samen met zijn vriend, tekstdichter Lennaert Nijgh, nummers die nationale
uziekgeschiedenis schreven. Rebels, poëtisch en tijdloos. Welterusten meneer de
president is, gezien het sombere wereldbeeld, nog steeds actueel, Verdronken
Vlinder ontroert nog net zo diep als toen en Testament blijft voor velen de
ultieme confrontatie met hun jeugd. Om over de prachtige composities voor anderen, zoals
Pastorale of Malle Babbe nog maar te zwijgen. De wegen tussen Boudewijn de
Groot en de in november 2002 op 58-jarige leeftijd overleden Lennaert Nijgh gingen meerdere
malen langdurig uiteen, om net zo vaak weer bij elkaar te komen. Ook kende Boudewijns
carrière langdurige (publieke) stiltes. Dan was-ie met andere dingen bezig, zoals het
componeren van filmmuziek, het vertalen van thrillers of met het produceren van albums voor
anderen. En er was ook zijn bejubelde hoofdrol in de musical Tsjechov. De wens om
weer een cd uit te brengen met uitsluitend teksten van Lennaert Nijgh bleef echter altijd
aanwezig. Nijghs gedrevenheid om te schrijven nam echter af door zijn steeds slechter
wordende gezondheid. Van een complete
De Groot/Nijgh-cd is het niet meer gekomen, maar op de nieuwe cd van
Boudewijn zijn wel de laatste acht teksten van Lennaert Nijgh te vinden.
Een postuum eerbetoon?
Weifelend: "Hmm, ja, dat is het automatisch geworden. Het is de eerste plaat na zijn dood,
er staan acht teksten van hem op, waarvan een paar nieuwe. Ja, dan is het, zonder dat ik
het zo nadrukkelijk bedoel, impliciet een eerbetoon aan hem."
Voor jou is met de dood van Lennaert een enorm hoofdstuk afgesloten.
"Na deze laatste cd met acht van zijn laatste teksten zal er inderdaad van ons samen niets
meer komen" Hij roert in zijn koffie en zegt met een ironisch lachje: "Maar ach, zoveel
platen zal ik niet meer maken." En vertelt hoe hij na de dood van zijn vriend nog een paar
onvoltooide teksten vond:
"Het Haar1ems Dagblad wilde na zijn dood (Lennaert Nijgh was columnist bij die krant,
red.) een aantal van zijn columns bundelen en uitgeven. Ze vroegen zich af of er misschien
bijdragen waren, die hij nooit had verstuurd. Dat bleek inderdaad zo te zijn, maar ook
liedteksten en de opzet voor een cd. Lennaert riep de laatste jaren regelmatig: 'Er komt
een cd!' Want dat was mijn grote wens, weer een album maken met uitsluitend zijn teksten.
Dus zat ik hem steeds achter z'n kont: 'Is er al wat? Komt er nog wat?' Maar er kwam niets.
Of heel sporadisch. Dat moeizame proces begon zes jaar geleden al bij mijn vorige cd, Een
Nieuwe Herfst. Doordat de conditie van Lennaert steeds slechter werd, zag ik het niet
meer gebeuren. Het laatste jaar voor zijn dood vroeg ik niets meer, maar hij bleef maar
zeggen: 'Er komt wat! Er moet een cd komen!' Op de floppy die wij na zijn dood vonden,
stonden een aantal teksten onder het kopje 'Plan cd'. Afgezien van de paar die hij me al
had gegeven en die ik in de vorige tour heb gezongen, ook enkele die ik helemaal niet kende
en die nog niet af waren. Twee ervan waren meer geraamtes, maar één, Het Eiland in de
Verte, was vrijwel klaar. Ik heb alleen hier en daar een woord veranderd en een zin
toegevoegd. Het was zijn laatste bruikbare tekst. Het Eiland in de Verte staat voor
alles wat in Lennaerts leven belangrijk is geweest. Dat was, althans naar buiten toe, niet
zo heel veel. Wat in die veertig jaar door zijn teksten duidelijk is geworden, is het
verlangen naar iets war hij niet had; met name de klassiek romantische gedachte van de
onbereikbare liefde. Lennaert voer graag, hij had een schip, was graag op zee. Het Eiland
in de Verte vond ik een mooi beeld, omdat het met varen te maken heeft en met iets wat
altijd aan de horizon blijft. In Lennaerts leven waren twee eilanden heel belangrijk.
Vlieland, waar hij heel graag en zeer regelmatig kwam. En Engeland, omdat daar zijn grote,
onbereikbare liefde woonde. In dat licht - ook omdat het in de tekst duidelijk over
Lennaert zelf gaat - vond ik het mooi om de cd zo te noemen."
Het klinkt wel tragisch, een leven lang verlangen naar het onbereikbare.
"Toch was Lennaert geen tragische figuur. Ik denk dat dat soort mensen per definitie nooit
gelukkig is. Als ze vinden wat ze zoeken, verlangen ze wel weer naar iets of iemand anders.
Lennaert was iemand die zich tevreden - gelukkig is een te groot woord - voelde als hij met
rust gelaten werd. Als hij z'n ding kon doen, als er niet aan z'n kop werd gezeurd. En als
hij af en toe een vriendin had. Het was niet hij voortdurend achter de grote liefde aan
liep, die hij nooit vond en zijn leven lang alleen is geweest. Lennaert is drie keer
getrouwd geweest (met Lennaerts tweede vrouw Anja is Boudewijn sinds 1995 gehuwd, red.) en
heeft een aantal relaties gehad, dus er waren wel degelijk vrouwen die hem gaven wat hij
graag wilde. Maar hij was een individualist, een einzelgänger pur sang. In een man/vrouw
relatie is daar niet mee te leven. Als vriend wel, heel goed zelfs, wij hebben jarenlang
met elkaar in één huis gewoond. Ik had geen last van hem, hij niet van mij en voor hem was
het een ideale situatie. Hij had iemand die het huis een zekere warmte gaf, een basis; als
hij thuis kwam, was de verwarming en het licht aan. Er werd geleefd. Met iemand wonen van
wie je je niets hoeft aan te trekken, werkte voor Lennaert, maar hij heeft nooit een vrouw
gevonden, die dat op de lange duur accepteerde. Dat kun je tragisch noemen, maar hij is er
niet ongelukkig door geworden. Het maakte dat hij kon doen wat hij wilde en dus ook
verkeerd kon doen wat hij wilde."
Maar toch, dat einzelgänger zijn, die hang naar het individualistische, jullie hadden
toch wel veel gemeen. Waarom liep het bij jou anders?
"Ik ben veel oppassender. Ik let veel meer op mijzelf, op mijn gezondheid. ik ben veel meer
geneigd concessies te doen in mijn relaties - wat nodig is. Als twee individuen gaan
samenwonen, moet je geven en nemen. Daar ben ik veel makkelijker in dan Lennaert was. Voor
hem was dat gewoon onmogelijk. Het grote verschil tussen ons was: ik leef in de realiteit,
maar Lennaert plaatste de wereld eerst in zijn hoofd, gaf er daar zijn eigen vorm aan en
leefde vervolgens in dat hervormde decor. Dat was niet de wereld van anderen. En als je
daar langer mee te maken kreeg, zoals in een relatie, ging dat botsen. De vrouwen met wie
Lennaert een relatie heeft gehad, begrepen hem op een gegeven moment niet meer, ze gingen,
terecht, van hem eisen dat hij zich ook bezighield met de realiteit. Maar dat kon hij echt
niet. Omdat hij dat niet duidelijk kon maken, liepen die relaties stuk. Vriendschappen soms
ook. Dat begreep hij niet, want zo had hij altijd geleefd, als kind al. Hij speelde toen
bijvoorbeeld met poppen. Niet zoals een meisje, hij schreef rollen voor ze en liet die
poppen deel uitmaken van zijn eigen, zelfgecreëerde wereld. Dat is hij in feite altijd
blijven doen."
Wat was jouw allesoverheersende emotie bij zijn overlijden? Woede, verdriet, berusting?
"Berusting. Maar woede, nee. Ik ben te vaak woedend op hem geweest toen hij nog leefde.
Zijn dood kwam niet onverwacht. Ik heb hem zichzelf zien verwaarlozen en er zijn genoeg
momenten geweest dat ik kwaad op hem was, omdat het duidelijk was dat het niet goed kon
blijven gaan. En als hij zichzelf nou had verdedigd, had gezegd: 'Daar heb jij niks mee te
maken, dat is mijn manier van leven, hier geniet ik van en als dit op een gegeven moment
met de dood eindigt, oké, dan sterf ik in het harnas,' of wat voor retorische kretologie
dan ook, dan kun je daar tenminste nog tegenin gaan, of denken: oké, dit is wat hij wil.
Maar als er, zoals in Lennaerts geval, niets uitkomt en dat het allemaal nergens toe leidt,
behalve naar een zekere zelfdestructie, die niet eens is gebaseerd op een bepaalde
levensfilosofie - of misschien was dat wel zo, maar daar had hij het nooit over, hij wilde
nooit iets kwijt - dan ga je denken: nou oké, dan niet. Laat maar gaan. Je verliest je
interesse. En ook iedere emotie. Toen ik hem, vlak voor zijn dood, uitgeteerd, bijna als
een soort concentratiekampslachtoffer in bed zag liggen, schrok ik natuurlijk enorm. Maar
ik dacht ook: verdomme, wat ben je toch een ontzetrende lul geweest dat je je zo hebt laten
gaan. 'Wat zielig' heb ik geen moment gedacht. Althans, niet wat dat betreft. Wel
terugkijkend op zijn leven en zijn teksten lezend, om de wanhoop die er soms uitsprak, om
de verloren liefdes, om het begrip dat hij zo graag wilde voor wie hij was en dat hij echt
niet anders kon. En een zekere bewondering voor het feit dat hij het nooit heeft kunnen
vinden, maar er toch altijd trouw naar op zoek is gebleven, en er ook altijd in is blijven
geloven. Zelfs in de laatste twee jaar van zijn leven, toen hij er niet uitzag en zeker met
meer aantrekkelijk was voor vrouwen, werd hij toch nog verliefd en hoopte hij altijd nog
dat het iets zou worden. Dat is ook te lezen in zijn teksten. In het begin waren die vol
overmoed en hoop, later werden ze niet teleurgesteld of verbitterd, maar meer wijs en
berustend met toch een zekere hoop: 'oké, maar wie weet'. Die ontwikkeling vind ik erg
mooi."
Veertig jaar in het vak, wat zegt dat je?
"Veertig jaar is heel lang, zeker op de manier waarop ik het doe. Ik ben geen gedreven
iemand; als ik iets voel, dan doe ik er iets mee en zo niet, dan ga ik dat niet forceren
met allerlei kunstgrepen. Bovendien ben ik niet iemand die zeven dagen per week bezig wil
zijn. Ik verdeel mijn energie liever en handel naar mijn karakter. Terugkijkend: als je
veertig jaar zo'n beetje mee kabbelt en reageert op impulsen, ja, dan heb ik het wel vrij
relaxed aangepakt. Rob de Nijs en Herman van Veen zijn er ook nog steeds, maar die zijn
veel gedrevener dan ik. Het is het een of het ander: of je moet het heel relaxed doen, of
met heel veel energie en dan maar constant doorgaan. Maar mijn gestel is anders." Met een
spottend lachje: "Misschien heeft het feit dat ik een stier ben ermee te maken."
Maar toch, wat geweest is, is geweest. Je moet met het ouder worden steeds vaker
afscheid nemen.
"En dat kan ik heel slecht. Ik heb een enorm gevoel voor nostalgie. Altijd al gehad, voor
mij is de dag van gisteren bij wijze van spreken al iets om heimwee naar te hebben. Ik kan
moeilijk met het begrip onherroepelijkheid omgaan. Ik wil altijd een opening hebben om iets
terug te draaien, terug te halen, iets over te kunnen doen. Dat is geen kwestie van
onzekerheid of faalangst, het heeft meer te maken met genotzucht. Een belachelijk verlangen
eigenlijk."
Hoe is het dan om zestig te worden?
Schouderophalend: "Niet anders dan achttien worden. Ik vind het niet erg. Tja, mijn haar is
grijs en dun en ik word wat strammer hier en daar. Dat heb je als je ouder wordt, maar
wakker lig ik er zeker niet van. Lennaert zei altijd over ouder worden: 'Ik heb daar niets
mee, want ik denk nog steeds: later als ik groot ben.' Dat heb ik ook. Niet op de
kinderlijke manier, maar meer in de zin van: later als ik oud ben en opa en niks meer kan.
Voor mij is er nog altijd de toekomst. En in die toekomst gebeurt hetzelfde als wat in het
verleden is gebeurd. Zo simpel is het. Ik sta er niet bij stil, ik ga ervan uit dat ik doe
wat ik doe en dat ik dat blijf doen."
Ondertussen zijn je kinderen volwassen geworden en ben je opa.
"Om kinderen te hebben die hun eigen gang gaan, die talenten hebben waarvan ik denk: goh,
wat prachtig, vind ik enig. Marcel is gitarist en een van de beste van Nederland. Hij wordt
ook veel gevraagd door andere artiesten. Op mijn nieuwe cd heeft hij natuurlijk ook
meegespeeld, één nummer doen we zelfs met z'n tweeën, zonder andere muzikanten. En langzaam
is hij weer bezig voor zichzelf nieuw repertoire te schrijven. Dat is goed, want ook daar
ligt zijn talent. Mijn dochter Caya heeft de toneelopleiding gedaan, maar zij is niet zo'n
gedreven actrice dat ze daar alle stress, spanning en reizen voor over heeft. Zij is liever
bij haar kinderen en heeft een ander talent ontdekt: meubels stofferen, vooral van die
kleine mini-stoeltjes voor kinderen. Dat doet ze prachtig. Jim is een vage diamant. Hij
schittert naar alle kanten, maar het blijft vaag wat zijn mooiste facet is. Hij heeft een
paar cd's gemaakt, een aantal toneelrollen gespeeld, en nu is hij met iets
documentaire-achtigs bezig. Een keuze heeft hij nog steeds niet gemaakt. Ik heb inmiddels
vier heel mooie en leuke kleinkinderen. Met baby's heb ik niet zoveel, maar zodra ze zo'n
jaar of vijf, zes zijn en wat gaan terug zeggen, wordt het voor mij interessant en leuk.
Drie van de vier zijn van die leeftijd. Toch ben ik bang dat ik niet zo'n verschrikkelijk
goede grootvader ben, omdat ik het ontzettend druk heb met andere dingen. We zien elkaar
eigenlijk te weinig. Ik ben zelf niet opgegroeid met sterke familiebanden, het zit ook niet
zo in mijn karakter en ik denk dat ik dat ook weer heb doorgegeven aan mijn kinderen. Het
leeft bij ons niet zo. Caya is wat dat betreft anders, zij heeft mij er wel eens op gewezen
dat ik daar te achteloos mee omspring. Wat dat betreft, probeer ik mijn leven wel te
beteren. Ouder worden, betekent niet dat je een punt zet achter je karakterontwikkeling.
Dus neem ik het ter harte en knoop dat in mijn oren en probeer er wat aan te doen." Met
een ironische grijns: "Daar ga ik de komende tijd aan wérken."
Met de jubileum-theatertournee Eeuwige Jeugd toert Boudewijn de Groot nog tot 14 mei door
het land.
Voor informatie en reserveringen voor de theatertournee Eeuwige Jeugd: Nationale
Theaterkassa, 0900-92 02 of De Uitlijn, 0900-01 91. Meer informatie? Surf naar
www.boudewijndegrootthuispagina.nl.
De biografie van Boudewijn
o Boudewijn de Groot wordt op 20 mei 1944 in een Japans krijgsgevangenenkamp in Nederlands
Indië geboren, zijn moeder sterft in het kamp o In 1946 vertrekt de familie De Groot naar Nederland o Op de middelbare school in Haarlem ontmoet Boudewijn Lennaert Nijgh, met wie
hij dan al liedjes gaat schrijven o Na het lyceum gaat De Groot naar de Filmacademie o In
1965 neemt Boudewijn de single Een meisje van zestien op, dat door Lennaert uit het Frans
is vertaald. Daarna volgt de grote hit Welterusten meneer de president o In 1966 verschijnt
de elpee Voor de Overlevenden, die een klassieker zal worden o In 1967 scoort het duo
Nijgh/De Groot hun grootste hit met het nummer Land van Maas en Waal o In 1968 verbreekt
hij zijn samenwerkhig met Lennaert Nijgh o Boudewijn trekt zich in 1969 terug op een
boerderij in Dwingeloo, 'een absoluut dieptepunt' vindt hij zelf o In 1972 ontstaat er een
hernieuwde samenwerking met Lennaert Nijgh, wat het album Hoe Sterk is de Eenzame Fietser
oplevert met de hit Jimmy o Vervolgens houdt Boudewijn zich bezig met het produceren,
componeren en vertalen en zijn er wat kleine filmrolletjes. Ook verblijft hij meerdere
malen in Amerika voor studie o In de jaren negentig staat hij op de planken in de musical
Tsjechov (ook weer in 2000) en in Het Dagboek van Anne Frank oIn 1996 verschijnt zijn cd
Een Nieuwe Herfst en gaat hij weer toeren o 2004 staat in het teken van een nieuwe cd en
zijn theatertournee Eeuwige Jeugd, om zijn veertigjarig jubileum te vieren o Op 20 mei
wordt bij 60 jaar. Hij heeft tot nu toe - exclusief de verzamelalbums - in totaal 10 albums
uitgebracht en 1 dvd.
|
|