Als een journaliste opvakantie gaat, kan ze het werken niet laten.
Naar Amerika
auteur: Marina Scheer, foto's: Daniële Légeron
geplaatst in: Margriet 20, 19 mei 1978
Als een journaliste opvakantie gaat, kan ze het werken niet laten.
"Ga je ook naar Amerika?" is een vraag die je vandaag de dag nogal eens hoort, nu de
luchtvaart-tarieven en de dollarkoersen zo zijn gedaald. Een van de velen die daar al
gebruik van hebben gemaakt, is Margriet-redactrice MARINA SCHEER. Ze bracht onlangs
bij vrienden in Californië twee heerlijke weken door. Maar wat gebeurde er? Marina
ontdekte dat Monique van de Ven en Boudewijn de Groot ook in Los Angeles waren.
Een journaliste op vakantie blijft journaliste, en düs ging Marina met haar
bandrecorder en blocnootje op stap.
Over haar ontmoeting met Monique van de Ven hebt u de vorige week al kunnen lezen.
Ditmaal is ze gast bij het gezin De Groot: Boudewijn, zijn vrouw Alma en de kleine
Jimmy. Er gaat geen dag voorbij of je hoort hier wel een plaat van hem op de radio.
Wat doet die zanger van het tedere en spijkerharde lied, de man met die monotone en
toch zo gevoelige stem daar in Amerika, als hij zo duidelijk hier thuishoort? Het
antwoord leest u op bladzijde 8. Boudewijn de Groot "schoolt zichzelf bij", en voor
wie het meteen weten wil: het gaat goed met hem. Overigens vertelde Marina nog dat ze
anderhalf uur te laat op haar afspraak kwam. Als je in Californië per ongeluk de
verkeerde afslag van een autoweg neemt, ben je meteen verdwaald. De enige voetgangers
aan wie je de weg zou kunnen vragen zijn "joggers". Maar "joggers" zijn trimmers in
T-shirt en korte broek, die alsmaar langs de snelweg rennen en nooit stilstaan! Die
gezondheidscultus - aldus Marina - doet vrij gek aan, als je bedenkt dat mensen voor
hun gezondheid de snelweg met die vervuilende uitlaatgassen kiezen om te "joggen"!
Boudewijn de Groot:
'Dat avontuurlijke dat ik in mijn jeugd heb gemist daar kom ik pas in Amerika aan
toe'
Boudewijn de Groot, zanger en componist van een groot aantal Nederlandse
topliedjes (u herinnert zich vast nog wel "Welterusten, mijnheer de president" of
"Het land van Maas en Waal" of "Prikkebeen"), woont voorlopig met vrouw Alma en
zoontje Jimmy in Amerika. Niet om daar te proberen een nieuwe muzikale carrière op
te bouwen. Maar om, in alle rust, keihard te kunnen studeren en zijn vakkennis uit
te breiden. Leren noten lezen bijvoorbeeld, want dat kon hij nog niet. En ook, omdat
hij het lekker vindt er eens helemaal uit te zijn. Zodat hij het avontuurlijke dat
hij als tiener miste, op zijn drieëndertigste alsnog kan inhalen.
Wat aarzelend vergelijk ik het huisnummer in mijn agenda met het nummer op de
verweerde, roze geverfde tuinmuur van West Shire 2729, Hollywood. Het klopt, en
opgelucht parkeer ik de auto in de stevig hellende straat. Nog voor ik de auto uit
ben, hoor ik een stem zeggen: "Bij wie moet u zijn?" Ze zijn hier al net zo
nieuwsgierig als in Nederland, flitst het door m'n hoofd. Het antwoord blijft me
bespaard, want Boudewijn heeft de vreemde auto gehoord en komt de terrastrap af om
me op te halen. Ik ben "maar" anderhalf uur te laat, want ik heb een verkeerde
afslag genomen. En eenmaal fout, altijd fout lijkt te gelden voor het ingewikkelde
systeem van de Californische snelwegen. Boudewijn is niet eens boos. Als we naar
boven, naar het huis lopen, zegt hij: "Dat is m'n overbuurvrouw. Ze is van oorsprong
een Weense en ze was vroeger operazangeres. Ze oefent nog iedere dag, niet dat ze
denkt ooit nog eens op te treden, daar is ze veel te oud voor, maar ze zingt nog
steeds graag. Omdat ze, net als wij, uit Europa komt, en omdat ik ook iets in de
muziek doe, voelt ze zich nogal betrokken bij Alma, Jimmy en mij."
Het huis is niet groot, maar de drie kamers zijn wel ruim. De grote, witgepleisterde
woonkamer heeft een hoog, gewelfd plafond en een fantastische open haard. De keuken
ernaast heeft niets van de laboratorium-achtige steer die de Amerikaanse
"droomkeuken" vaak kenmerkt. Hij is wel van alle gemakken voorzien; de kleuren zijn
bruin en blauw en Alma heeft overal hebbedingetjes opgehangen die de steer bepalen.
Ik verveel me niet, ik werk hard
'Ik ben gewoon Boudewijn die liedjes maakt en zingt die hij mooi vindt'
In de hoek van de woonkamer staat een eenpersoonsbed met daarop een India-sprei met
kussens. Dat is de bank. Vier regisseurs-stoelen staan rond de witte, houten, door
Boudewijn zelf gemaakte tafel. En verder zijn er planten, veel planten. Boudewijn:
"We hebben dit huis kaal gehuurd en je wilt je natuurlijk toch wel lekker voelen in
een huis, ook al weet je dat je er niet voor altijd blijft wonen. Zeker voor mij is
dat belangrijk. Van uitgaan komt niet veel, omdat ik de hele dag thuis zit te
studeren. Maar ik verveel me niet, want ik werk hard.
Het huis mocht ook niet te duur zijn. We moeten op ons geld passen. Iedereen weet
dan wel te vertellen dat ik zo'n gigantisch bedrag heb verdiend met die tournee door
België en het wás ook een boel, maar ik verdien hier niets, omdat ik alleen maar
studeer. En dan gaat het snel."
Boudewijn is erg aardig. Hij heeft halflang, donker krullend haar en mooie, blauwe
ogen. Hij wil best praten met z'n zachte, melodieuze stem, maar het duurt vrij lang
vóór hij los komt. Dat gebeurt eigenlijk pas als Alma (25) en Jimmy (5) thuiskomen.
Alma slank, vrolijk en blond, vertelt over de Montessori-kleuterschool, waar Jimmy
naar toe gaat. Ze onderstreept haar verhaal met levendige gebaren en mimiek: "Ik kom
daar binnen en ze hadden net een hele schaal oliebollen gebakken ter ere van Holland.
Jimmy vreselijk trots. Ik moest er dus een proeven en heb geroepen, dat ik nog nooit
zulke lekkere oliebollen heb gegeten. Ik weet nou nog niet waar het naar smaakte,
maar de kinderen vonden het prachtig!"
Na dit relaas verdwijnt ze naar de keuken om het theezetten van Boudewijn over te
nemen. Ik krijg op mijn verzoek koffie. Alma heeft voor het eerst krentenbrood
gebakken en Boudewijn moet voorproeven om te zien of het bakprodukt zo geslaagd is,
dat de rest van het gezelschap ook een sneetje kan krijgen. Hij knikt goedkeurend en
de schaal gaat rond. Alma: "Ik kan hier niet werken, ik krijg geen werkvergunning.
Daarom heb ik me maar geworpen op het bakken van (volkoren)brood; daar hadden we na
een half jaar zó'n zin in. En verder brei ik stapels truien en vesten. Ook leuk!
Het goeie hier in Amerika vind ik, dat iedereen je je eigen gang laat gaan, Stel,
dat ik een baan had, dan zou niemand het gek vinden als ik werkte, ook al heb ik een
klein kind.
Schuldgevoelens zijn moeders eigen, geloof ik
Dat heb ik in Nederland toch wel anders ervaren. Daar vóélde ik de kritiek omdat ik
werkte, toen Jimmy nog maar drie was. En daar kreeg ik dan weer schuldgevoelens van.
Hier had ik trouwens weer andere schuldgevoelens. Dat is, geloof ik, moeders eigen.
Maar toch... als ik hem 's ochtends naar dat kleuterschooltje bracht en hij stond
daar zo verloren en hij sprak geen woord Engels... En ik wilde zo graag naar Amerika.
Boudewijn wilde ook wel, maar die heeft soms een duwtje in zijn rug nodig. Jimmy is
erg dapper; hij heeft nooit gehuild, nooit gezegd dat hij niet naar school wilde."
De draagbare tv verhuist naar Jimmy's kamer. Hij mag een uurtje kijken. Boudewijn:
"In het begin waren we erg streng. Jimmy mocht niet meer tv kijken dan in Nederland.
Maar toen bleek dat er iedere middag van vier tot vijf ontzettend leuke tekenfilms
voor de kinderen worden gedraaid, zijn we overstag gegaan. Je moet je principes
overboord weten te zetten."
Kinderen zijn een belangrijke factor in het leven van Boudewijn de Groot. Hij kan
zich eigenlijk geen leven zonder kinderen indenken. "Als kind had ik altijd broertjes
en zusjes om me heen; daarna ben ik met Anneke getrouwd en zat ik meteen in de
kinderen. Dat maakte de scheiding extra moeilijk. Het hele leven van onze kinderen,
Caja en Marcel, is acht jaar geleden ingrijpend gewijzigd, toen Anneke en ik uit
elkaar gingen. In de gegeven situatie zien we elkaar zoveel mogelijk. Caja is hier
van de zomer zes weken geweest en de twee keer dat ik naar Nederland ben geweest,
heb ik die twee opgezocht. Na mijn scheiding heb ik een poosje samengewoond met een
meisje dat een kind had, en Alma en ik kregen Jimmy ook vrij snel na ons huwelijk.
Ik kan me theoretisch de vrijheden wel voorstellen die mensen zonder kinderen hebben,
maar ik mis die vrijheden niet. Of ik nog een kind wil hebben? Ik weet het niet.
Alma wil wel, maar ik ben er nog niet uit. Opvoeden? Ik geloof dat het erg belangrijk
is dat je probeert de nadelen en de gevaren van de generatie-kloof te verkleinen.
En dat je probeert als oudere en vader je kinderen van het begin af aan zoveel
vertrouwen te geven dat ze luisteren naar wat je ze vertelt. Je moet proberen niet
als ouderwets, conservatief, "square" over te komen en ze laten geloven in je
integriteit. Je kunt je kinderen voorlichten over seks, drugs en alcohol en als ze
er dan alsnog een andere mening op na houden, moet je dat in zoverre accepteren, dat
het meer een kwestie wordt van ,,hun eigen verantwoordelijkheid."
En je moet, denk ik, kijken naar de zwakke plekken in het karakter van een kind en
proberen die plekken sterker te maken. Als ik naar mijn eigen jeugd kijk, dan ben ik
altijd een nogal eenzelvige, niet-avontuurlijke jongen geweest. Dat vind ik achteraf
jammer; ik had best wat meer willen beleven, erop uit willen trekken, dingen
meemaken. Ik kom daar nu pas met Alma aan toe."
'Ik wilde geen risico lopen, toen ik voor het eerst na zeven jaar weer op de
planken stond'
Het vertrek van Boudewijn de Groot heeft nogal wat stof doen opwaaien in het
Nederlandse muziekwereldje. Hij ging op tournee door België en dat werd uitgelegd
als een verguizing van het Nederlandse publiek en zijn vertrek naar Amerika als een
vlucht, omdat hij op een dood spoor zou zitten.
"Ik ben blij dat je hierover begint. Ik wil dat graag recht zetten. In Nederland was
het niet mogelijk om middelgrote zalen vol te krijgen met een programma, waarin
iemand alleen maar een hele avond liedjes in het Nederlands staat te zingen.
Er moest iets meer gebeuren: verschillende zangers of zangeressen, een mengeling van
liedjes en sketches of een gevarieerd programma.
Een jaar je vakkennis bijspijkeren...
Mijn optreden in grote zalen was altijd een onderdeel van zo iets. Verder waren het
kleine zaaltjes, café-chantants of discotheken. En dat moest dan vier, vijf avonden
per week om het rendabel te maken. Nu wilde ik een korte, overzichtelijke tournee
van dertig dagen. Beter georganiseerd, met beter licht en geluid en een vaste
begeleiding van een aantal muzikanten. Dat betekent een veel hogere investering en
op z'n minst middelgrote zalen, wil er geld overblijven. Ik ging er eigenlijk vanuit
dat zo iets in Nederland niet zou lukken. Misschien had ik ongelijk, maar ik wilde
geen risico lopen, toen ik voor het eerst na zeven jaar weer op de planken stond.
Een volgende keer wil ik heel graag weer in Nederland optreden. Na de tournee door
België ben ik veel zekerder van mezelf geworden en daardoor durf ik andere
onzekerheden nu beter aan. Dat ik al lang van plan was naar Amerika te gaan en
hoopte met mijn optreden in België het geld daarvoor te verdienen, hoort ook bij het
verhaal. Daar zie ik niets onbehoorlijks in. In Amerika kennen ze het begrip
"sabbatical year"; dat betekent dat je na een aantal jaren werken de kans krijgt een
paar maanden of een half jaar je vakkennis bij te spijkeren. Zo beschouw ik mijn
verblijf hier. En ik vind het lekker er eens helemaal uit te zijn. Dat avontuurlijke,
dat ik in mijn jeugd heb gemist…"
,Als ik een plaat maak, doe ik het liefst alles zelf. Ik wil er in ieder geval
zoveel mogelijk van af weten, zoveel mogelijk zeggenschap hebben. Daarom studeer ik
keihard. Ik leer arrangeren, ik wil mijn akkoorden-kennis uitbreiden, ik volg
cursussen in compositieleer en ik leer noten lezen. Dat kon ik niet. Al mijn muziek
heb ik tot nu toe op het gehoor gemaakt. De schema's en akkoorden die ik hier door
mijn studie leer, probeer ik uit op de piano en/of de gitaar. Vaak gaat dat over in
spelen voor mezelf en soms worden dat dan schema's of melodietjes, die ik misschien
als uitgangspunt kan gebruiken voor mijn nieuwe elpee, die ik in juni in Nederland
wil maken."
Zelf teksten proberen te schrijven
"Ik probeer daar zelf ook teksten voor te maken en er zijn al een paar
tekstschrijvers voor me aan het werk. Theun de Winter bijvoorbeeld en Lennaert
Nijgh." Als ik vragend mijn wenkbrauwen optrek, zegt hij: "Je hoeft niet zo verbaasd
te kijken. De samenwerking met Lennaert is niet voorbij. Zoals dat vroeger ging, dat
was uniek. We maakten gewoon op ons gevoel een plaat. Hij schreef teksten die hij
mooi vond en waarin hij het voornamelijk over zichzelf had. En ik maakte dan muziek
op die teksten. Muziek die ik erbij vond passen en die ik mooi vond om te zingen.
Maar de grote fout bij onze laatste samenwerkingspoging was, dat we het allemaal
anders deden. We gingen van tevoren uitgebreid praten: over de plaat, over de stijl,
de teksten. de onderwerpen. Alles werd geanalyseerd, gerationaliseerd,
gecatalogiseerd. Dat werkte niet. Lennaert probeerde vóór mij én vanuit mij te
schrijven. Op die manier werkt hij bijvoorbeeld voor Jasperina de Jong. Maar ik vind
hem het best, als hij vanuit zijn eigen ik een tekst schrijft. Hij moet niet
proberen in mijn huid te kruipen. Dat was de grote fout. De enige manier waarop
Lennaert en ik nog tot een plaat zouden kunnen komen, is zoals vroeger. Hij een
tekst naar zijn eigen gevoel en ik muziek maken naar mijn eigen gevoel. En dan
kijken of dat nog samen gaat, nu onze levens zo ver uit elkaar liggen.
Die nieuwe elpee zal wel een mengeling worden van allerlei stijlen, en de
Californische tijd zal wel z'n invloed hebben, maar ik wil niet vastgepind worden.
Ik wil geen etiket. Ze hebben me cabaretier genoemd, folk-singer, protestzanger,
kleinkunstenaar. Dat ben ik allemaal net niet. Ik ben gewoon Boudewijn de Groot,
die liedjes maakt en zingt die hij mooi vindt."