Haar silhouet werd steeds duidelijker - lief, zacht, mooi en toegewijd

52 mannen

auteur: nn, foto Leo van Velzen
geplaatst in: Libelle 47, 2003

...over vrouwen, over relaties, over wat wij vrouwen allemaal van ze verwachten en of ze daar wel zin in hebben, over het GROTE verschil tussen ons en hen en over alles wat ze verder nog aan ons kwijt wiIlen. Deze week afievering 47: Boudewijn de Groot (59), zanger en componist

De vrouw van je dromen is lief, zacht, mooi en toegewijd. Alles kan, alles mag, de liefde is zinderend en volmaakt. De volgende morgen maakt de realiteit een onherroepelijk einde aan dit geluk en blijkt tevens dat de vrouw van je dromen geen gezicht heeft. Ze is een voelbaar silhouet.
In het kerkje van Bloemendaal zat ze een paar rijen voor me. Ik stond tegen de wand geleund, temidden van klasgenoten van het lyceum. Toen ze haar hoofd omdraaide en me aankeek, wist ik dat ze van mij was. Al zoveel dagdromen lang was ik van haar. Onze toenadering speelde zich af in het zonnige decor van de Haarlemse binnenstad en de omliggende, pastorale dreven. Maar toen ik eindelijk het meisje van mijn dromen in mijn armen sloot, bekroop me een vaag gevoel van onheil. Dromen worden 's morgens ruw verstoord en fantasie‰n die werkelijkheid worden, gaan zonder uitzondering vergezeld van een kater. De relatie was kortstondig en eindigde banaal. De realiteit had ons teruggezet op de plaats die nu eenmaal hoort bij het meisje van je dromen - ver uit elkaar. Daar waar het water 'veels te diep' is. Na lange tijd kwam ik haar weer tegen en tot mijn verbijstering was er niets veranderd. Ze was nog even mooi en riep hetzelfde onuitsprekelijke gevoel op dat eigen is aan dat onwezenlijke fenomeen: de onbereikbare liefde.

Tekstdichter Lennaert Nijgh heeft er vele liederen aan gewijd.

De onbereikbare liefde was de rode draad die door zijn leven liep. Al was hij drie keer getrouwd, die ene 'liefde die niet overging' is hem blijven achtervolgen. Zijn noodlot was steeds weer verIiefd te worden op een vrouw die hem inpalmde en afwees. Op zijn begrafenis zag ik haar opnieuw. Er was niets veranderd - ze was meer dan een voelbaar silhouet, hoewel nog altijd onbereikbaar. Maar het is een wankel evenwicht, dat op onverwachte wijze wordt verstoord. Er blijkt nog een vrouw in mijn dromen te bestaan, even liefdevol en even onbereikbaar, zij het op een andere manier. Zij heeft mij nooit gekend en ik haar niet. We zullen elkaar nooit bereiken, hoewel we inniger bij elkaar horen dan in enig andere relatie. Ze stierf lang geleden, haar lichaam geteisterd, gestorven temidden van ratten, beulen en lotgenoten, afgevoerd op een groentekar, begraven in anonieme grond. Naarmate mijn jaren verstreken kwam ze dichterbij en werd haar silhouet duidelijker - lief, zacht, mooi en toegewijd. Zoals alle moeders.


Omhoog
Terug