Boudewijn de Groot: "Ik koesterde mijn liefdes niet: als het niet werkte, kapte ik ermee"

Eigenzinnig door het leven

auteur: Barbara Claeys, foto's: Hester Doove
geplaatst in: Libelle (België), dinsdag 27 maart 2007

LIEDJESSCHRIJVER, OPA, SOULMATE, ZONDAGSKIND
Wil de échte Boudewijn de Groot nu opstaan?

Hij heeft net een nieuwe cd uit, 'Lage Landen'. En straks is hij voor de tweede keer de centrale gast op Nekkanacht. Een grote meneer dus. Maar hoe is Boudewijn de Groot (62) naast het podium?

Boudewijn, de liedjesschrijver
"Ik heb de afgelopen veertig jaar wel vaker teksten geschreven. Liedjes schrijven is voor mij geen nieuwe discipline. Maar toch voelde het bij deze cd helemaal anders. En daar heeft de dood van Lennaert Nijgh, mijn vaste tekstschrijver, alles mee te maken. Ik ben de stok achter de deur kwijt. Als het schrijven mij niet lukte, dan waren er nog altijd de teksten van Lennaert. Dus hoefde ik me nooit zorgen te maken. Bij deze cd deed ik dat wel. 'Hoe zal het publiek reageren op een cd zonder teksten die volledig van zijn hand komen?' Een vraag die de laatste maanden vaak door mijn hoofd spookte. Als Lennaert een tekst voor mij schreef, begreep hij exact wat ik wilde. Als ik een tekst van hem las, wist ik precies wat hij bedoelde. En dan doemden er vanzelf melodieën in mijn hoofd op. Maar nu was die zekerheid weg. Ik moest plotseling een beroep doen op anderen. En op mezelf. Zonder Lennaert is het schrijven een eenzamer avontuur geworden. Ik kan niet meer met hem overleggen, hij kan me niet meer geruststellen. En dat mis ik wel, ja. Lennaert en ik waren geen boezemvrienden. We huilden niet uit bij elkaar, we hadden het nooit over onze diepste geheimen. Hij was ook niet iemand die snel zijn hart uitstortte. Zelfs niet bij zijn grote liefdes. Alsof het niemand lukte tot hem door te dringen. Maar we voelden ons wel heel erg op ons gemak bij elkaar. Ik heb nooit op mijn tenen moeten lopen. Er hing zelden of nooit een spanning tussen ons. Maar er was geen sprake van een intieme vriendschapsband. Omdat geen van beiden daar behoefte aan had. Het was goed zoals het was.
Onze levens waren ook op een heel bizarre manier met elkaar verknoopt. Ik ben nu al jaren getrouwd met Anja. Vroeger was zij de vrouw van Lennaert. Het nummer 'Avond' heeft hij ooit voor haar geschreven. Ik zing het nu, na al die tijd, nog steeds met dezelfde bezieling. Precies omdat het om één en dezelfde vrouw gaat. Lennaert is er niet meer, ik ben een soulmate kwijt en dat doet pijn. Maar echt om hem gerouwd heb ik niet. Toch zeker niet in artistiek opzicht. We hebben samen voldoende gedaan om trots op te zijn. En ook dankbaar."

"Mijn motto blijft 'Later als ik groot ben'.
In de spiegel zie ik het verschil met twintig jaar
geleden wel. Maar zo voelt het niet vanbinnen"

Boudewijn, de zestiger
"Op de cd staan enkele liedjes over vergankelijkheid en de dood. Of dat met het verlies van Lennaert te maken heeft? Ik denk het niet. Eerder met het feit dat ik zelf een dag ouder word. Op je tweeënzestigste word je directer met die dood geconfronteerd. Steeds meer mensen met wie je een emotionele band hebt, vallen weg. En dat ga je ook meer en meer op jezelf betrekken. Vroeger was een griepje een griepje. Ik wist dat het in een week over was. Nu denk ik iets vlugger: het zal toch niets ernstigs zijn? Dat soort kleine angsten heb je niet als je jong bent. De dood wordt een grijpbaar begrip. Niet dat ik nu zo bang ben om dood te gaan. Dat gaat pas een rol spelen als je weet dat het zover is, denk ik. Ik leef te graag om met de dood bezig te zijn. Net zoals leeftijd me ook niet bezighoudt. Lennaert had als motto: later als ik groot ben. Zelfs op zijn sterfbed dacht hij er nog zo over. Misschien een beetje naïef, maar ik heb dat ook. Voor mij is er altijd nog de toekomst. En natuurlijk kijk ook ik wel eens in de spiegel. En zie ik het verschil met twintig jaar geleden. Maar zo voelt het niet vanbinnen. Ik ga gewoon door en als een trap plots hoger blijkt dan dat hij vroeger was, dan merk ik het wel als ik boven ben. Ouder worden bepaalt mijn leven niet. Ik ben ook niet iemand die als het ware tijdloos wil blijven en die zich hardnekkig vastklampt aan dat jong zijn. Ik ben altijd bezig geweest met de dingen van mijn leeftijd. Ik werd ouder, dus werden mijn teksten ook ouder. Ik ben geen hippe zanger. Ik houd me ook niet bezig met wat op dat moment 'in' is, maar wél met wat me dan beroert."
"Lennaert is de enige overledene bij wie ik me geregeld afvraag waar hij nu is. Ik geloof niet in een hiernamaals of in reïncarnatie. Maar soms denk ik: als hij ergens is, waar zou hij dan nu zijn? Ik heb dat niet bij mijn overleden vader, mijn broer of zus. Ik ben er dan toch kennelijk meer mee bezig dan ik wil toegeven. Het gemis van het vertrouwde is verdomd zwaar. De gedachte dat de dingen die we samen deden nooit meer kunnen. Ik maak me moeilijk los van het verleden. Een onverbeterlijke nostalgicus. En bang voor het onherroepelijke. Ik wil altijd een opening hebben om iets terug te draaien, of terug te halen, of over te kunnen doen. Dat 'gisteren' nooit meer terugkomt, vind ik zo'n zonde. Heimwee naar gisteren, dat gevoel is onlosmakelijk met mij verweven."

Boudewijn, de Nederlander in Vlaanderen
"Ik sta straks voor de tweede keer op Nekkanacht in Antwerpen. Een hele eer voor een Nederlander. Als muzikant heb ik me hier altijd welkom gevoeld. Ja, ook ik heb een zwakje voor Vlaanderen. Al veertig jaar reis ik er met mijn gitaar doorheen. Ik heb zelfs ooit in Antwerpen gewoond. In 1969, denk ik. Ik wist niet welke richting het met mijn muzikale carrière uit moest. En ook in mijn privé-leven ging alles moeizaam. Voor mij een tijd vol onzekerheden die uiteindelijk niet in Antwerpen werden opgelost. Maar het deed wel goed om even andere lucht op te snuiven. Ik kom er nog steeds graag. En ik zie ze graag, de Vlamingen. Gekke uitdrukking trouwens: ik zie u graag. Moest ik in het begin heel erg aan wennen. Een achteloos zinnetje dat tot iets groots is uitgegroeid. En dat de typische beleefdheid van de Vlamingen nog maar eens benadrukt. Dat merk ik ook als ik na een optreden cd's signeer. Nederlanders komen losjes naar me toegestapt, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Soms zelfs met een tikkeltje arrogantie. Vlamingen zijn een stuk timider en benaderen me beleefd en met respect. Niet dat dat beter is, want ook dat kan me irriteren. Vlamingen mogen best wel iets directer reageren. Maar ik blijf erbij dat Vlamingen meer respect hebben voor elkaar en net daardoor ook minder angst. Eén aflevering van 'Tien voor Taal' en het verschil is meteen duidelijk. Vlamingen antwoorden meer relaxed en zijn minder bang om fouten te maken. En als aan het slot de finale door één iemand gespeeld moet worden, maakt de uitgekozen Nederlander meteen heel erg duidelijk dat hij of zij dat liever niet wil. Terwijl ze er diep in hun hart echt wel helemaal anders over denken. Maar toch voeren ze even dat toneeltje op. De gekozen Vlaming kijkt meteen met een blik van: oké, dat zal ik dan maar doen. Vlamingen zijn minder macho. En ze hebben een grotere liefde voor de Nederlandse taal. Vandaar ook misschien dat het iets stiller is in een Vlaamse theaterzaal. Omdat ze elk woord willen begrijpen. Nederlanders worden zenuwachtig van stilte."

Boudewijn, de protestzanger
"Ongelofelijk hoe deze term me maar blijft achtervolgen. Ik zong veertig jaar geleden 'Welterusten, Mijnheer de President' en sindsdien blijven ze me maar protestzanger noemen. Dit nummer moet je echt zien in de geest van midden jaren zestig: een wereldwijde sociale en culturele omwenteling, taboes en heilige huisjes werden omver geworpen en er was die grote Amerikaanse oorlog waar iedereen het over had. Ook Lennaert en ik vonden dat we daar niet omheen konden. Sindsdien blijf ik die protestzanger. Terwijl ik dat helemaal niet ben. Zoals ik ook geen cabaretier ben of chansonnier. Kunst moet in alle vrijheid kunnen gemaakt worden. Ik heb destijds echt mijn best gedaan om zo snel mogelijk dat etiket kwijt te geraken. Dat etiket op zich kon me niet eens zoveel schelen. Ik heb er nooit echt last van gehad. Ik had gewoon een hekel aan stempels in het algemeen. Ik was bang dat dat me zou beperken. Ik had absoluut geen zin om te moeten voldoen aan welk verwachtingspatroon dan ook. Ik was gewoon zanger en wilde mijn eigen ding doen. En dat is me ook gelukt, denk ik. Protestsongs vormen maar een erg klein deel van mijn repertoire."

"Ik ben geen opa zoals ze in heel
wat boekjes beschreven worden.
Paardje rijden, op de schouder, op de knie,
knuffelen... Dat soort dingen doe ik niet.'

Boudewijn, de grootvader
Ik heb deze nieuwe cd opgedragen aan mijn kleinkinderen. Vier prachtige exemplaren en eentje nog op komst: Hoe ik ben als grootvader? Ik weet het eigenlijk niet. Ik ben geen opa zoals ze in heel wat boekjes beschreven worden. Paardje rijden, op de schouder, op de knie, knuffelen... Dat soort dingen doe ik niet. Omdat ik ook niet zo van het lichamelijke ben. Alweer iets te rationeel daarvoor, vrees ik. Ik communiceer erg graag met mensen. Dus ook met kinderen. En het gekke is dat ik daar moeilijk een onderscheid in kan maken. Dan doe ik pogingen om op kinderniveau met hen te praten, maar schakel heel snel over op een volwassener toon. Gelukkig vinden mijn kleinkinderen dat niet erg. Ze zijn dat intussen zo gewoon. Maar ik merk wel dat ze bij de andere opa toch meer op hun gemak zijn. Ik heb dat onwennige met elk klein kind trouwens. Hij kijkt altijd zo boos, zeggen ze dan. Terwijl ik dat niet eens zelf in de gaten heb. Ik ben geen uitgesproken oppasopa. En eigenlijk zie ik mijn kinderen en kleinkinderen veel te weinig. Ik ben zelf niet opgegroeid met sterke familiebanden, het zit ook niet zo in mijn karakter en ik denk dat ik dat ook weer heb doorgegeven aan mijn kinderen. Het leeft bij ons niet zo. En dat vind ik soms wel jammer. Ouder worden betekent niet dat je een punt zet achter je karakterontwikkeling. Dus probeer ik op dat vlak steeds weer mijn leven te beteren. Mijn kleinkinderen hebben mijn leven niet veranderd. Mijn kinderen daarentegen des te meer. Zowel logistiek als emotioneel. Plots kwam er een liefdesobject bij. Een extra wezen waar je hart naar uitgaat. Ik was nooit rechtstreeks betrokken bij de opvoeding van mijn kinderen, omdat ik telkens weer ging scheiden. Maar ik merkte wel dat ik door mijn kinderen zo enorm met mezelf werd geconfronteerd. Zonder kinderen denk je vlug: kan mij wat schelen, ik ben zoals ik ben. Met kinderen wordt dat anders. Omdat kinderen vaak niet begrijpen waarom je zo bent. En daar kun je niet langer achteloos overheen stappen. Kinderen hebben het recht om te weten waarom bepaalde dingen zijn zoals ze zijn. Je bent hen als ouder telkens weer die uitleg verschuldigd. Ook dat was vroeger anders. Dan werd je als kind afgescheept met 'omdat ik het zeg' of 'dat leg ik je wel uit als je groot bent'. Verschrikkelijk. Op een bepaald moment hou je dan ook op met vragen stellen en ga je je eigen conclusies trekken. Ook ik maakte dat als kind mee. Ook ik heb op bepaalde vragen nooit een antwoord gekregen. Over mijn moeder bijvoorbeeld."

" Ik zit nog steeds met vragen over mijn moeder
die stierf toen ik één jaar oud was. Hoe was ze?
En hoe zouden we samen zijn geweest?"

Boudewijn, de zoon
"Mijn moeder stierf in een Japans krijgsgevangenenkamp op Java toen ik één jaar oud was. Ik heb haar nooit gekend. Naar mijn gevoel begon mijn jeugd pas na de oorlog, toen ik met mijn vader, broer en zus in Nederland aankwam. We werden gedropt op verschillende adressen. Ik kwam terecht in Haarlem bij de tweelingzus van mijn vader, tante Alie. Zij was voor mij 'mama'. Ik was een gelukkig kind. De grote emotionele klap kwam pas op mijn achtste toen mijn vader hertrouwde en ik plots een stiefmoeder had. Ik moest weg bij mijn tante en me neerleggen bij mijn nieuwe leven. Niemand vroeg me toeh of ik dat erg vond. In die tijd werd er sowieso niet op zo'n manier met kinderen gepraat. Ik heb in mijn jeugd nooit geleerd dat een hechte emotionele band met iemand een leven lang kan duren. Dat gevoel van ongebondenheid zit me in de genen. Vandaar ook dat een vaste relatie aangaan voor mij nooit gemakkelijk is geweest. Ik koesterde mijn relaties niet. Zodra het slecht ging, kapte ik ermee. Ik heb veel periodes in mijn leven zonder omkijken afgesloten. Beelden van je kindertijd zouden scherper worden naarmate je ouder wordt. Ik weet niet of dat zo is. Maar je bent met het klimmen der jaren wel intensiever met je kindertijd bezig. Je probeert steeds meer details terug te halen. Ik zit nog steeds met vragen over mijn moeder. Hoe was ze? En hoe zouden we samen zijn geweest? Mijn vader was een lieve maar gesloten man. Praten over gevoelens of emoties, daar had hij het erg moeilijk mee. Ik kon dus ook met mijn vragen niet bij hem terecht. Het feit dat ik mijn moeder niet heb gekend is geen trauma voor me. Eerder een stil verdriet."

Boudewijn, het zondagskind
"Ik ben op zaterdag geboren, aan de andere kant van de wereld. Dus toen was het in Nederland vrijdag. Ik ben nergens een zondagskind. Maar ik heb wel het gevoel dat er veel dingen in mijn leven gelukt zijn. Ik ben niet door pech achtervolgd. Ik heb nooit echt héél hard moeten knokken. Alles kwam op me af. En lukte er iets niet, dan had ik daar vooral zelf een hand in. Ik mag mezelf gelukkig prijzen. Ook nu nog. Ik kan nog steeds de dingen doen die ik het liefste doe. Mijn kinderen zijn niet van me vervreemd. En ik heb nu al jaren een relatie die wél werkt. Na enkele huwelijken en een aantal relaties ben ik er nu zeker van dat ook dat goed zit. Dingen die in het leven van heel wat andere mensen fout lopen, zijn bij mij uiteindelijk goed gegaan. Al dat positivisme, ik moet oppassen dat ik er niet zelfgenoegzaam van word. Ik kan niet zeggen dat ik er dankbaar voor ben. Ik zou niet weten tegenover wie. Er is geen hogere macht waar ik in geloof. Maar ik besef wel dat ik het op zoveel vlakken zoveel beter heb dan vele anderen."

Lage Landen, de nieuwe cd van Boudewijn de Groot ligt nu in de platenwinkel. Tegelijk verscheen zijn boek Hoogtevrees in Babylon. Alle eigen teksten van 1963 tot en met 2006, uitgeverij Tirion, ISBN 9789 4391 9402 €19,95


Omhoog
Terug