Wat de Nederpop betreft vindt Witheek dat we droeve tijden beleven. Er zit een veel te
duidelijke stagnatie in de ontwikkeling van de Nedertwienermuziek. Een stagnatie die
eigenlijk nergens voor nodig is. Een malaise die er helemaal niet mag wezen. Als de nood
het hoogst is, is de redding nabij zeggen sommige mensen dan wel eens. Jawel, jawel, maar
daar merkten we nog niet zo erg veel van. Maar van de week werd dat tamelijk anders. Van de
week kwam er namelijk een Elpee bij ons binnen waaraan duidelijk te merken is dat die
stagnatie in de Nederpop er inderdaad helemaal niet hoeft te wezen. Een Elpee die duidelijk
laat zien dat we niet voor niks zitten te schreeuwen dat het met die Nederpop te gek wordt.
Een Elpee waarop gewoon de dingen gedaan worden die allang gedaan hadden moeten worden.
Het gaat hier om de Elpee 'Picknick' van BOUDEWIJN DE GROOT en zijn vrienden. De
Witheeklezer zal weten dat we tot nu toe echt niet van enthousiasme over Boudewijn uit
elkaar gesprongen zijn. Boudewijn kon er wat van, daar was iedereen het over eens, maar de
sfeer had ons meestal niet zo verschrikkelijk veel te vertellen. Boudewijn werkte ook
eigenlijk niet zo in de sfeer van de zgn. Nederbeat die behalve volle enthousiaste zalen
ook dit krantje zo bezig houdt. Maar evengoed flikt Boudewijn het toch maar even om een
plaat te maken en daarop precies die dingen te doen die de zgn. Nedertopgroepen al lang
hadden moeten doen. Deze plaat kan zonder meer een NEDERPOPLES van BOUDEWIJN genoemd worden.
Hoewel we nooit zo heel erg kapot geweest zijn van Boudewijns werk, wisten we best dat
Boudewijn een rustige, erg aardige jongen was. Een vriendelijke jongen die zich niet te
veel problemen maakte, maar evengoed rustig precies de dingen deed die hij leuk vond.
Zo verbond hij zich bv, niet met een manager, maar hield zijn zakelijke verplichtingen met
Lennaert in eigen hand. Ook bij het maken van platen ging hij meer dan wie in Nederland
zijn (en Lennaert's) gang. Lennaert schreef teksten, Boudewijn keek om naar een muziekje en
zonder de gebruikelijke paniek werd het zaakje in het vinyl gegrift. Boudewijn maakte zijn
muziek, maar hield de verdere popscene ondertussen terdege in de gaten (zo kwam hij nog eens
zeer enthousiast uit Engeland terug om ons de pas verschenen eerste Jimi Hendrix plaat te
laten horen). Hij wist terdege wat er te koop was toen hij deze plaat ging maken en heeft
bruikbare elementen van buiten op een goede manier gekombineerd met de eigen inbreng.
Bovendien heeft de kombinatie De Groot/Nijgh net zo lang gewerkt tot er ongeveer tot stand
was gekomen wat ze voor ogen hadden. Nu is het zeker waar dat Boudewijn zich in de gelukkige
positie bevindt dat de meeste mensen die over zijn platen gaan wel degelijk naar hem
luisteren, omdat zijn vroegere werk altijd zeer goed verkocht heeft.
Deze situatie is natuurlijk niet voor iedereen haalbaar, maar dat neemt niet weg, dat het
voor zeer veel Nederpoppers ook haalbaar ia, en dat er daar toch niets gebeurt.
Toen Boudewijn en Lennaert de Elpee Picknick gingen maken hebben ze duidelijk naar een
geheel toegewerkt; niet een verzameling liedjes, maar muziek die een eenheid vormt. Na wat
zwoegen was er genoeg materiaal en werd er gedacht aan een goede produktieformule. Wat de
begeleiding betreft zijn er voor het eerst in Nederland instrumentale topkrachten uit zeer
verschillende groepen opgetrommeld om de studiobacking net even oorspronkelijker en feller
te maken dan met de gewone studioschnabbelaars mogelijk is. Zo zijn topgitaristen John
Schuursma en Eelco Gelling te horen naast zo maar in eens Elly Nieman, terwijl ook drummer
Kees Kranenburg jr. duidelijk te horen is. Bert Paige schreef zoals gewoonlijk zeer goede
arrangementen, maar zonder de aparte aanpak van de plaat zouden ze beslist minder leuk naar
voren gekomen zijn. Een en ander liep allemaal natuurlijk ook erg soepel door de
aanwezigheid van producer Tony Vos, maar nogmaals, het is bij deze plaat de aanpak, het zijn
de ideeën die de plaat gemaakt hebben. Natuurlijk, zo hoort het ook. Maar zo gebeurt het
vrijwel nooit.
We hadden het over Boudewijns plaat kunnen hebben als over een Nederpopsensatie, maar die
term hanteren we liever niet meer. Het is een uitstekende plaat, een plaat zoals er meer
moeten komen. Als er geluld wordt over Nederpop op internationaal niveau moet naar deze
plaat geluisterd worden. We bespreken de plaat nu niet verder per nummer. Dat komt later
misschien nog, het allerbelangrijkste vinden we de werkwijze en de afwerking. Die zich
voortzet tot de hoesuitvoering (de tekening van Simon en Marijke lusten we niet zo erg,
maar hij springt duidelijk boven het normale peil uit), waar alleen nog wat meer gegevens
over de backingsmusici hadden moeten staan . Het nummer van de plaat is NU 370 016, het
label is Decca. Het is luisteren geblazen.
|
|