Boudewijn & Marcel

Bloedverwanten

auteur: Bert Bukman
geplaatst in: HP / De Tijd, vrijdag 11 maart 1994

Boudewijn de Groot (1944) is zanger. Hij maakte in dejaren zestigfurore met nummers als 'Welterusten meneer de president' en vertolkte de hoofdrol in de musical 'Tsjechov'. Zijn zoon Marcel (1964) is zanger/gitarist en presenteert het programma "Music Scene'op RTL 5.

Marcel: jk lijk op mijn vader. Uiterlijk - daar word ik tot vervelens toe mee geconfronteerd maar ook in veel andere opzichten. We zijn allebei bijvoorbeeld erg introvert. Dat vind ik prettig, om eigenschappen van mezelf die ik niet zo waardeer bij hem terug te zien. Het geeft een verklaring voor mijn gedrag, los van de vraag of ik er vrede mee heb of niet.
Ik heb lange tijd enorm tegen mijn vader opgezien. Hij had bereikt wat ik wilde bereiken, hij schreef en zong zijn eigen liedjes, hij begeleidde zichzelf daarbij op de gitaar en hij had er succes mee. Ik was vier toen mijn ouders uit elkaar gingen. Ik ging bij mijn moeder wonen en misschien heeft zijn afwezigheid er wel mee te maken dat ik hem begon te verafgoden. Ik vond het destijds al belangrijk om aardig gevonden te worden, maar van Boudewijn wilde ik bovendien erkenning. Dus plaatste ik mezelf in een ondergeschikte rol.
"Die erkenning kreeg ik niet, althans niet naar mijn gevoel. Ik meende te beluisteren: 'Kom niet te dichtbij, stel je niet aan.' Ongrijpbaar, vond ik hem. Op een dag ontdekte ik dat mijn jongere broer Jim hetzelfde had bij mij. Hij is zeven jaar jonger dan ik, en die stoere broer met zijn blitse gitaar, dat vond hij wel wat. Hij was idolaat van me, en dat was heel benauwend. Toen ging er ineens een belletje rinkelen - ik had een verklaring gevonden voor een probleem dat jarenlang had gespeeld. Nu kijk ik niet meer tegen Boudewijn op, ik respecteer hem.
"Mijn muziek verschilt sterk van de zijne. Het grootste verschil is dat ik uitga van een elektrische gitaar en dus veel meer decibellen produceer. Toch hebben we een aantal malen samen opgetreden, De wereldprimeur was bij Karel van de Graaf, op TV, samen met Jim. We zongen driestemmig en het klonk prachtig. Later hebben we nog een groot optreden in Brussel gedaan, waarin we Eva speelden, van de LP Picknick, wat ik zijn meest gedurfde LP vind, en Het land van Maas en Waal, een nummer dat me minder aanspreekt. Als ik Boudewijn was, zou ik er niet zo gelukkig mee zijn bekend te worden met zo'n lied. Ook al zou ik zelf best weleens een carnavalsplaat willen maken.
"Het was magisch, het optreden met Boudewijn, en ik wil het dan ook niet meer te vaak herhalen. De platenmaatschappij zou graag een opname maken, maar dan gaat de magie verloren. Trouwens, Boudewijn heeft ook een keer in mijn programma opgetreden, iets waar ik erg trots op was. Ik heb hem zo lang bewonderd om wat bij bereikt had, en nu trad hij op bij mij! Dat was een historisch moment.
"Boudewijn en ik hebben samen op de planken gestaan, in de musical Tsjechov. Hij in de hoofdrol, ik in allerlei flgurantenrollen. Dat was bijzonder leerzaam, moet ik zeggen. Het was niet altijd even gemakkelijk, honderdvijftig voorstellingen overal in het land, met telkens dezelfde mensen, altijd diezelfide bus naar het theater, steeds weer diezelfde tekst opdreunen. Na tien voorstellingen was de lot er voor mij af. Maar Boudewijn ging gewoon door, honderdvijftig voorstellingen lang en zelfs nog een tweede ronde van honderd voorstellingen. Daar heb ik met veel bewondering naar gekeken. Ik heb respect voor zijn uithoudingsvermogen.
"Wat ik minder aan hem waardeer - maar dat is iets dat ik ook in mezelf bestrijd - is zijn norsheid. Wij zijn beiden niet de meest open mensen die je kunt tegenkomen, en we hebben de neiging in ontspannen toestand zeer onvriendelijk te kijken, waardoor anderen geneigd zijn te denken: 'Hij moet me zeker niet.' Ik voel dat daardoor in zijn geval veel mensen worden afgestoten.
Ik zeg het weleens tegen mezelf: 'Kijk nou uit met die smoel van je, want je jaagt iedereen weg. Diegenen die ik al in mijn hart gesloten heb, hoeven zich wat dat betreft geen zorgen te maken, maar ik kan me voorstellen dat ik in de loop der jaren allerlei mensen, die aardig, lief of gewoon handig waren geweest om te kennen, van me heb verwijderd. Ik weet niet wat het is. Ik denk dat het iets te maken heeft met wantrouwen tegen de buitenwereld."




Boudewijn: In '69 zijn Marcels moeder en ik gescheiden. Ik heb Marcel en Caya, zijn zus, in die periode erna aanvankelijk weinig gezien. Ik had een nieuwe vriendin, ik wilde mijn vorige leven achter me laten en onherroepelijk betrek je daar toch ook de kinderen bij. Het ging ronduit stroef in die tijd; ik wilde afstand en daar hebben de kinderen beslist van te lijden gehad. Later, toen ik in rustiger vaarwater kwam, werd het contact beter en positiever en regelmatiger.
"Ik heb nooit overwogen de zorg voor Marcel en Caya op me te nemen. Ik denk ook niet dat Anneke, hun moeder, dat goed zou hebben gevonden. En als ik kijk naar wat er van ze geworden is, dan is het maar beter. Opvoeden, dat was mij nooit gelukt. Nu misschien wel, maar destijds zeker niet. Ik ben erg traag in dat soort dingen. Ik ben pas sinds een aantal jaar oud en wijs, terwijl ik toch binnenkort vijftig word.
"Ik weet dat Marcel mij in een bepaalde fase van zijn leven heeft verafgood, omdat hij het mij heeft verteld, maar toen het aan de orde was, had ik het niet in de gaten. Ik interpreteerde het als de normale onzekerheid van iemand die net begint. Wat daarbij meespeelt, is dat ik lange tijd niet zo'n hoge pet heb opgehad van mijn eigen kwaliteiten. Ik ben naar mijn gevoel altijd iemand geweest die op het juiste moment met het juiste repertoire kwam, en die bovendien werd gesteund door talentvolle vrienden als Lennaert Nijgh.
"Ik zie mijn loopbaan als een combinatie van geluk en talent, en je kunt natuurlijk niet van iemand eisen dat hem hetzelfde overkomt. Integendeel, het feit dat het Marcel minder makkelijk afgaat dan mijzelf, confronteert me ermee dat ik een succesvolle zanger ben geworden zonder er iets voor te hoeven doen, zonder dat ik het eigenlijk wilde zelfs. Wat dat betreft vind ik het een goede zaak dat Marcel dingen buiten de popmuziek doet, al vind ik dat TV-programma van hem niet zo geweldig. Het signaleert uitsluitend en als dat de opzet was, is het geslaagd, maar daarmee is het nog niet een programma dat ik goed vind. Als ik Marcel was, zou ik niet gelukkig zijn met die oppervlakkigheid.
"Wat ik wel van Marcel kan eisen, is dat hij zijn talent zo goed mogelijk gebruikt. In een aantal opzichten is hij talentvoller dan ik, hij speelt bijvoorbeeld veel beter gitaar. Maar aan zijn optreden op het podium kan wel het een en ander worden verbeterd. Hij is nog te bang voor het publiek, dat zie ik aan zijn ogen. Daaraan kun je de onzekerheid van elke artiest aflezen. De eerste keer dat we met z'n drieën optraden, Marcel, Jim en ik, vond ik heel ontroerend, ook al had hij toen ook die angstige blik. Ik kreeg er kippevel van, zo harmonisch als die stemmen bij elkaar klonken. je kon de bloedverwantschap erin horen, de overeenkomst in de genen.
"Marcel is zelfverzekerder dan ik, dat zie ik op TV en in de zaal. Ik was vaak ontzettend gespannen voor optredens, zo gespannen dat ik er verstard en onpasselijk van werd, en dikwijls haakte ik op het laatste moment af Marcel niet, die gaat altijd door. Laatst nog moest hij een speechje houden bij een uitzending van Klasgenoten waarin ik optrad, en dan zie ik dat hij even nerveus is als ik zou zijn, maar dat hij de kracht heeft om er doorheen te breken.
"Wat ik minder aan Marcel waardeer, is zijn gebrek aan verantwoordelijkheidszin. Als jongen wilde hij nooit mee naar zijn oma, mijn moeder, terwijl zij en ik dat toch ontzettend graag hadden gewild. Maar hij had er geen boodschap aan. Aan veel sociale contacten niet trouwens, tenzij onder bepaalde voorwaarden en onder bepaalde omstandigheden, die mij toen niet helemaal duidelijk waren en nu eerlijk gezegd nog steeds niet. Hij verdomde het gewoon. Het kan wilskracht zijn geweest, maar ik houd het erop dat het een vorm van onvolwassenheid was, die nu plaatsmaakt voor meer begrip en respect voor anderen.
"Marcel heeft sinds een half jaar een dochter, en dus ben ik grootvader. Dat is een wonderlijk gevoel. Er is een kind bijgekomen. Ik voel dat het niet mijn kind is, maar tegelijkertijd voet ik dat het wel iets met mij te maken heeft. Er wordt iets doorgegeven, een lijn wordt doorgetrokken, een familieband leeft voort - zoiets.
"Bij mijn eigen kinderen had ik dat niet, daarvoor was de directe betrokkenheid te groot. Om je eigen kinderen ben je te bezorgd. Kinderen confronteren je ook zoals het cliché wil - met jezel£ Voor Marcel heb ik mijn karakter een beetje moeten veranderen. Het ligt in mijn aard om af te wachten: als mensen problemen hebben, dan melden ze dat maar en anders interesseert het me niet. Bij mijn eigen kinderen kan ik me dat natuurlijk niet permitteren.
"Van je kleinkinderen kun je misschien wel meer genieten dan van je kinderen. Afstand aan de ene kant en betrokkenheid aan de andere kant, daar heeft het iets mee te maken, het grootvaderschap. Hoe dan ook, het is een warm gevoel. Iets universeels. Een soort oergevoel, zou je kunnen zeggen."


Omhoog
Terug