'Andere Tijden' is niet alleen de titel van de show waarmee Boudewijn de Groot
zaterdag de Stadsschouwburg Velsen aandeed. De kreet geldt sinds jaar en dag als
het watermerk waaraan de samenwerking tussen de zanger en zijn vaste
tekstschrijver Lennaert Nijgh te herkennen is. Sinds 'Er komen andere tijden',
Nijghs vertaling van Dylans 'The times they are a-changing' duikt de
boodschap keer op keer weer op. Zo ook in Velsen.
Boudewijn de Groot met 'Andere tijden'
Muzikanten: Ernst Jansz (piano), Jan Hendriks (gitaar),
Jan de Hont (gitaar), Lené te Voortwis (bas),
Åke Danielson (keyboards, accordeon, glasorgel),
Monique Lansdorp (viool), Mark Stoop (drums).
Gehoord: zaterdag 9 februari, Stadsschouwburg Velsen.
Nog te horen: 26/2 Kennemer Theater Beverwijk,
9 en 10/4 Stadsschouwburg Haarlem,
11/6 De Meerse, Hoofddorp.
Andere Tijden is tevens de titel van de te verwachten nieuwe cd met teksten van
Nijgh. In dit programma hadden eigenlijk die liedjes centraal moeten staan.
Alleen: Lennaert heeft - op een enkeling na - de teksten nog niet af.
Het schrijven laat zich niet bespoedigen door vastgelegde theatertournees of
afspraken met platenmaatschappijen - niet bij Nijgh.
Staat Boudewijn de Groot daarmee met lege handen in de zaal tijdens deze tour?
Nee, dat nou ook weer niet. Begeleid door een band met prachtmuzikanten
(half Doe Maar, een glansrol voor violiste Monique Lansdorp) is er ten eerste
ruimte voor een mooie doorkijk op het oude werk, beginnend met de allereerste
hit: Een meisje van zestien.
Er kan gemijmerd worden bij Avond, volgens Boudewijn een favoriet onder
mannen met relatieproblemen en aldus vanavond aan hen opgedragen. Er zijn:
De reiziger, Een wonderkind van 50, het monumentale De engel is
gekomen (Danielson op glasorgel), Malle Babbe natuurlijk (wéér in de
voor Boudewijn de Groot kenmerkende gekuiste versie) en Testament.
En het is Leonardo, waarin het publiek luidkeels de rol van de boze
bevolking van Florence mag vertolken: 'Leonardo is een tovenááár!!!'
Opvallend is - luister naar oude opnamen - dat de stem van de zanger in al die
jaren nauwelijks is veranderd: toen al dat bijna afgebeten, keurige Heemsteeds,
nú nog steeds. In de toegift zingt hij De Kater, het liedje waarmee het
allemaal begon, in een rolletje als troubadour in een film van - toen nog -
filmacademiestudent Lennaert Nijgh. Hier in Velsen, in een fraai decor van 31
hanglampen, is het niet eens zo moeilijk om je de 'late puber' van toen in de
Boudewijn van nu voor te stellen.
Maar Andere tijden is nadrukkelijk meer dan een terugkijken op oud werk.
Naast Nijgh vroeg De Groot ook Jan Rot en Freek de Jonge teksten te leveren.
Vooral die van De Jonge blijken de zanger wonderlijk goed te passen.
De vondeling van Ameland bijvoorbeeld, een ontroerend accordeon-liedje
over een aangespoeld baby'tje dat wordt gevonden, meegenomen en verzorgd door een
jutter. De bevolking spreekt er schande van. Jaren later loopt de jongen naakt
terug de zee in, zijn dood tegemoet. Zwembadpas handelt over Kees, de
verslaafde zwerver die vroeger als jongen al een buitenbeentjes was.
Beide nummers verdienen met recht een plaats tussen de echte Boudewijn de Groot-
klassiekers.
En nieuws van Nijgh? Laat het water open een liefdesbetuiging aan de zee,
telt voor een halve niet echt nieuw, maar nooit eerde opgenomen. De andere twee
zijn melancholische pareltjes. In Nergens heen wordt de laan bezongen
waar Boudewijn en Lennaert samen opgroeiden - Heemstede, jaren vijftig; op
straat kon nog worden gevoetbald. De Winter is een ontroerend lied van
spijt. Het maakt de cirkel - wat watermerk betreft voorlopig rond met de
tekstregel: 'Ik heb door zoute tranen heen andere tijden gezien'.
'Er komen andere tijden' mag dan steeds vaker 'er wáren ander tijden' zijn,
het watermerk is er niet minder helder van geworden.
|
|