Boudewijn de Groot geeft prijs Olifant weg aan nieuwe Stadsschouwburg

Straks denk ik: 'Kijk, mijn lampjes'

auteur: Michèle Elkerbout, Foto: United Photos/Marco de Swart
geplaatst in: Haarlems dagblad, vrijdag 7 juli 2006

Haarlem - Zanger Boudewijn de Groot heeft gisterochtend 4500 euro geschonken aan de Haarlemse Stadsschouwburg voor een nieuwe kroonluchter. Het geld heeft De Groot gewonnen met De Olifant, de kunst- en cultuurprijs van deze krant.
In een uniek decor - het podium van de handeling was de kaalgeslagen schouwburgzaal, met vrij zicht op de Leidsevaart - overhandigt De Groot het geld aan directeur Jaap Lampe en VVD-wethouder Chris van Velzen van cultuur.
De plek waar het nieuwe podium wordt gebouwd, is momenteel niet veel meer dan een grote, diepgelegen zandbak. De bouwvakkers hebben het werk eventjes stilgelegd en kijken geamuseerd toe, van onder de nog te restaureren balkons.
Een kleine speurtocht volgt om precies vast te stellen wáár de kroonluchter zal komen te hangen. Het nieuwe pronkstuk blijkt in het midden van de gerenoveerde de zaal te komen.
De Groot hád het geld dat hij heeft gewonnen ook in eigen zak mogen steken, dat staan de regels van De Olifant tegenwoordig toe. Maar hij koos ervoor het te schenken aan een cultureel doel. Maar welk doel? Er is goed over nagedacht. "Het moest iets materieels worden, niet iets eenmaligs. Ik heb aan een standbeeldje gedacht, maar dat zou te veel over één persoon gaan. Vervolgens leek het me wel aardig een rij stoelen te sponsoren, dat zie je wel vaker. Maar dat zou uiteindelijk weer verloren gaan in het grote geheel. Vanuit de schouwburg werd toen het idee van de kroonluchter geopperd. Dat sprak me gelijk aan."
De band die de zanger met de Stadsschouwburg heeft is sterk en dateert uit zijn jeugdjaren. Als kleuter wandelde De Groot van de nabijgelegen Emmakade naar de kleuterschool, die naast de schouwburg lag.
"Twee jaar lang kwam ik hier bijna dagelijks langs. Ik vond het een groot, streng en somber gebouw. Eng, maar ook imposant. Ik was er in elk geval van overtuigd dat er binnen vast héél enge dingen zouden gebeuren."
Zijn allereerste kijkje binnen de muren van het grote strenge gebouw was ook al niet echt geruststellend. "Toen was ik vijf jaar oud, en gingen we naar de kindervoorstelling van De Gelaarsde Kat." Hij draait om en wijst naar de restanten van het bovenste balkon. "Dáár zat ik dus. Ik dacht: 'Oh mijn God', wat is het hier diep! Het was hierbinnen dus ook eng. Maar het was een leuk toneelstuk, dus ik vond het ook fascinerend."
Jaren later, als leerling van het Coornhert Lyceum, had De Groot een hernieuwde kennismaking met de schouwburg. "Ik was inmiddels groter, de wereld was kleiner en de schouwburg was helemaal niet eng meer. Ik liep binnen en vond het meteen knus, gezellig, rustig en warm."
De Groot was dan ook geschokt toen hij hoorde van de aanvankelijke plannen om de schouwburg te slopen. "Ik schrok me dood. Dat mag niet gebeuren, was het eerste wat ik dacht. Gelukkig is dat plan weer van tafel geveegd. Ik ben heel benieuwd hoe het er straks gaat uitzien. Op de tekeningen kwam het op me over als een harmonieus geheel."
Dat de schouwburg dringend aan een opknapbeurt toe was, heeft De Groot aan den lijve kunnen ondervinden. Hij wijst op het frisse windje dat door de 'zaal' waait - omdat de gevel er niet meer in zit. "Precies zo'n windje stond hier dus ook op het podium. Het tochtte enorm. Vooral in de hoek waar de pianist zat. Die had het altijd koud."
Het is de bedoeling dat de verbouwing van de schouwburg er in september 2007 op zit. Wanneer De Groot hier voor het eerst het nieuwe podium zal betreden, weet hij nog niet. Wel verheugt hij zich er nu al op. "Het is toch een leuke gedachte dat ik, elke keer als ik hier sta, de zaal in kijk, die kroonluchter zie en denk: Kijk, dat zijn ook mijn lampjes."


Omhoog
Terug