Bij het Indisch Monument in Den Haag is gisteren de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945
herdacht. Met premier Balkenende, Boudewijn de Groot en weer méér – duizenden – belangstellenden.
Een in verschillende opzichten warme bijeenkomst.
DEN HAAG | Boudewijn de Groot is een kampkind, gonst het bij het Indisch Monument. Een aantal
mensen wist het al, anderen niet. Zanger/acteur Boudewijn de Groot was twee toen hij vanuit 'een
geteisterd en dolend Indië' naar Nederland kwam. "Hoewel in de oorlog geboren, ken ik deze alleen
maar van herdenkingen. Van avonden waarop het om klokslag acht uur altijd windstil werd. En altijd
ging het over de oorlog in het land waar ik nu woon. Aan de oorlog in het land waar ik vandaan
kwam, werd slechts vaag gerefereerd", zegt De Groot tijdens de voordracht die hij houdt bij de
jaarlijkse herdenking van de capitulatie van Japan bij het Indisch Monument bij de Waterpartij in
Den Haag. In zijn gehoor premier Balkenende, minister van defensie Korthals, staatssecretaris Ross
van volksgezondheid, welzijn en sport, leerlingen van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum (VCL), die
het monument hebben geadopteerd, en duizenden directbetrokkenen, nabestaanden en
belangstellenden.
                   
                
Zanger/acteur Boudewijn de Groot haalt
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
          
als kampkind een lied aan dat hij voor zijn
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
                   
          
in juni 1945 overleden moeder schreef.
Een vrouw veegt tranen uit haar gezicht als De Groot citeert uit een lied dat hij samen met een
vriend schreef 'voor mijn eigen dodenherdenking'. "De dodenherdenking van mijn moeder, 22 juni
1945. Nederlands-Indië, m'n moeder, Ik mis ze soms, maar ik weet er weinig van". Boudewijn de
Groot omschrijft het als een lied van een kind zonder moeder voor een moeder zonder kind. "Een
facet van de oorlog samengevat in één zin. En wellicht dat ik ooit, oud en verteerd, op het
laatste momen nog als een kind zal roepen: 'Ik wil mijn moeder terug!'" Instemmend geknik vanonder
de volle zon op het grasveld bij het monument.
Winnie Sorgdrager
Tweeduizend stoelen zijn er neergezet, vijfhonderd meer dan vorig jaar, en allemaal zijn ze bezet.
Naast de stoelen vele honderden mensen die de ceremoniële kranslegging volgen. Tijdens de
bijeenkomst in het Nederlands Congres Centrum, traditiegetrouw vóór de kranslegging, heeft
oud-minister van justitie Winnie Sorgdrager – haar vader werd door de Japanners gedwongen aan de
Birmaspoorlijn te werken en haar moeder heeft in een kamp gezeten – in een toespraak een beeld
gegeven van die tijd. "Ik ben er dankbaar voor dat ik heb kunnen studeren. Ik weet dat er veel
vrouwen zijn, zoals mijn moeder, die eigenlijk geen jongemeisjestijd hebben gehad. Met 14 jaar in
het kamp, op je 18de eruit, met 19 getrouwd en nog voor je 21ste een kind. Een man die moet
studeren, maar heel veel ziek is, als gevolg van de oorlogstijd".
Sorgdrager vertelt over haar beide zonen die in Japan het museum in Hiroshima bezochten dat is
gewijd aan de atoombom. Ze misten er de context, waarin de bom is gevallen. "Geen melding van
Pearl Harbour, niets over Indië. Het is jammer dat op deze manier Japanse jongeren onvoldoende
worden geconfronteerd met hun eigen geschiedenis. Dat die gecompliceerd is, moet daarvoor geen
beletsel zijn. Ook onze geschiedenis is dat. In Nederland waar we ook nog steeds bezig zijn met
de verschillende aspecten van onze verhouding tot Duitsland en de Duitsers. In Indonesië, waar
onze vrijheid werd afgenomen door de Japanners, maar waar we zelf ook de rol van koloniale
mogendheid vervulden. Waar we – terecht – onszelf nu kritisch bekijken en ons afvragen of we toen
met het begrip 'menselijke waardigheid' zo zijn omgegaan als we nu van anderen vragen daarmee om
te gaan. Een zoektocht, die niet moet eindigen in een schuldcomplex, maar in een volwassen manier
om met andere culturen om te gaan". Na de voordracht door Gilius Grutterink, leerling van het VCL,
het Indisch Onze Vader, het luiden van de Indische Klok, één minuut stilte, het hijsen van de
vlag en het Wilhelmus, wordt een groot aantal kransen gelegd, waaronder die door betrokkenen en
premier Balkenende en staatssecretaris Ross namens de regering. Het reclamevliegtuigje met een
spandoek van http://www.svjappenkamp.nl/ – van de
Stichting Vervolgingsslachtoffers – is dan al uit het zicht verdwenen.
|
|