'Ik zou het ontzettend leuk vinden mocht er een God zijn die dit allemaal heeft
bedacht'
auteur: Rudy Vandendaele
geplaatst in: Humo, dinsdag 13 maart 2007
Na tweeënzestig jaren in dit leven: BOUDEWIJN DE GROOT
In de lounge van het Plaza Hotel in Antwerpen maken chassidim zich op voor een
huwelijksfeest: het is twee uur 's middags en het blijmoedige 'Hava Nagila'
hangt nu al in de lucht. Omdat nakend feestgedruis en de toeloop van feestgangers
niet bevorderlijk zijn voor de concentratie tijdens interviews, heeft Boudewijn de
Groot (62) in de verlaten ontbijtzaal van het hotel plaatsgenomen. Hij kijkt alsof
hij zich wel iets aangenamers kan voorstellen dan de beslommeringen van een
interviewsessie waarbij hij urenlang mijn vakbroeders en mij te woord moet staan.
Maar zijn nieuwe cd, 'Lage Landen', moet nu eenmaal gepromoot worden, en
bovendien is er ook een boek uit waarin alle liedteksten van zijn hand gebundeld
zijn: 'Hoogtevrees in Babylon'. Ook ik denk professioneel:
'Vooruit dan maar.'
Toen 'Lage Landen' nog een toekomstplan was, hoorde Boudewijn de Groot een sound die
hem erg beviel: die van de cd 'Folk is the New Black' van Janis Ian, een
geluid uit Nashville.
BOUDEWIJN DE GROOT " 'Lage Landen' is gemixt in Nashville, onder leiding van
Chad Hailey, de geluidstechnicus en mixer van 'Folk is the New Black'. Ik vond de
sound van die Janis Ian-cd zo mooi omdat het heel direct klinkt, en heel dicht in de
speakers zit. 't Is een heel brede, volle, zelfs vette sound, hoewel er soms maar
twee, drie instrumenten worden gebruikt. Die cd maakt je rustig, en dat wilde ik ook
bereiken. Ik had een cd voor ogen die je niet afleidt als je hem op de achtergrond
afspeelt, een geruststellend geluid waarin je zachtjes opgenomen wordt."
HUMO 'Lage Landen' stond meteen op één in de Nederlandse Album Top 100. Is dat na
tweeënzestig jaren in dit leven niet wonderlijk?
DE GROOT " Het ligt volgens mij in het verlengde van de hernieuwde belangstelling
die ik nu al een jaar of tien mag meemaken. Tien jaar geleden besliste ik om opnieuw
op tournee te gaan: de zalen bleken telkens weer uitverkocht te zijn, en dat is
sindsdien zo gebleven. Óók tot mijn verrassing, overigens."
HUMO Het zijn natuurlijk vooral de babyboomers die nog cd's kopen.
DE GROOT "Ja, ik denk dat mijn publiek wat minder overweg kan met computers,
en ook minder geïnteresseerd is in het hele computergebeuren - zeker in het fenomeen
downloaden zijn ze nog niet echt thuis. En misschien stelen ze ook liever geen
muziek, om ethische redenen. De jongere generatie heeft daar vermoedelijk minder
scrupules over. Het internet heeft alles zo bereikbaar gemaakt. Het idee dat er aan
liedjes arbeid ten grondslag ligt, waar dan auteursrechten tegenover staan, komt bij
heel veel mensen niet meer op. Zelf vind ik het nog steeds leuk om een cd zelf te
kopen - het object op zich is me dierbaar, ik wil zien wat ze ervan gemaakt hebben."
HUMO Ik veronderstel dat je bij elke cd naar inhoudelijke samenhang streeft,
naar een overkoepelend idee dus. Wat houdt 'Lage Landen' bijeen?
DE GROOT "Als ik een cd wil maken, probeer ik eerst domweg goede teksten te
vinden. Dat kost me altijd weer moeite. Voor 'Lage Landen' heb ik er uiteindelijk
dertien bijeengeschraapt - ik gebruik ze dan ook alle dertien, en als ze geen
duidelijke samenhang vertonen, vind ik dat niet erg. Ik wist al heel snel dat de cd
'Lage Landen' zou gaan heten. Dat zie ik niet als een ode aan Nederland en
Vlaanderen: er staan geen lofliederen op. Ik heb het meer over mijn artistieke
voedingsbodem, mijn inspiratie, en over het decor waarin alle liedjes die ik
gezongen heb zich afspelen."
Neerlands bloed
HUMO De titelsong neemt aan het eind zelfs een wrange wending: 'Uit
ineengeslagen handen vloeit steeds vaker Neertands bloed.'
DE GROOT " Het is een associatief lied: de glorie van de Gouden Eeuw zit erin,
de oorlog, en verder een typisch Nederlands fenomeen als maandag wasdag. Ik vermeld
er ook mijn eerste liefde in, die ik uiteraard in Nederland heb beleefd. Bij dat
alles hoort ook de actualiteit: het toenemende zinloze geweld. Ik heb geen somber
toekomstbeeld willen schetsen. Het had ook kunnen eindigen met 'Het komt allemaal
weer goed,' maar ik wou het vooral concreet houden, en daardoor kon ik niet om een
aantal slechte aspecten van de Nederlandse samenleving heen. Los van het feit dat
Nederland duidelijk drukker is geworden, merk je dat de agressie toeneemt of dat het
respect afneemt. Dat heeft er volgens mij mee te maken dat veel te veel mensen te
dicht op elkaar leven en wonen. Daar moet wel irritatie en wrijving van komen."
HUMO De kreet 'Nederland is vol!' schiet me ineens te binnen.
DE GROOT " Dat is een kreet "van extreem-rechts, waar ik me liever niet mee
associeer. Nederland is niet vol, maar het wordt wel steeds voller, en dus zullen de
mensen steeds voorzichtiger met elkaar moeten omgaan. Nederland zal op een bepaald
moment wel vol raken, maar dat geldt natuurlijk ook voor de rest van de wereld."
HUMO Hoe komt het dat je zoektocht naar geschikt tekstmateriaal altijd weer
moeilijk is?
DE GROOT "Iedereen die creatief bezig is, zit altijd tegen dezelfde vraag aan te
hikken: 'Wat ga ik nu weer maken?' Op zich is dat al behoorlijk lastig, maar 't wordt
nog moeilijker als je van anderen afhankelijk bent. Bij de teksten die ik toegestuurd
krijg - meestal komen die van goedbedoelende amateurs - zit zelden iets bruikbaars.
Daardoor vind ik het steeds leuker om zelf teksten proberen te schrijven."
HUMO Wat je tot nu toe zelf hebt geschreven, heb je gebundeld en geannoteerd in
het boek 'Hoogtevrees in Babyion'. Waarom wou je je teksten te boek stellen?
DE GROOT " Dat heb ik louter op verzoek van de uitgeverij gedaan, 't Is dus geen
eigen initiatief."
HUMO Bij het lezen van dat boek vroeg ik me af waarom je eigenlijk niet al je
teksten zelf hebt geschreven. In je prilste begin, in 1963, schreef je al teksten:
'Voor het raam' en 'Kater', twee liedjes die je zong in een korte
speelfilm van Lennaert Nijgh.
DE GROOT " Ik denk dat ik liever de bus neem dan dat ik loop (lachje).
In de tijd van dat filmpje zei een man ons dat we misschien samen aan liedjes
moesten werken, en van het ene kwam het andere. Had die man dat niet gezegd, dan
waren we misschien ook wel zelf op het idee gekomen, want Lennaert wist dat
ik melodietjes schreef en zong, en ik wist dat hij schreef: in de schoolkrant.
"Ondertussen vind ik zelf teksten schrijven erg bevredigend. Voor 'Lage Landen' heb
ik een appartementje gehuurd bij mij in de buurt. Daar fietste ik elke ochtend
naartoe, en ik ging aan het werk. Kantooruren. Ik ging dus zitten wachten op de
dingen die komen moesten."
HUMO In je boek heb je het een aantal keren over 'staren naar de witte muur'.
Is dat je methode?
DE GROOT " Ja. Dat wachten zie ik als een uitdaging van de inspiratie, 't Is
zo'n beetje als in de voetballerij: het geluk afdwingen."
HUMO Moetje ook op muziek zitten wachten?
DE GROOT " Dat ligt anders, want vrijwel altijd begin ik pas muziek te schrijven
als er een tekst is. Ik moet er beelden bij zien - in die zin schrijf ik bijna
altijd filmmuziek. Ook als de tekst niet anekdotisch is, maar veeleer een
sfeertekening, toch nog zal ik er personages bij proberen te zien. Liefst handelende
personages in een welbepaald decor. Pas dan weet ik waarover het gaat"
HUMO Is het werk van wijlen Lennaert Nijgh een norm in de keuze van je teksten?
DE GROOT " Lennaert kwam ook weleens aanzetten met teksten waar ik niets mee
aankon. Als ik zijn verzamelbundel lees, kom ik teksten tegen die ik gewoon lelijk
vind. Zijn norm is dus niet per definitie de mijne, alhoewel ik zijn werk vaker goed
vond dan dat van anderen."
HUMO Kun je iets zeggen over je norm?
DE GROOT " Neen, want die is volslagen intuïtief.
"Een paar maanden voor hij doodging vroeg Robert Long me of hij een tekst voor me
mocht schrijven. Dat wilde hij graag proberen, en ik vond het best. 'Kun je mij een
hint geven?' vroeg hij nog, en het enige wat ik wist was dat ik een cd ging maken
die 'Lage Landen' zou gaan heten. Een tijd later bezorgde hij me een tekst waar ik
niets mee kon aanvangen - op zich was het niet slecht maar ik zag er niets in.
Dat meldde ik hem. 'Wat moet er anders,' schreef hij terug, 'geef me een idee, zeg
me wat je wilt' En dat kon ik dus niet: ik kon die tekst niet voor hem - in theorie
- verbeteren. Ik kan iemand hooguit een idee geven, zoals ik tegen Lennaert ooit heb
gezegd: 'Schrijf eens iets over het land van Maas en Waal, of over de oorlog in
Vietnam en die Amerikaanse president die daar verschrikkelijke dingen doet'"
De Groot en de dood
HUMO De liedteksten van Freek de Jonge lijken je te bevallen: voor 'Het eiland
in de verte' schreef hij al 'De vondeling van Ameland' en 'De
zwembadpas', en op 'Lage landen' staan opnieuw twee teksten van zijn hand:
'De treinreis', over de dood, en 'Daar wil ik zijn', over het leven.
DE GROOT "Ja, 'Daar wil ik zijn' gaat over de drang om mensen te helpen en tot
steun te zijn, en daar zelf een levensdoel aan te ontlenen."
HUMO 'Daar wil ik zijn' is zowat het mentale zelfportret van Freek de Jonge.
DE GROOT "Ja, dat is helemaal Freek. Ontzettend positief ingesteld,
't Is niet voor niets dat hij op de televisie nog altijd allerlei acties of
demonstraties steunt: hij heeft daar een ontzettende behoefte aan. Hij wil zijn
talenten zijn kunde ten dienste stellen."
HUMO Schept het een band dat jullie generatiegenoten zijn?
DE GROOT " Niet per se. Dat gold ook niet voor Lennaert."
HUMO 'De treinreis' is een allegorisch lied over de dood. Hoe is het om, nu je
tweeënzestig bent, over de dood te zingen?
DE GROOT " Vreemd genoeg zie ik 'De treinreis' niet zozeer als een lied over de
dood. Ik zing die tekst meer als iemand die in een trein zit en een vreemde
ontmoeting heeft. Wie ik ontmoet maakt me echt niet uit - 't is dan wel de Dood,
maar in deze tekst is de Dood voor mij niet meer dan een figurant. Filosofische
vragen als 'Waar gaat het leven naartoe?' of 'Waarom zijn wij op deze wereld?' stel
ik niet."
HUMO Nooit?
DE GROOT " Neen. De zang erover in het lied 'Achter de hemelpoort'.
Ik hou me met zulke gedachten bezig als agnosticus, en dus niet als theïst of als
atheïst. Ik vind het leuk om daarover na te denken, en in gedachten te spelen met de
mogelijkheden die er zijn. Daar hoefje geen geloof voor aan te hangen."
HUMO Verder dan een spel gaat het dus niet.
DE GROOT " Ik kan er heel intens mee bezig zijn, maar ik trek er geen conclusies
uit laat staan dat ik er een levensstijl aan zou vastknopen. Agnosticus zijn is
uiteindelijk het makkelijkste, denk ik. Je gaat ervan uit dat je niet kunt weten of
God bestaat, terwijl atheïsten ervan uitgaan dat ze weten dat God niet bestaat wat
volgens mij óók een soort geloof is.
"Voor de dood kun je bang zijn of niet maar dat heeft in mijn geval niets met een
Godsgevoel of wat dan ook te maken. Natuurlijk ben ik in deze fase van mijn leven
meer met de dood bezig. Laat ik zeggen dat de nieuwsgierigheid groter wordt en dat
tegelijk de onzekerheid harder gaat knagen. De vraag 'Hoe gaat het gebeuren?' wordt
ook steeds actueler. En die vraag kan angstiger gedachten opleveren dan de
doodsgedachte zelf."
HUMO 'God' blijft wel een erg bruikbaar woord in liedjes, hè?
DE GROOT " Ja, iedereen weet precies waarover het gaat als je dat woord
gebruikt."
HUMO In 'Achter de hemelpoort' heb je het over Petrus die zegt dat hij nog nooit
van 'God' heeft gehoord.
DE GROOT "Jezus kent hij wel, 'maar zo heten er zoveel'. Aan het eind van dat
lied kom je erachter waarom hij nog nooit van God heeft gehoord. God blijkt zich
buiten de hemelpoort te bevinden: hij blijkt een echtpaar te zijn dat in een hut
woont. 'U zult vergeten wat u hier zag, opdat de rust niet wordt verstoord,'
zegt dat echtpaar. De strekking van dat lied is: het bestaan van God blijft ook na
de dood onduidelijk."
HUMO 'Achter de hemelpoort' is een talking blues in de trant van Dylan
geworden.
DE GROOT "Ja, dat idioom drong zich op: weinig afleiding in de muziek, maximale
concentratie op de tekst"
HUMO In 'Hoogtevrees in Babyion' vertel je een anekdote aangaande 'Moeder',
een erg mooi lied over je moeder, die je niet hebt gekend. Toen je het tijdens een
concert zong, zei een vrouw je achteraf dat ze je moeder achter je had zien
verschijnen. Je voegt eraan toe datje vatbaar bent voor zulke ideeën.
DE GROOT "Ik ben daar wel gevoelig voor, maar dat betekent nog niet dat ik er
ook in geloof. Ik zou het ontzettend leuk vinden mocht er een God zijn die dit
allemaal heeft bedacht, en er ook nog eens een doel mee heeft. Wéten wat dat doel
is, zou ik heerlijk vinden. En ik zou het ontzettend leuk vinden mochten mensen na
hun dood geesten worden, die nog steeds op één of andere manier aanwezig kunnen
zijn, als ze dat zouden willen. En op één of andere manier etherische contacten
zouden kunnen hebben met de levenden.
"Dat die vrouw die keer de geest van mijn moeder achter me had zien verschijnen,
vond ik dus een veeleer troostrijke gedachte. Vooral omdat ze dat gezien had toen
ik, tijdens het zingen, een huivering voelde, die ik meestal niet voel bij dat lied.
Ik dacht dat die huivering alleen maar een emotionele prikkel was, maar toen sprak
die vrouw me van die schim die ze had gezien. Daar ben ik dan toch wel even gevoelig
voor, maar ik ga daarom niet op slag geloven dat het ook zo is, laat staan dat ik me
daarna in de parapsychologie zou gaan verdiepen. Een spannend moment dat was het
wel."
De crisisjaren
HUMO Op 'Lage Landen' zing je drie teksten van Lennaert Nijgh, waaronder 'Het
jagen voorbij'. Is dat een lied over de bedaarde liefde?
DE GROOT "Ik zie het meer als een lied over berusting; de berusting van degene
- Lennaert - die weet dat er nog maar weinig veranderingen zullen komen, en dat het
lot uiteindelijk de sterkste zal blijken te zijn. Die berusting wordt dan als een
persoonlijke beslissing gepresenteerd, maar toch zit er ook spijt in. De liefde waar
hij z'n hele leven op heeft gejaagd, is hem wel niet ontsprongen, maar hij moet
inzien dat ze geen prooi is, maar een ongenaakbaar iemand die zich al lang niet meer
laat vangen. Ze blijven wel samen, daar aan de oever van dat meer."
HUMO 'Grijze dame', een lied dat je zelf hebt geschreven, en 'Zelden
kunnen praten', waaraan Jack Poels van Rowwen Hèze heeft meegeschreven, lijken
mij verwant: allebei zijn ze een terugblik op een slechte relatie.
DE GROOT "Ja, relaties die geen stand hebben gehouden. In 'Zelden kunnen praten'
zit genegenheid en respect, en alsnog erkenning van gemaakte fouten, terwijl uit
'Grijze dame' blijkt dat de wrok na al die jaren onverminderd is blijven bestaan."
HUMO 'Altijd samen' is voor jouw doen een erg rechttoe rechtaan liefdeslied voor
je vrouw. Meestal zit er een angel in je liefdesliedjes, of anders gaan ze over
eindeloos verlangen, maar dit keer dus niet.
DE GROOT "'Altijd samen' heeft me enorm verrast. Ik heb een ontzettende
bewondering voor positieve liefdesliedjes - ik heb altijd gedacht dat ik die niet
kon schrijven, en dat denk ik eigenlijk nog steeds. Gewoonlijk ben ik bang dat zulke
teksten in het poesiealbum horen, of op de scheurkalender, maar dit keer liet ik het
kennelijk toe: het overviel me. En 't valt eigenlijk best mee (lacht). Maar
ik blijf zuinig met zulke teksten: je moet iemand nu ook weer niet overladen met
liefdesliedjes, want dan wordt het een gewoonte".
HUMO Je schrijft dat je een hechte band hebt met platen als 'Waar ik woon en
wie ik ben', 'Maalstroom' en 'Van een afstand': werk dat in een
crisis tot stand is gekomen.
DE GROOT "Nou, 'Waar ik woon en wie ik ben' is niet in een crisis tot stand
gekomen. Ik wou wel breken met wat voorafging, en het even over iets heel anders
hebben: over mezelf. Tot dan toe had ik vrijwel altijd teksten van Lennaert
gezongen, die dan ook over Lennaert gingen. Ik begreep ze goed, want veel van die
teksten hadden we bij wijze van spreken samen beleefd, maar niettemin gingen ze niet
over mij. Op een gegeven moment kwam ik een studiegenoot tegen, de jongen met wie ik
naderhand 'Waar ik woon en wie ik ben' zou maken..."
HUMO De cineast René Daalder. Ook in je boek noem je zijn naam niet.
DE GROOT "Ik wilde geen namen noemen in dat boek. Bij mijn weten vindt niet
iedereen het prettig om met naam en toenaam in een boek vermeld te worden. Mensen
die mijn platen en mijn biografie kennen, weten wel over wie ik het heb.
"Maar goed: 'Waar ik woon en wie ik ben' was een intense samenwerking, van tien uur
's ochtends tot negen uur 's avonds, maandenlang. We voerden diepgravende
gesprekken, die niet moeizaam waren. Af en toe gingen ze heel ver, zodat ze ook
confronterend waren, bijna therapeutisch. Ik was bereid dat toe te laten, en na elke
werkdag hadden we wel iets dat bruikbaar was."
Redelijk conservatief
HUMO Voel je je ondertussen een andere man dan de man die uit 'Waar ik woon en
wie ik ben' naar voren kwam?
DE GROOT "Ja, want ik heb wel gemerkt dat het een fase was, zij het een fase die
me dierbaar is: het was namelijk een omslag. Daarna kon ik nog steeds als Boudewijn
de Groot verder, maar toch niet meer op dezelfde voet als vroeger.
"Inhoudelijk verdraag ik nog steeds geen kritiek op 'Waar ik woon...', maar in
technisch opzicht zou ik die plaat en ook 'Maalstroom' eigenlijk helemaal willen
overdoen. Ik vind het nog steeds zonde dat platen met zulk goed materiaal zo slecht
gepresenteerd zijn. Daardoor werden ze ook slecht ontvangen. Maar iedere plaat is
ook het resultaat van een bepaalde overtuiging in een bepaalde tijd: 't zou volgens
mij dan ook niet al te integer zijn om die platen technisch helemaal over te doen.
"Als ik op de beginnende Boudewijn de Groot terugkijk, kan ik niet anders dan
denken: 'O mijn God, had ik tóén maar geweten wat ik nu weet, dan was mijn werk
zoveel beter geweest.' Ik luister weileens naar de platen van buitenlandse artiesten
uit hun beginperiode, en vrijwel altijd gaat het dan van: 'Verdomme, die wisten toen
al hoe ze een liedje moesten brengen, en hoe een plaat optimaal moest klinken.' Als
ik naar mijn eigen werk uit mijn begintijd luister, hoor ik een onbeholpen zanger,
die wel talent en ideeën heeft, maar ik hoor ook zoveel beginnersfouten, en dingen
die eigenlijk niet kunnen."
HUMO Was je crisis in de jaren tachtig artistiek van aard?
DE GROOT "Neen, die was persoonlijk. Ik zat, zoals het heet, niet goed in m'n
vel: ik wist niet wat ik wilde, en de onzekerheden en frustraties stapelden zich op.
Ik ben nooit bang geweest dat ik creatief was opgebruikt, maar wat me wel angst
baarde was dat ik geen alternatief had. Ik heb wanhopig naar uitwegen gezocht:
ik ben literair vertaler geweest, en in mijn wanhoop solliciteerde ik naar banen
waarvan ik dacht dat ik ze wel zou aankunnen, terwijl anderen wellicht al snel
doorhadden dat ik niet de geschikte man was (lachje). Ik heb zelfs nog geprobeerd
een soort pr-manager te worden bij een bedrijf.
"Ik ben altijd meegegaan met de stroom, en als het in mijn persoonlijke leven niet
goed ging, hield mijn carrière ook op. Ik ben ook nooit iemand geweest die bereid
was zijn persoonlijke leven, of zijn gezinsleven, op te geven voor zijn carrière.
Op sommige momenten leek het burgermansbestaan mij zeer geruststellend. Ik hou van
dingen die me vertrouwd zijn, en van overzichtelijkheid: op dat gebied ben ik
redelijk conservatief."
HUMO Zo zul je er in volle hippietijd wel niet over hebben gedacht.
DE GROOT "In volle hippietijd was ik vooral..."
HUMO Stoned?
DE GROOT "Dat misschien ook, maar ik was vooral totaal in verwarring. Ik had
geen idee van wat ik wilde. Ik zong en schreef liedjes, en dat was dan waarmee ik
mijn brood verdiende, punt. Wat dat verder inhield, en wat het zoal meebracht, en
wat ik ervoor moest doen en laten: daar stond ik allemaal niet bij stil."
HUMO Ben je in dat opzicht veranderd?
DE GROOT "O ja. Ik denk nu veel professioneler, en ik ben ook planmatig bezig.
Ik weet nu al dat ik na dit jaar even moet stoppen - ik moet opladen. Ik merk dat
werken me moeilijker valt dan vroeger."
HUMO Hoe stel je je zo'n rustperiode dan voor?
DE GROOT "Even geen muziek in het openbaar maken. Ik denk dat het een jaar van
veel reizen zal worden. En als ik thuis ben: zitten, en kijken wat er geschreven kan
worden."
'GALA VAN HET NEDERLANDSE LIED' (MET BOUDEWIJN DE GROOT) Ned. 2, zon. 18 maart, 20.30 u.