Met een gelouterde band toert Boudewijn de Groot weer door het land.
'Andere Tijden' heet het programma dat eigenlijk gekoppeld had moeten worden aan
een gelijknamig nieuw album met teksten van Lennaert Nijgh, de dichter, met wie
hij de afgelopen vier decennia al zo veel liederen maakte. Dat is niet gelukt,
Nijgh leverde pas drie nummers. Een teleurstelling voor De Groot, maar geen
verrassing.
"Dat is de rode draad in mijn carriëre. Het vergalt mijn leven niet, maar ik vind
het zo zonde van zijn onmetelijke talent."
Meer dan 35 jaar treedt Boudewijn de Groot al op. En nog altijd krijgt hij de
theaters keer op keer moeiteloos vol. Andere Tijden heet het programma - met een
knipoog naar zijn oude lied Er Komen Andere Tijden - dat hij tot maart 2003 zo'n
120 maal brengt met zijn band, onder meer bestaande uit oude rotten als
Jan de Hont (ZZ & De Maskers), Ernst Jansz en Jan Hendriks (beiden Doe Maar).
Andere Tijden. Dat zijn het zeker voor de introverte De Groot, die stugger
overkomt dan hij in werkelijkheid is. Hoe anders is het bijvoorbeeld om nu met
zo'n geroutineerde band op te treden, terwijl hij in zijn beginperiode solo in
beatclubs stond? "Spannend blijft het altijd, een optreden. Zeker als je, zoals
ik, aanleg hebt om daar last van te hebben. Maar wat heel veel scheelt:
tegenwoordig weet ik tevoren waar ik terecht kom voor een concert.
In mijn beginperiode niet. Ik honoreerde iedere aanvraag omdat ik het geld goed
kon gebruiken. Dat leverde wel eens vervelende situaties op."
Gitaartje
"Op een gegeven moment stond Meisje van zestien in de hitparade (1965).
Mijn repertoire bestond uit nog niet meer dan tien liedjes. Het was de tijd van
de opkomst van de beatmuziek, in de jeugdclubs traden allemaal bandjes op die
lekker stevig van rangrang gingen. Meisje van zestien was met elektrische gitaar
opgenomen, dus verwachtte men van mij ook rangrang. Kwam ik daar met zo'n lullig
Spaans gitaartje aanzetten en zong nummers als De Morgen en Élégie Prénatale.
Meisje van zestien niet, dat kon ik niet in mijn eentje spelen."
"Ik trad ergens op, ik meen dat het in Baarn was. Precies weet ik het niet eens
meer, ik heb het natuurlijk allemaal verdrongen... Het publiek daar was zó
teleurgesteld dat Meisje van zestien niet kwam en ik alleen een paar slappe
flauwekulliedjes zong. Het was een volledige afgang."
"Van die ervaring heb ik een ontzettende knauw gekregen. Maar ja, ik had geen
band. De muzikanten die ik kende, zaten al in bandjes en zongen in het Engels,
dat moest in de beattijd. Ik was ook veel te verlegen, durfde niet aan die gasten
te vragen of ze mijn liedjes wilden spelen. Met mijn kiezen op elkaar ben ik
doorgegaan, ook al heb ik serieus overwogen om ermee op te houden en eveneens in
het Engels te gaan zingen. Maar de platen zorgden ervoor dat ik populair bleef
en gevraagd werd. Langzamerhand begon men ook genoegen te nemen met de liedjes
op zich bij optredens. Zo heb ik me door de moeilijke schnabbels in lallende
feesttenten kunnen worstelen."
Andere Tijden zijn het, zelfs Boudewijn de Groot blijkt niet de eeuwige jeugd te
hebben. "Ik heb nog heel lang het idee gehad dat ik met mijn muziek de jongere
generatie aansprak. Omdat ik me nooit afgepeigerd voelde, had ik het bizarre
idee dat ik eeuwig door zou kunnen gaan, dat voor mij geen verstrijken van de
tijd gold. Ik voelde me generatieloos, of juist het omgekeerde, verwant met alle
generaties, ook met jongeren."
"De afgelopen vijf á tien jaar merk ik dat de jonge generatie met totaal andere
dingen bezig is, een andere mentaliteit heeft. Met de uitgesproken dingen -
rages, mode, muziek - heb ik absoluut geen raakpunten meer. Ik begrijp niet meer
waar ze mee bezig zijn. Af en toe zijn er wel dingen die ik leuk vind, maar
verwant met de huidige culturele stroming voel ik me niet."
Wat de hedendaagse popmuziek betreft, moet het hem toch deugd doen dat er
veelvuldig in het Nederlands gezongen wordt. "Daar ben ik blij om. Mensen durven
nu eindelijk te zeggen wat ze voelen, verpakken het niet angstvallig in het
Engels omdat dat stoerder klinkt, neutraler, zodat ze niet met de billen bloot
hoeven gaan. Zingen in het Engels is lang een prachtige dekmantel geweest voor
het spuien van allerlei sentimentaliteiten, waar je in het Nederlands blozende
wangen van zou krijgen."
Over de kwaliteit van de Nederlandstalige pop is hij minder te spreken.
"Muzikaal gezien is het vaak wel goed tegenwoordig, maar tekstueel heerst er een
onwaarschijnlijke armoede. Afschuwelijke flauwekulteksten,
scheurkalenderromantiek." Van Volumia!, De Kast of Abel is De Groot geen fan.
"Skik, De Scene, Bløf, De Dijk, dat vind ik wel goede bands. De Dijk heeft
prachtige teksten, dat zijn tenminste geen holle frasen."
Tijdens zijn nieuwe theaterprogramma zingt Boudewijn de Groot natuurlijk oude
successen, maar ook veel nieuw werk, onder meer van Jan Rot en Freek de Jonge.
Wat de samenwerking met de laatste betreft, waren er ook andere tijden, vertelt
hij verlegen glimlachend. Zijn ingetogenheid speelde hem parten.
"Eind jaren zeventig vroeg Freek me een keer of ik muziek wilde schrijven voor
zijn show. 'Mja, da's goed', zei ik. Dat klonk blijkbaar heel neutraal, waardoor
Freek dacht dat ik er geen zin in had en niets meer van zich liet horen.
Terwijl ik eigenlijk had bedoeld: 'Jaaaa, ontzettend leuk!' Ik dacht 'waarom belt
hij nou niet, wat is dat voor een onzin?' Op een gegeven moment kwamen we elkaar
weer tegen. Hé hallo. Hé, hallo. Draaideureffect. Meer wisten we niet te zeggen
en liepen door. 'Nog steeds dezelfde desinteresse bij die gozer', dacht Freek.
'Hij vraagt me nog steeds niet', dacht ik."
"Heel veel later kwamen we elkaar nogmaals tegen. Toen ben ik naast hem op een
trap gaan zitten en is het misverstand uit de wereld geholpen. 'Shit man, had dat
meteen gezegd!' Hij stuurde een schitterende tekst op, het was gelijk raak.
En nu, in het nieuwe programma, zing ik drie nummers van hem."
Maar het is als hij de naam Lennaert Nijgh noemt, dat je meteen de hechte band
voelt die de zanger-componist heeft met deze tekstdichter. Een bijzondere
samenwerking die zulke juwelen als Verdronken Vlinder, Beneden Alle Peil, Eva,
Testament, Meester Prikkebeen en zo ontelbaar veel meer opgeleverd heeft.
Het lag in de bedoeling dat de nieuwe theatertour gekoppeld zou worden aan een
album, vol met nieuwe teksten van Nijgh. Zo verkocht De Groot Andere Tijden ook
aan de theaters." Dat gebeurt altijd al een jaar tevoren, toen dacht ik nog dat
we het zouden redden. Helaas, het is Lennaert niet gelukt. Het is een rode draad
in mijn carrière. Het vergalt mijn leven niet, maar ik vind het zo zonde van zijn
onmetelijke talent. Lennaert heeft zo vreselijk veel talent en het enige wat hij
er mee doet, is een column schrijven."
"Hij heeft altijd allerlei redenen om niet te schrijven. Een sterfgeval in zijn
omgeving of de ziekte van zijn poes. Maar als je wilt schrijven, dan kun je daar
toch omheen of juist daaróver schrijven? Het gaat zo traag bj hem.
Net alsof hij bang is. Als ik hem vertel dat iedereen zo graag wil dat wij samen
weer liedjes gaan maken, dan voelt hij zich vereerd. Maar tegelijk benauwt hem
dat zeer. Om zijn eigen tekst te citeren: 'De last van het verleden weegt
loodzwaar op zijn rug.' Hij zegt dat hij wel bezig is, maar heeft het dan over
vierkante eieren die door ronde gaatjes moeten."
"Ik heb inmiddels drie teksten van hem, maar het is niet meer zoals het was.
Gaf hij zichzelf maar eens een schop onder zijn kont zodat hij er echt eens voor
gaat zitten. Laat dan vijfenzeventig procent minder zijn wegens een gebrek aan
routine, onzekerheid of wat dan ook, maar dan is die overige vijfentwintig
procent nog altijd te prachtig voor woorden."
'Andere Tijden'
theatertour van Boudewijn de Groot en band met onder anderen Jan Hendriks,
Jan de Hont, Ernst Jansz, Monique Lansdorp en Mark Stoop.
Onder meer: dinsdag 19 feb De Metropole in Almere; 5 mrt Carré in Amsterdam;
28 maart Gooilandtheater in Hilversum.
|
|