Het jaar 2004 wordt heel bijzonder voor Boudewijn de Groot.
Niet alleen zal de 'troubadour des vaderlands' in mei zijn zestigste verjaardag vieren,
het is ook precies veertig jaar geleden dat zijn eerste single ('Elegie prenatale') uitkwam.
Maar zeg niet dat het een jubileum is. Want van dat soort plichtplegingen houdt Boudewijn
niet.
OVERVEEN, zaterdag.
Boudewijn de Groot vindt het al een crime om voor z'n nieuwe cd 'Het eiland in de verte'
interviews te moeten doen,
maar omdat het ook tegen z'n gevoel indruist als Nederland niets van zijn nieuwe werk zou
weten,
is de Heemstedenaar bereid er enkele te doen. Dus treffen we elkaar in Overveen, in het
uitermate belegen restaurant/brasserie Rozendaal, waar tout bejaard Bloemendaal, Aerdenhout,
Overveen en Haarlem zich
deze dinsdagochtend lijkt te treffen voor koffie met gebak.
Op 'Het eiland in de verte' staan naast teksten van Freek de Jonge, Jan Rot en De Groot zelf,
acht liedteksten van Lennaert Nijgh, Boudewijns tekstdichter met wie hij in de loop van zijn
40-jarige carrière diverse keren de samenwerking verbrak, maar bij wie hij toch telkens
weer terugkeerde. Een definitief afscheid kwam er op 28 november 2002 toen Nijgh (57)
overleed. Stemmigen songs als 'De winter', 'Klok onder water' en 'Het eiland in de verte'
die Nijgh nog voor zijn dood vo;tooide of door Boudewijn werden geredigeerd of zelfs
afgemaakt, bepalen de teneur van de cd. Zo ook 'Sonnet voor A.' dat Nijgh begin jaren zestig
schreef, toen hij nog op het Kennemer Lyceum zat.
Vrijwel direct krijgen we het over de markante Haarlemse tekstdichter, die zo'n belangrijk
deel van De Groots carrière heeft uitgemaakt. De twee scoorden samen dikke hits met
'Testament', 'Welterusten meneer de president', 'Land van Maas en Waal' en
'Meester Prikkebeen'. Maar ook voor anderen (o.a. Rob de Nijs) bleken de pennenvruchten van
Nijgh en De Groot te werken. Toch is de door ex-Doe Maar-muzikant Ernst Jansz geproduceerde
plaat vol rustige, veelal akoestische uitgesponnen liederen, geen eerbetoon aan Nijgh
verzekert De Groot. Maar door hem beïnvloed, dat zeker...
"Het was niet de bedoeling, maar onwillekeurig zal bij het componeren het afscheid van
Lennaert erin zijn geslopen. Toch heb ik niet de indruk dat deze plaat rustiger is dan de
vorige, 'Nieuwe herfst'. Maar misschien ben ik wat meancholiekre geweest door alle problemen
met Lennaert; het moeizame schrijven, het feit dat hij steeds slechter werd. Aan de ene kant
was het pijnlijk, lastig en verdrietig hem zo te zien afglijden, aan de andere kant kon ik
er ontzettend kwaad om worden, net als andere mensen uit zijn omgeving. Omdat hij het zelf
zo in de hand werkte door zijn manier van leven. Hij weigerde naar de dokter te gaan en dat
maakt dat je op een gegeven moment denkt: bekijk het maar."
Onbereikbaar?
"Hij was voor iedereen vaak onbereikbaar. Dan leek het alsof je een gesprek met hem had,
maar bleek het uiteindelijk gebabbel. Als het tot zijn kern of mijn kern ging, kwamen er
dooddoeners, gemeenplaatsen, ontwijkende antwoorden. Ik heb een paar keer onze werkrelatie
verbroken. Maar dat had niets te maken met het moeizame contact, of een soort vermoeidheid
te opzichte van hem. Meer omdat ik wel eens wat andere dingen wilde proberen, met andere
mensen wilde werken. Misschien maar goed ook. Als hij een ander mens was geweest hadden we
waarschijnlijk ook een ander soort vriendschap gehad. Misschien wel enorme ruzie en
definitief uit elkaar... Maar Lennaert werd zelden kwaad. Je kon hem van alles verwijten.
Of hij accepteerde het of hij deed het met een paar simpele pennenstreken af zonder dat het
hem zichtbaar aantrok. Althans aan de buitenkant."
"Onze relatie, onze vriendschap was gebaseerd op vanzelfsprekendheid, een soort
natuurlijkheid. Onaantastbaar, maar niet diep. De intiemste momenten vond ik in zijn
teksten, daaruit kon ik diepere gevoelens en emoties van hem distilleren, wist ik waar hij
mee bezig was en waar hij onder leed of plezier in had. Is het niet mooi om iemand in je
leven te hebben met wie je geen relatie hebt, maar wel intieme momenten mee kent? En als
culmineert in iets moois als een lied dan is dat voor mij de ideale artistieke relatie."
"Ik ben niet iemand die zich omringt met een vaste vriendenkring die alles van elkaar weet.
Met mijn vrouw heb ik de confrontaties en de innige momenten en dat vind ik al meer dan
voldoende. En er zijn een of twee mensen met wie ik wat openhartiger gesprekken kan hebben
als me wat dwarszit. Meer hoeft voor mij niet. Hoewel ik het best gezellig vind om met
mensen om te gaan, straal ik ook niet een eneorme sociale behoefte uit. Als ik neutraal
kijk, kijk ik negatief. Althans zo interpreteert men dat en dat schrikt af. Is niet altijd
prettig, want dat leidt wel eens tot misverstanden en dat is best vervelend. Vooral als die
misverstanden onuitgesproken blijven en ik er via-via achter kom dat mensen mij van iets
verdenken van iets waarvan ik weet dat het helemaal niet waar is."
"Heus, ik ben ontzettend positief, zie altijd de zonzijde, maar ben geen Toon Hermans, dat
nou ook weer niet. Ik ben ook geen babbelaar. Als ik op een receptie ben, heb ik een hekel
aan al dat geouwehoer. Na vijf minuten weet ik niet meer wat ik moet zeggen. Dan heb ik
zoveel clichés gehoord en gezegd, dan is het wel mooi geweest. Er zijn mensen die dat
kunnen, zoals Anja, mijn vrouw. Die kan twee uur lang op een receptie rondlopen, met
iedereen praten en op het einde eigenlijk niks gezegd hebben. Met het grootste gemak van de
wereld. Iedereen vindt haar open, en leuk en gezellig. En dan komt die chagrijn mee.
Ze vragen ook altijd aan haar of ik het wel leuk vind..."
"Voor 'Het eiland in de verte' heb ik naast Lennaert ook Freek de Jonge en Jan Rot om
teksten gevraagd. 'Schout bij nacht' van Jan Rot vind ik onwaarschijnlijk goed. 'Die kan
wel wat' dacht ik en hij vindt dat klaarblijkelijk ook van mij, dus zo kwamen we met
elkaar in contact. Freek had ik ooit ontmoet toen ik in Amerika zat en hij me vroeg of ik
wat muziek wilde maken bij teksten voor een van zijn programma's. Vond ik ontzettend leuk,
maar kennelijk, en daar hadden we het net nog over, zei ik dat niet enthousiast genoeg.
Nooit meer wat gehoord en daar snapte ik niets van. Jaren later kwam ik hem weer tegen op
een trap in Carré en haalde toen dat voorval aan. Hij dacht inderdaad dat ik het niet
leuk vond, en kon niet aan me merken dat dat dus wel zo was! Toen heeft hij wat teksten
gestuurd, waaronder 'Eeuwige jeugd', die ik nu heb gebruikt."
HITS VAN BOUDEWIJN DE GROOT EN LENNAERT NIJGH |
---|
1965 Een meisje van 16 (23) |
1966 Welterusten mijnheer de president (9) |
1967 Het Land van Maas en Waal (1) |
1967 Onder ons (11) |
1967 Picknick (25) |
1968 Prikkebeen (9) |
1968 Waterdrager (36) |
1972 Als de rook om je hoofd is verdwenen (24) |
1973 Jimmy (6) |
1974 Tante Julia (-) |
1974 Ik ben ik (21) |
(..) Hoogste notering in de hitparade |
|
|