Verrassend optreden als slot van een avondje mei '68
Voor Boudewijn De Groot zijn jaren zestig echt voorbij.
auteur: verslaggever DD, foto: Bob Coecke
geplaatst in: De Standaard, 10 maart 1988
Strombeek - "Ik vergeet, ik vergeet wat is geweest", zong Boudewijn De Groot dinsdag
in het kultureel centrum van Strombeek tot slot van een babbel- en amusementsavond in
het raam van twintig jaar mei '68. Dàt hij zong, was een verrassing, want de
Nederlandse liedjeszanger wil nog maar sporadisch met de gitaar om de schouders op
een podium gaan staan. Alleen als hij het zelf 'leuk' vindt, wil Boudewijn De Groot
nog eens onverwacht de mensen plezieren met zijn liedjes. Het moet dus wel leuk zijn
geweest, dinsdagavond in 't Happeningscafé van dat kultureel centrum.
Boudewijn De Groot wachtte echter een aangename verrassing in Strornheek: ook Bram
Vermeulen, die vroeger samen met Freek De Jonge het kabaretduo Neerlands Hoop vormde,
was aanwezig. En Boudewijn De Groot fungeerde als producer van de nieuwe elpee van
Bram Vermeulen die precies deze week ook in Vlaanderen verscheen onder de titel "Rode
wijn".
Het liedje "Rode wijn", dat Bram Vermeulen dinsdagavond trouwens ook zong, heeft een
nostalgisch, melancholisch refreintje: "Rode wijn, rode wijn, kom laat ons vrolijk
zijn". Het is dan wel een liedje over een echtscheiding, maar je kunt het ook
interpreteren als een nostalgische terugblik op iets wat voorbij is.
En in die kontekst klonk het dinsdagavond in het kultureel centrum van Strombeek
veelbetekenend, want op de tafels van de genodigden stonden flessen rode wijn en er
werd teruggeblikt op iets wat onmiskenbaar voorbij is: de jaren zestig. "Rode wijn,
rode wijn, kom laat ons vrolijk zijn", werd aldus ook het motto van de bijeenkomst.
Testament
De avond was een organizatie van de promotie-afdeling van deze krant om de aandacht
te vestigen op de reportagereeks over mei '68 waarvan nog tot eind mei elke
woensdag een aflevering verschijnt. De lezers die door het lot waren verwend om in
Strombeek het avondje mei '68 mee te maken, luisterden aandachtig naar de vragen van
gastheer Luk Saffloer en uiteraard nog aandachtiger naar de antwoorden van
achtereenvolgens Marc van Cauteren, Fred Brouwers en Bram Vermeulen, Jan Geysen en
Della Bosiers, Zaki en Roel Van Bambost en tot slot Boudewijn De Groot.
Wat er werd verteld, hoeft de aafwezige lezer niet te missen: in de reportagereeks
van deze krant komen al die verschillende invalshoeken nog uitgebreid aan bod.
Wat de afwezigen wèl hebben gemist, is het amusement waarmee de serieuze babbels
werden afgewisseld. Hugo Matthysen las enkele grappige parodiërende stukjes voor,
Bram Vermeulen zong twee liedjes, maar vooral Raymond van het Groenewoud & groep
wisten met een repertoire van sixtiex-covers eeno belangrijk aspekt van de jaren
zestig in herinnering te brengen: de vrolijkheid en het plezier, het onbezorgde van
de "good time music".
Minder onbezorgd was het onaangekondigde en exclusieve, zij het korte optreden van
Boudewijn De Groot. Zoals hij eerder had verteld, liggen de jaren zestig voor hem
helemaal achter de rug en zelfs zijn zangcarrière heeft hij inmiddels opgeborgen.
Boudewijn De Groot houdt zich tegenwoordig vooral bezig met het vertalen van romans,
maar wil toch nog dit jaar opnieuw samenwerken met tekstschrijver Lennaert Nijgh en
een elpee vol ballades uitbrengen.
Voorlopig staat zijn hoofd er echter niet naar: amper had hij "Na 22 jaren in dit
leven" enkele verzen meer gezongen van "Testament", of hij liet het afweten: "Sorry,
ik ben er helemaal uit, te lang geleden". Hij schakelde met "Tante Julia" en "Malle
Babbe" dan maar over naar de jaren zeventig en besloot alleszeggend met "Wat geweest
is, is geweest"