DRANOUTER - De tropische temperaturen van vorig jaar haalde Dranouter niet. Niet in
graden celsius, en ook niet muzikaal: veel concerten waren te vlak en braaf. Het
publiek laafde zich aan de kermissfeer.
Dranouter gaat dit jaar weer een beetje over de 77.000 bezoekers van vorig jaar: de
groep mensen die Dranouter Folk ontdekt als weekend- en kampeertrip groeit blijkbaar
nog. Het alweer hertekende en gestroomlijnde terrein bood ook meer comfort, zoals een
ruimere eethoek, plaats om te bewegen en een succesvolle cocktailbar van Oxfam. Voor
sfeer zorgden de draaimolens en vreemde figuren van de randanimatie.
Voor veel bezoekers leek de muziek vaak bijzaak in die gezellige drukte. Een volle
tent kletste rustig door het optreden van Martha Wainwright heen - nee, ze
speelt niet dezelfde muziek als haar vader Loudon, waarom zou ze ook? Mooie nieuwe
songs van Zjef Vanuytsel, zoals 'Lief en leed', werden straal genegeerd ten
voordele van de oude hits; en Suzanne Vega werd al na drie nummers
geconfronteerd met een eerste rij die opdringerig de 'te te te te' uit 'Tom's diner'
zong. Ze is klein en frêle, maar ze pakte het met de glimlach aan: 'Ik weet waar
jullie op wachten, maar dat nummer komt pas veel later.'
De groepen zijn zelf niet helemaal vrij te pleiten. Vega vond het heerlijk om zo'n
bonte mix van groepen en stijlen op één affiche te zien, maar veel pop- en rockgroepen
schijnen aan de noodrem te trekken als ze 'folkfestival' in hun agenda zien staan.
Dat geeft vaak optredens die weliswaar smaakvol, maar ook erg braaf en vlak zijn,
terwijl er op Dranouter nou net geen gebrek is aan 'zittende' luisterconcerten.
Dat werd vrijdag al snel duidelijk. Allicht hoopte de organisatie dat Eva De
Roovere om zes uur volk naar de wei zou lokken, maar de zangeres merkte dat het
niet eenvoudig is om een grote tent met kleine liedjes te vullen. Ze gaf het luierende
publiek ook te weinig reden om op te staan. We telden maar weinig uitschieters, of
het moest een vreemd versnellend 'Slenterblues' zijn.
Isabelle A had met de Palace een veel kleinere tent te vullen, maar ook dat
lukte haar niet. Nochtans was alles voorhanden voor een geslaagd optreden: een band
waar heel wat Vlaamse artiesten jaloers op zouden zijn - met Ruben Block, Alex
Callier en Tom Pintens - en een nieuw repertoire. Maar in Dranouter wekten die
nummers weinig enthousiasme op en kwam de zangeres vocaal niet boven haar
topmuzikanten uit - die stonden er overigens behoorlijk ongeïnteresseerd bij. Een
groot deel van het publiek droop tijdens het optreden af naar de grote tent, waar Wim
Opbrouck met De Dolfijntjes voor het eerste feestje van Dranouter zorgde.
In die tent zette de organisatie wel vaker de sfeermakers. Op vrijdag was dat de
Finse folkgroep Värttinä: indrukwekkende samenzang en een rariteitenkabinet
aan instrumenten - we zagen onder meer een bouzouki, een jouhikko en een nyckelharpa.
Een dag later was het Xavier Rudd, verscholen achter drie didgeridoos en een
berg percussie-instrumenten, potten en pannen. Xavier, géén familie van de nieuwe
Australische premier Kevin Rudd, zoals soms wordt geschreven, is een surfer boy, een
vegetariër en een overtuigde blootvoeter. Hij bracht dan ook rootsy folksongs waarin
hij zijn sterke stem, die aan David Gray doet denken, begeleidde met steelgitaar en
de rest van zijn arsenaal.
Moet zo iemand nu de grote tent krijgen op hetzelfde moment dat Zjef Vanuytsel
speelt? Vooraf dachten we van niet, maar achteraf geven we de organisatoren gelijk.
De orkestrale versie van 'De zotte morgen' was mooi, maar het gejuich voor de wilde
hoempaversie van 'Houten kop' en de flardjes 'Cucaracha' en 'Bonanza' die zijn
gitarist en accordeonist er in smokkelden, sprak boekdelen. Daarna werd het weer erg
gezapig, wat het hardnekkig zittende publiek geen lor kon schelen.
Een paar artiesten wilden wel wat risico nemen. Tori Amos speelde helemaal
alleen, op drie klavieren, en liet de meeste hits achterwege. Haar muziek was vaak
ontroerend mooi, maar er zat te weinig reliëf in het optreden. Woven Hand leed
zaterdag aan hetzelfde euvel. David Eugene Edwards bulderde over hel en verdoemenis,
zijn drummer trok regelmatig de pompons voor extra dreiging en de tent snelde vol
nieuwsgierigen voor die romantische rock. Toegegeven, het was net weer beginnen
regenen.
Edwards was 'artist in residence' en bracht zondag een programma dat door zijn
samenwerking met Wim Vandekeybus leek beïnvloed: psychedelische geluidsgolven en
traag gemompel boven vrij banale beelden van Erwin Verstappen. Oersaai of magisch,
het is maar hoe u het bekijkt.
Echt leuke optredens waren er gelukkig ook. Vrijdag, in het holst van de nacht, pakte
Adam Green ons in met zijn straffe, diepe stem, zijn geweldige zwarte backing
vocals en zijn hilarische teksten. Green, behalve soloartiest ook zanger bij de
anti-folkgroep The Moldy Peaches (bekend van de soundtrack van Juno), is het soort
mens dat je op Dranouter verwacht, en dat daar ook niet teleurstelt. Net als Jim
White, een dag later in dezelfde Flamundo-tent, die bloedmooie versies van 'If Jesus
drove a motorhome' en 'Plywood Superman' bracht, tussen zijn lange bindteksten door.
Martha Wainwright was even breekbaar als straf, vooral toen ze haar band
wegstuurde en alleen met gitaar enkele nummers speelde. En aan die vrouwen die het
folkfestival indrukwekkend maakten, voegen we graag Hannelore Bedert toe: niet
zo straf als op Nekka, omdat ze met haar groep nog de juiste vorm schijnt te zoeken,
(alstublieft, niet die neprock-arrangementen), maar met een indrukwekkende stem en
dito teksten.
Koude rillingen kregen wij zaterdag in de grote tent van Gabriel Rios en Jef Neve.
Drie rasmuzikanten - we tellen drummer Kobe Proesmans mee - deden een greep uit werk
van Rios, van Neve, uit oude Porto Ricaanse volksliedjes en uit Jimi Hendrix' 'Voodoo
chile'. Mooi om te zien, hoe Rios met gespannen rug, vingers op de snaren, in de
aanslag zat terwijl Neve improviseerde.
Rios en Neve waren een mooi opstapje naar >B>Suzanne Vega. Die kwam traag op
gang; zowel het nieuwe 'Frank and Eva' als het oudje 'Caramel' werden door haar
drummer ook van een koud en hard geluid voorzien. Pas toen ze tijdens 'Fat man and
dancing girl' haar jas openknoopte en een paar sensuele danspasjes deed, schoot ze
uit de startblokken voor een reeks oude hits.
Piet 'Ozark Henry' Goddaer had net als Amos zin in een pianofeest, met veel
duels met zijn pianist en intiem gezongen versies van 'Word up' en 'Sweet instigator'.
Mooi, maar op een ander moment van de dag had het niet gewerkt.
Wie dicht bij het podium stond, zag Annelies Brosens van Laïs regelmatig haar
medezangeressen met een vingerwijzing dirigeren - een nieuwe show meegebracht die nog
ondergerepeteerd was? Beeldige jurken hadden de dames aan, en versterkt met een
doedelzak- en fluitspeler brachten ze een fel toegejuichte set.
Net als Boudewijn De Groot, die zijn sabbatjaar onderbrak voor dit festival.
Hij begon er alleen aan, en vanaf 'Naast jou' kwamen zijn muzikanten een voor een op
het podium voor een greatest hits-set. En reken op een oude rot als De Groot om
'folkfestival' correct te vertalen: tijdens het wasbordduel met zijn violiste
ging het dak van de tent.
|
|