Sportpaleis Merksem

Recensie Nekka Nacht 2009

auteur: Gunter Van Assche
geplaatst in: De Morgen (internet), maandag 27 april 2009

Twaalfduizend toeschouwers daagden zaterdagavond op voor de jaarlijkse hoogmis van het Nederlandstalige lied. Zowel Zjef Vanuytsel als Yevgueni traden daarbij aan als masters of ceremony op de Nekka-Nacht.

Zo werden voor het eerst een muzikale legende en de aflossing van de wacht samen gefêteerd. Op de vaak ergerlijk luide geluidsmix na viel weinig af te dingen op het generatieoverstijgende evenement.

Het leek nochtans een goedkope kunstgreep: zowel de succesvolle jonkies Yevgueni als de kleinkunstkeizer Zjef Vanuytsel op een affiche plaatsen, waardoor de organisatoren in een klap verschillende generaties bezoekers zouden aanspreken. Nu, als dat al zo was, bleek dat opzet niet echt geslaagd. Twaalfduizend toeschouwers, zo'n vijfduizend man minder dan de zaal maximaal aankan, vonden hun weg naar het Sportpaleis voor een drieënhalf uur durende show, die veel weg had van een muzikale marathon maar nooit iets van een uitputtingsslag.

Daarvoor kondigde de affiche met Thé Lau, Jan De Wilde, Stef Kamil Carlens, Boudewijn de Groot en Buurman zich in de eerste plaats al erg spannend aan. En dan hadden we het nog niet eens over Zjef Vanuytsel, die zich na 24 jaar stilte met grote klasse staande wist te houden tijdens dit massa-evenement, waar zijn oeuvre vol verstilde schoonheid zich ongetwijfeld zelden thuisvoelde.

De geluidsmix tijdens 'De zotte morgen' leek dan ook nergens naar in de geluidsbunker, maar zelfs dan nog kon die classic onmogelijk op je afschampen: het donkerbruine timbre van Vanuytsel ging als een vlakke speer door je gemoed en verklaarde in een ruk waarom die gelijknamige plaat ooit honderdduizend keer over de toonbank ging.

De kolderfolk van 'Houten kop', het razendknappe 'Tussen Antwerpen en Rotterdam' en een badinerend jazzy 'Gevoelige jongen' sloten daarna mooi aan bij 'Ouwe makkers', een absoluut hoogtepunt tijdens de set: Thé Lau en Jan De Wilde draafden zij aan zij op in dit amicale mijmerlied waar jolijt en nostalgie geruisloos in elkaar overgingen.

Verrassend genoeg bleek ook Sarah Bettens in de moerstaal een superieure indruk na te laten: haar Kempisch accent in Urbanus' 'De aarde', een duet met Jan De Wilde, had in het slechtste geval nog je argwaan kunnen voeden, maar in het wondermooie 'Als je zomaar weg zou gaan' klonk ze naast Vanuytsel even magistraal als broos tegelijk. De K's Choicezangeres beweert dan wel weinig affectie te voelen met het Nederlandstalige repertoire, maar toch slaagde ze erin om zoveel emotie aan de dag te leggen dat ze ons Yevgueni haast deed vergeten.

Dienstbaar Yevgueni
Nu, die jongens stelden zich dan ook een hele avond bijzonder nederig op. Zo was het nog charmant om frontman Klaas Delrue Luc De Vos, Bettens en Stef Kamil Carlens ietwat beschroomd te zien fêteren, als figureerde hij in zijn eigen jongensdroom. Maar in de aanwezigheid van Thé Lau liep het mis: Yevgueni stelde zich zo nadrukkelijk op als een deel van het meubilair, waardoor 'Open' en 'Iedereen is van de wereld' een brave voorspelbare versie meekregen.

Betere punten scoorde de groep van Delrue dan bij de genregenoten van Buurman, met wie ze het duet 'Sara' brachten: een bitterzoet staaltje studentenkroegverdriet. Ook alleen kregen ze de zaal overigens ook moeiteloos aan hun kant: 'Als ze lacht' en 'Mama ik wil papa' bleken volkomen terecht publiekslievelingen.

Zo grossierde de avond in duetten: Thé Lau en Jan De Wilde, Carlens en Thé Lau, Luc de Vos en Yevgueni, en Zjef Vanuytsel met een ietwat grijze entree naast Boudewijn De Groot in een wederzijds eerbetoon dat vrij geforceerd aandeed. Die laatste bleek solo heel wat beter te aarden: zo wist De Groot het Sportpaleis zelfs even te verkleinen tot een intiem theater met een eenzaam gebracht 'Verdronken vlinder'.


Omhoog
Terug