ANTWERPEN l De veertiende editie van de Nekka Nacht stond volledig in het teken van
Boudewijn de Groot. Voor twee uitverkochte Sportpaleizen grasduinde het wonderkind
van de jaren zestig door zijn repertoire, en een handvol gasten zorgde ervoor dat
de marathonvoorstelling nooit een uithoudingsmatch werd.
Tien jaar geleden was Boudewijn de Groot al eens centrale gast op Nekka, en dat werd
geen onverdeeld succes. Er waren te veel gasten, het duurde te lang, en bovendien
vond de zanger dat zijn repertoire beter tot zijn recht kwam in de intimiteit van een
theater. Niettemin wist Ernst Jansz - van Doe Maar, inderdaad, maar al jaren pianist
bij de Groot - hem toch te overhalen om de uitnodiging opnieuw in overweging te nemen.
En kijk: waar dit soort massa-evenementen doorgaans uitgroeien tot een steriel
eerbetoon aan een gast die sowieso liever elders zou zijn, stond deze editie vrijwel
doorlopend op een meer dan behoorlijk niveau. Akkoord, de passage van Lenny & The
Wespen was er één die best meteen uit het geheugen kon worden geschrapt. De
verschraalde kroegenrock waar de groep in grossierde was al niet van die aard om
meteen de cd in huis te halen, maar op de koop toe liep de in overacting zwelgende
zanger zichzelf voor de voeten én schemerde er een plat Leuvens accent door zijn stem.
Peter Koelewijn was naar eigen zeggen dan weer te lang in de kroeg blijven kleven om
in topvorm te zijn. En inderdaad: ook zijn stembanden vertoonden links en rechts wat
slijtage, maar niettemin kreeg hij met 'Kom van dat dak af' de hele zaal mee, en
bleef 'KL204 (Als ik God was)' een van de beste songs op het programma. De gast die
de sterkste indruk naliet was evenwel Kommil Foo. Niet alleen omdat de Walschaerts
'Welterusten Mijnheer de President' hadden vertimmerd tot een furieuze aanklacht
tegen de Amerikaanse oorlogsdrang, maar meer nog omdat ze het voor elkaar kregen om
met minimale middelen de hele massa stil te krijgen met 'Ruimtevaarder', een moment
van ontroering tussen het feestgedruis. Niettemin bleef Boudewijn de Groot zelf de
ster van de avond. Met 'Meisje van zestien', 'Tip van de sluier' en 'Als de rook om
je hoofd is verdwenen' begon hij de avond met een hattrick die prompt verklaarde
waarom hij precies gefêteerd werd, maar ook de duetten met zoon Marcel ('Wonderkind
van vijftig'), Eva De Roovere ('Meester Prikkebeen') en Yasmine ('Avond') waren stuk
voor stuk om in te lijsten. Tussendoor kreeg Boudewijn een lifetime achievement award
van platenfirma Universal, die had uitgerekend dat de zanger in Vlaanderen alleen al
200.000 cd's had verkocht, vinyl en singles niet meegerekend. De Groot - naar eigen
zeggen tot tranen toe ontroerd, maar daar viel weinig van te merken - zette gauw een
nieuw nummer in, en fietste met een handvol minder voor de hand liggende songs de
laatste ronde in. 'Op weg naar mijn lief' en het van wazige psychedelica doordrongen
'Tegenland' baanden de weg voor een finale die uit tienduizend kelen werd
meegeschreeuwd. 'Jimmy' kreeg een definitieve versie mee, 'Wegen' illustreerde dat
country in het Nederlands geen contradictie was, en het onvermijdelijke 'Land van
Maas en Waal' leidde zowaar tot een grootscheepse polonaise in de zaal. En zo
eindigde de set zoals hij begon: met een hattrick die ondubbelzinnig illustreerde dat
de versheidsdatum van dit repertoire nog lang niet overschreden was.Op 27 mei zendt
de VRT een samenvatting van de de Nekka Nacht uit op Eén. Volgend jaar is er op
vrijdag 18 april een nieuwe Nekka Nacht. Dan wordt Bart Peeters de centrale gast.
|
|