Eva De Roovere (***) had een smurfenblauwe vod om haar lendenen gedrapeerd, maar
gelukkig opteerde ze wél voor een knap concert dat in het teken stond van afscheid en
weemoed: zo werd je overweldigd door een subliem 'Dertien' en weggeblazen door haar
emotionele voordracht in 'Mijn ogen toe', een bewerking van Shivaree's magistrale
'Close My Eyes'.
Terwijl De Dolfijntjes - Wim Opbrouck en trawanten - de grote tent daarna inpalmden met
ouderwets volksvermaak en een voorstelling van hun nieuwste plaat, koos het gewezen
kindsterretje Isabelle A (**) voor een intiemere set in het Palace. De chanteuse
werd daarbij in de rug gedekt door de finefleur van de Vlaamse muziekscene - Alex
Callier, Tom Pintens, Mario Goossens - maar stond te zichtbaar in hun schaduw: zo droeg
de spookachtige stem van Pintens in 'Het heeft geen nut' een stuk verder dan de zang
van Isabelle. Een loungy versie van 'Hé lekker beest' en de wanhopige hartekreet 'Hou
je nog van mij' - haar aangereikt door An Pierlé - toonden echter wél een bevlogen
zangeres.
Niettemin bleken we meer onder de indruk van het piepjonge collectiefje Mrs. Hyde
(****), dat met een zeskoppig meisjeskoor en de warme stem van Esther Lybeert
tekende voor een intrigerende set. De gedachte aan - opnieuw - An Pierlé overviel ons
weliswaar om de haverklap, maar Lybeert had genoeg knappe songs in haar mouw zitten
('The Virgins' of de unheimliche potten-en-pannen-paranoïa van 'Hunter') waarmee ze je
als een weerloze vis aan de haak wist te slaan. Värttinä (**) klonk dan weer een
stuk zoetsappiger - denk aan de vroegere Laïs, maar dan met het zicht op duizend Finse
meren - al konden we hun verslavende 'Lo Daï' achteraf met geen knuppels uit onze oren
rijgen.
Arid (***) sloot vervolgens in de grote tent, waarbij we vooral een sterk 'Life'
en de sobere Dylancover 'Make You Feel My Love' - uit zanger Jasper Steverlinck z'n
soloplaat - onthielden.
Zaterdag bewees de Australische Xavier Rudd (***) hoe iemand in zijn uppie een
hele band kan vervangen: Rudd bekwaamde zich zowel in lap steel guitar, harmonica,
djembé en een didgeridoo, die hij vaak tegelijk onder handen nam. Dat leverde bloedhete
grooves en stomende feedback op, maar ook songs die aan Paul Simons Graceland of een
nijdige Ben Harper refereerden. Alleen jammer dat het publiek elke verstilde song om
zeep hielp door er zo hard mogelijk overheen te kwekken.
Het volume werd dan weer keihard de hoogte ingejaagd met Woven Hand (***). Deze
godsvrezende rootsrockers dwongen ons dit keer net niét tot een conversie, hoewel ook
de nieuwe songs (Ten Stones verschijnt in september) het moesten hebben van een
bezwerende soulstem, demonische country en giftige rock. David Eugene Edwards stond
echter de volgende dag opnieuw op het podium - dit jaar is hij artist in residence op
Dranouter - waarbij hij je naar adem deed happen tijdens een unieke collaboratie met
fotograaf Erwin Verstappen (****). Terwijl dansende koppels in sepiafilmpjes en
poëtische diareeksen van een balletdanseres afgespeeld werden, legde Edwards zijn ziel
bloot met een bezeten soloset, waarin je een speld kon horen vallen.
Een naar het schijnt uitstekende Gabriël Rios en Jef Neve lieten we deze keer aan ons
voorbijgaan - een heupwiegende Rios doet ons té gauw twijfelen over onze geaardheid -
maar geen moment beklaagden we ons die keuze: de Kortrijkzanen van Balthazar (****)
triomfeerden even verder met een stomend 'Bathroom Lovin' en de strakke crowdpleaser
'This is a Flirt'. Terwijl de vioolspelende zangeres het testosteronpeil van de
mannelijke spionkop in het rood stuurde, banjerden de overige drie (!) frontmannen
vrolijk tussen waanzin, onweerstaanbaar flegma en spannende pop. Een heuse revelatie.
Op weg naar een even intimistische als onweerstaanbaar grappige Jim White (****),
vingen we daarna nog net op hoe Axl Peleman 'Pa' van Doe Maar de nek omwrong in het
Antwaarps voor een uitpuilende Kringtent. Nee, dan liever White, die de Flamundo-tent
muisstil kreeg met een nostalgisch 'Plywood Superman', een opgejaagd 'Crash into the
Sun' of het bloedmooie verzoeknummer 'Static on the Radio'.
Ook Ozark Henry (***) bracht zoals gewoonlijk een voortreffelijke show, die
helaas overschaduwd werd door een miezerig, vlak geluid: op die manier miste een
trefzekere torpedo als 'Rescue' hopeloos doel.
Laïs (***) stond dit jaar geprogrammeerd rond vier uur 's middags: een
degradatie ten opzichte van vroeger dus. Hun sprookjesachtige set was echter
ongetwijfeld beter overgekomen in het donker. Zo knalde het concert nu vooral in je
gezicht doordat de volumeknop een fikse ruk naar rechts had gekregen: linkser en later
was een betere optie geweest.
Tegelijkertijd stelde Hannelore Bedert (***) haar debuut (te verschijnen in
september) voor in een belendende tent. Ooit legde deze jonge belofte een vol
Sportpaleis het zwijgen op met het intieme 'Met uw ogen toe', maar de voormalige
achtergrondzangeres van Tom Helsen bleek met songs als 'Smaak' en 'Vocabulaire' nog
meer bitterzoete pareltjes in haar schuif te hebben liggen, al leek ze haar draai nog
niet te hebben gevonden op een groter podium.
In de herfst van zijn leven blijkt Boudewijn De Groot (****) het dan weer beter
dan ooit te doen. 'Verdronken vlinder' passeerde ontzettend vroeg in de set, maar
daarmee had de oude wolf zijn kruit niet verschoten bij het festivalpubliek: met een
wondermooi 'Naast jou', 'Hoe sterk is de eenzame fietser?' en het euforisch onthaalde
'Een tip van de sluier' of 'Als de rook om je hoofd is verdwenen' kuierde De Groot
ontspannen rond in zijn oeuvre. Soms helde de set iets teveel over naar schmalz, maar
in de context van het folkfestival wérkte dat wel.
Meligheid kende dan weer geen grenzen toen de Canadese harpiste en zangeres Loreena
McKennit het podium betrad, voor een uitgebreide huldiging aan Keltische en Arabische
muziek, waarbij vooral het gebruikelijke hoogtepunt 'Huron Beltane Firedance' indruk
maakte.
|
|