Rock: Boudewijn de Groot, terug van weggeweest

De nieuwe herfst van een eenzame fietser

auteur: Bart Steenhaut
geplaatst in: Café des Arts, 2 januari 1998

Na dertien jaar stilte keerde Boudewijn de Groot onlangs terug met een nieuwe studioplaat, en naar aanleiding daarvan toerde hij voor het eerst sinds tijden, maar met ongekend succes, langs de Vlaamse culturele centra. Drie decennia maakte De Groot met Voor de overlevenden de eerste Nederlandstalige popelpee, waarmee hij een hele generatie muzikanten inspireerde. Vandaag maakt de vijftiger op de live-cd Een hele tour de balans op van een carriŠre die evenveel pieken als dalen te zien heeft gegeven.

Toen Boudewijn de Groot zich in 1984 uit de popmuziek terugtrok, leek het hem menens. Het floppen van Maalstroom had diepe wonden geslagen, en de jaren nadien bleef hij voornamelijk op de achtergrond actief. De zanger vertaalde detectives en thrillers, specialiseerde zich onder meer in het oeuvre van Stephen King, en werkte daarnaast mee aan diverse televisieprogramma's. Op basis van zijn acteerprestatie in de film Let the Music Dance bood men hem de titelrol aan in Tsjechov, een musical die anderhalf jaar volle zalen trok. Nadien werkten Arno, The Scene, dEUS, The Nits en Bettie Serveert mee aan Als de rook is verdwenen, een door Jan-Douwe Kroeske opgezet eerbetoon, waar de Groot zelf ontzettend trots op was, en zo nam mettertijd toch weer het verlangen toe om zelf ook een nieuwe plaat op te nemen. De Groot schreef zijn succesvolste platen met Lennaert Nijgh, die hij op zijn zestiende ontmoette op het Haarlemse Coornhertlyceum. Hoewel de samenwerking tussen beiden in de loop der jaren meer dan eens gestokt is, zijn de meeste teksten op de comeback-cd Een nieuwe herfst opnieuw door Nijgh bedacht. Geen toeval, zo blijkt. De Groot: "Mijn laatste studioplaat ontstond grotendeels uit het verlangen om de vennootschap tussen Lennaert en mezelf weer even hecht te maken als in de jaren zestig. Ik wil tijdens mijn concerten ook graag over hem vertellen, omdat hij zonder twijfel de belangrijkste persoon uit mijn carriŠre is geweest. Desondanks heb ik af en toe artistiek overspel gepleegd. Zo raakte ik aan de praat met Lucien Duzee, een oude vriend van op de filmacademie. We inspireerden elkaar en voor ‚‚n van ons er erg in had was Nacht en Ontij klaar. Hetzelfde geldt voor Rene Daalder, met wie de gesprekken gaandeweg eveneens tot iets concreets evolueerden. Ik had hen natuurlijk kunnen bedanken voor de inspiratie, maar zo werkt dat nu eenmaal niet. "Toch is het zo dat ik me erg comfortabel voel wanneer een van Lennaerts teksten voor me ligt, en ik er muziek bij moet verzinnen. Doorgaans kan ik me immers heel erg in zijn verhalen terugvinden. Hij schrijft voor mij, over zichzelf. Occasioneel wijs ik wel eens een van zijn schrijfsels af, al is hij ook daar met de jaren makkelijker in geworden. Zodra hij me een tekst doorspeelt is die klaar voor hem. Als ik er nadien nog dingen aan wil veranderen, heeft hij daar geen probleem mee. Zo is van sommige songs enkel de titel overgebleven." Nijgh heeft het in zijn nummers haast onveranderlijk over onbereikbare vrouwen. De meeste dames die hij ontmoet zien hem niet staan, en wanneer er bij hoge uitzondering toch eens eentje interesse betoont, dan duurt dat nooit lang. In zekere zin heeft Boudewijn de Groot zijn loopbaan dus gebouwd op de misŠre van zijn tekstleverancier. "Tja. dat is nu eenmaal het kruis dat Lennaert moet dragen. Ik heb mijn carriŠre voor een deel te danken aan zijn wel en wee. Niet alleen aan zijn wee, maar toegegeven, het heeft me inderdaad een handvol erg mooie songs opgeleverd, als ik dat even zo zelfzuchtig mag stellen." Waar Nijghs teksten meestal weinig aan de verbeeldig overlaten, blijkt de woordenstroom van de Groot zelf haast onveranderlijk een stuk vager. De zanger is zich daar terdege van bewust. "Ik ben een beetje pretentieuzer dan hij, vrees ik. Hij kent de mogelijkheden van het Nederlands, en slaagt erin om goeie vondsten op een heel eenvoudige manier te verwoorden. Voor mij mag het best wat literairder zijn. Ik verhul mijn teksten graag in een waas van surrealisme, zodat er een vermoeden van indirectheid ontstaat. Daarom zijn ze wat associatiever. Lennaert heeft altijd een duidelijk idee van wat er gezegd moet worden. Hij werkt met een synopsis, en schrijft van tevoren een aantal sleutelwoorden op die verwerkt moeten worden. Ik krabbel maar wat, en dan brengt de ene zin vanzelf de andere met zich mee." Van tekstschrijvers wordt vaak gezegd dat ze de emoties in hun songs aandikken om de door hen beschreven gevoelens universeler te maken. Boudewijn de Groot vindt de term comprimeren evenwel relevanter. "Hoe beknopter de tekst, hoe duidelijker de boodschap overkomt. Ik heb er een hekel aan om gevoelens te relativeren. Dat doe je nu eenmaal niet in een liedje. Als je diep in de put zit, is het misplaatst om in de laatste strofe te zingen dat het allemaal zo erg niet is. Iedereen w‚‚t heus wel dat die crisis geen leven lang blijft aanslepen. Alleen heeft een zanger maar vier minuten de tijd om een emotie over te brengen, en wil hij dat die zo intens mogelijk overkomtmogelijke impact. Dus dan is alles daar ook ondergeschikt aan. Ken je 'Ik hou van jou', zo'n ontzettende Nederlandse smartlap? Dat liedje gaat van begin tot einde enkel over dat ‚ne gevoel. Terecht, want liefde treft je als een speer, en boort zich dwars door je ziel. Precies omdat er niet gerelativeerd wordt, werkt het liedje, is het een klein meesterwerk. Ongetwijfeld bestaan er massa's songs die zowel muzikaal als literair eindeloos veel beter zijn, maar de impact van dat nummer valt onmogelijk te minimaliseren. "Er lopen nog steeds een heleboel mensen rond die teleurgesteld zijn omdat ik geen protest-zanger ben. In de jaren zestig pleegde ik weleens mee te lopen in een betoging, om scoorde ik een hit met 'Mijnheer de President'n dus op basis daarvan besloot men dan maar meteen dat ik een politiek ge‰ngageerd artiest was. Een foute redenering, want daarnaast heb ik ook een heleboel romantische liefdesliedjes op mijn repertoire staan. Ik ben gewoon Boudewijn de Groot, de zanger, en die term behoeft verder geen commentaar. De in een Javaans strafkamp geboren Nederlander heeft in zijn carriŠre inderdaad meer dan ‚‚n spoor heeft gevolgd. Hij liet zich de afgelopen vierendertig jaar overvloedig inspireren door de trends van het moment. De ene keer zette Bob Dylan hem ertoe om maatschappijkritische nummers te schrijven, later ging hij, daartoe be‹nvloed door Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band de psychedelische toer op, en nog weer later experimenteerde hij met samplers, synthesizers en computers in de studio. 'Het klopt dat ik me veelvuldig heb laten leiden door de stromingen die ik interessant vond. Nog steeds eigenlijk, alleen is de drang om hip te zijn inmiddels een beetje verdwenen. Het lijkt me bijvoorbeeld erg onwaarschijnlijk dat ik me ooit met techno, rap of house zal inlaten, maar als er over een paar jaar toch een populair genre ontstaat dat mijn belangstelling heeft, zal ik daar wellicht toch weer mee experimenteren. Momenteel vind ik Ierse folkmuziek erg interessant. Tot voor kort kon me dat nooit geweldig boeien, maar door Lennaert leer ik dat nu eindelijk waarderen. De sfeer van dergelijke oude traditionals fascineert me enorm, en het zou mooi zijn wanneer die ook in mijn werk kon worden ingepast. (grijnst:) Over tien jaar wanneer ik grijs en verkrampt ben, en niet meer tot de grote theaters wordt toegelaten, ga ik misschien wel met een aantal leeftijdsgenoten folk spelen in kleine pubs. Als een soort zelfhulpgroep voor artiesten die hun beste tijd gehad hebben." In 'Een wonderkind van 50', het sleutelnummer waarmee Meester Prikkebeen twee jaar geleden aan een nieuw hoofdstuk in zijn carriŠre begon, blijkt de protagonist, een zanger die na een veelbelovende start nooit de hoge verwachtingen heeft kunnen waarmaken, een verbitterd man. Alle overeenkomsten zijn volgens De Groot evenwel louter toevallig. Zo heeft hij naar eigen zeggen nooit het gevoel gehad niet aan de verwachtingen te kunnen voldoen die het publiek in hem stelde. "Natuurlijk deed ik weleens dingen waardoor mensen afhaakten die me voordien hondstrouw waren gevolgd, maar da's een logische ontwikkeling: op een gegeven moment groei je uit elkaar. Dat maak ik met mijn ex-idolen ook mee. Zo heb ik Bob Dylan bijvoorbeeld lange tijd uit het oog verloren, maar zijn nieuwe cd is misschien wel de interessantste die hij ooit gemaakt heeft. Ondanks het feit dat Dylan mij in het verleden dus weleens teleurstelde, zal ik hem daar nooit op aanspreken. Toen Waar ik woon en wie ik ben verscheen, werd dat als een rigoureuze breuk met mijn verleden beschouwd. Ik heb toen onvermijdelijk een heleboel fans ontgoocheld." De reden voor deze tabula rasa lag volgens de Groot voor de hand. "Ik wilde het beeld dat men van me had een beetje bijstellen, duidelijk maken dat ik nog wat anders kon dan liedjes zingen over het verleden en de vrienden van vroeger. Met die plaat vertelde ik zo sec en onverbloemd mogelijk wat er op dat ogenblik precies aan de hand was." Op basis van die drastische koerswijzigingen ontstond soms de indruk dat Boudewijn de Groot een destructief artiest was die zijn carriŠre bewust saboteerde. Ook toen in 1984 Maalstroom verscheen, een plaat boordevol elektronische snufjes, schreef men dat de zanger zich vervreemdde van zijn publiek. Zelf spreekt hij die theorie evenwel met klem tegen. "Ik heb nooit moedwillig mijn eigen ruiten ingegooid, maar soms wilde ik wel een totaal andere richting uit. En toegegeven, tijdens de opnamen van Maalstroom heb ik veel te veel hooi op mijn vork genomen. Ik schreef, componeerde, speelde, zong, producete. Die pedanterie is mij achteraf zuur opgebroken, want er was niemand om me bij te sturen waar het nodig was. Toch wilde ik op dat moment geen andere paden bewandelen, terwijl dat met Nacht en Ontij en Waar ik woon en wie ik ben net w‚l het geval was. En zelfs toen wilde ik het publiek niet doelbewust op het verkeerde been zetten. Ik hoopte gewoon dat men die andere kant van mij even boeiend zou vinden, maar dat viel dus lelijk tegen." Een andere bruuske omzwaai kwam er in 1969, toen Boudewijn de Groot zijn hele hebben en houden achter liet om zich in Drente te gaan vestigen. "Ik kocht er een boerderijtje en woonde daar samen met een aantal andere hippies met de bedoeling een beatgroep te beginnen. Dus moest er ook een bijpassend, Engelstalig repertoire worden bijeengeschreven. Ik stond toen immers vaak geprogrammeerd op festivals waar verder alleen Engelstalige beatgroepen aantraden. Bijgevolg viel ik daar totaal uit de toon, en dat begon me na een tijdje behoorlijk op te breken. Ik werd er gek van, gaf me ten slotte over aan de wil van het publiek. Op die manier hoopte ik eindelijk rust te vinden, maar achteraf bekeken was dat natuurlijk een waanzinnig besluit. Tot vandaag beschouw ik het als de grootste blunder uit mijn carriŠre." Zoals bekend maakte Boudewijn de Groot na twee‰ntwintig jaren van zijn leven het testament op van zijn jeugd. Niet dat de liedjeszanger geld of goed had weg te geven, want voor slimme jongen had hij naar eigen zeggen nooit gedeugd. Wel wilde hij toen dringend een handvol idealen kwijt, nog goed van snit maar door het verstrijken van de tijd enigszins uit de mode geraakt. Wanneer ik hem vraag of zijn testament er vandaag drastisch anders uit zou zien, blijft het even stil. "Na een bepaalde leeftijd laat iedereen zich langzaam meeglijden in zijn persoonlijke ouder worden. Uiteraard kan dat proces hevig spartelend verlopen, maar de daarmee gepaard gaande verandering is nooit zo drastisch als de metamorfose van adolescent naar volwassene. Die ommekeer was voor mij een dankbaar moment om de balans op te maken van wat ik achter de rug had. Sindsdien heb ik nog wel afscheid genomen van bepaalde karaktertrekken, maar nooit was de omwenteling drastisch genoeg om er een nummer over te schrijven. Zelfs vijftig worden bleek geen openbaring. Ik snap de mensen niet die, als ze eenmaal een bepaalde leeftijd hebben bereikt, daar ook het einde van een specifieke fase in hun bestaan aan koppelen. Telkens wanneer ik in mijn leven dacht ergens een streep onder te trekken, bleek het achteraf telkens om een stippellijn te gaan. Een balans opmaken lijkt me daarom niet langer relevant. Noem het eerder het bijstellen van bepaalde normen en waarden." Eind 1996 verscheen met Wonderkind aan het strand een exhaustieve retrospectieve, waarop De Groots carriŠre bevattelijk werd gecompileerd. De meeste artiesten moeten eerst dood of vergeten zijn voor ze met zo'n fraai uitgegeven box ge‰erd worden. 1k hŠb me nadien ook even afgevraagd of het misschien geen goed moment was om er voorgoed mee op te houden, maar aangezien dat ding niet De Ultieme Boudewijn de Groot Collectie heet, kan ik zonder scrupules weer een nieuwe plaat maken. Anders had ik met mijn rug tegen de muur gestaan. 't Was overigens een eigenaardige ervaring om een dergelijk overzicht samen te stellen. Sommige songs was ik helemaal vergeten, en dan bleek het leuk om ze opnieuw te ontdekken. "Toch leidde het nergens tot nieuwe inzichten, ging er op geen enkel moment een wereld voor me open. Waar ik woon en wie ik ben en Van een afstand, twee elpees die ik destijds met Amerikaanse technici opnam omdat mijn nnmmers daarvoor altijd zo beroerd klonken wanneer ze op de radio na een buitenlandse single werden gedraaid, hebben de tand des tijds uitstekend doorstaan. 't Zijn nu nog steeds dynamische, vinnige platen. Toen bleek het eigenlijk louter een technische kwestie. In Amerika sleutelde men dubbel zo lang aan een song om het geluid helemaal goed te krijgen. Als ik die albums nu beluister hebben ze nog steeds een helderheid die ik bij andere Nederlandstalige elpees uit die periode mis. " Op artistiek vlak denk ik dat het overgrote deel van mijn repertoire vandaag nog steeds bestaansrecht heeft. Lennaert zou de onderwerpen die hij toen behandelde nu wellicht heel anders benaderen, maar stilistisch is zijn werk van destijds nog steeds van grote waarde. De arrangementen van Bert Paige waren per definitie uniek. Die man was zijn tijd ver vooruit. Na hem heb ik nooit nog zo'n arrangeur gehoord die zo spitsvondig en alert kon omgaan met de nummers die Lennaert en ik hem doorspeelden. Ik mis hem ontzettend. 't Was een van de weinigen die de tekst analyseerde voor hij er een arrangement bij bedacht." In de hoesnota's van Wonderkind aan het strand schrijft De Groot dat de eerste songs die hij halverwege 1964 opnam bedoeld waren als hits "die tevens het begin moesten vormen van een glansrijke carriŠre in de Nederlandse lichte muziek". Nu kan hij lachen om zoveel na‹viteit. "Tja, ik wist helemaal nergens van, had er het raden naar welk gevoel het gaf om op de radio gedraaid te worden, of hoe het leven van een liedjeszanger er nou precies uitzag. Telkens als ik in Haarlem over de markt slenterde langs kraampjes waar singles werden verkocht, vroeg ik me af hoe het was om mijn eigen stem over de markt te horen schallen met een liedje dat de andere mensen dan zachtjes zouden meeneuri‰n. Dus toen ik mijn eerste stappen in de showbusiness zette, en werd meegetroond naar gelegenheden waar gevestigde artiesten vertoefden, trok ik zulke ogen. Na verloop van tijd wordt zoiets normaal. Voor je het weet sta je zelf aan de andere kant van de spiegel, en kijken de mensen op dezelfde manier naar jou. Zozeer zelfs dat je op de duur niet eens meer beseft dat je zelf ook ooit hun verwondering hebt gedeeld. Dan vraag je jezelf af waar ze in godsnaam naar blijven staren. "Hoe het dan voelde wanneer mensen op die markt zachtjes 'Meisje van zestien' meezongen? Gˆnant, eigenlijk. Het stoorde me helemaal niet om voor een zaal vol mensen liedjes te zingen, maar lange tijd vond ik het wel een verschrikking op straat herkend te worden. Dus als er ergens ‚‚n van mijn songs gespeeld werd, dacht ik onmiddellijk dat iedereen me aan zou kijken. Dat gebeurde overigens nooit: iedereen ging rustig verder met waar ie mee bezig was. Een erg bizarre situatie, want waar ik zelf dacht even het middelpunt van de belangstelling te zijn, draaide de wereld gewoon verder alsof er niets aan de hand was. Nu doet het me niets meer wanneer ik mezelf op de radio hoor. (lacht:) Al luister ik wŠl nog of mijn nummer harder of zachter klinkt dan de song die erna gedraaid wordt."


Omhoog
Terug