Al in de jaren zestig was Boudewijn de Groot onze grootste singer/songwriter en dat is hij
nog steeds. Op 16 februari verschijnt de nieuwe cd Het Eiland In De Verte, met daarop het
laatste werk dat hij schreef met tekstschrijver Lennaert Nijgh. Een mooie aanleiding om de
historie van dit illustere duo nog eens door te nemen.
BOUDEWIJN DE GROOT (1944) EN Lennaert Nijgh (1945) groeien op in het keurige Heemstede. Ze
worden vrienden en besluiten na de HBS om samen naar de filmacademie te gaan. In het najaar
van 1964 maken ze een 8 mm-filmpje: Feestje Bouwen. Nieuwslezer Ed Lautenslager ziet het en
vindt het niks, maar hij is wel gecharmeerd van de twee zelf geschreven liedjes die
Boudewijn erin zingt. Hij legt contact met platenmaatschappij Phonogram en enkele weken
later debuteert Boudewijn de Groot met een ep vol akoestische liedjes.
Boudewijn en Lennaert gelden vanaf dan als een twee-eenheid. Een romantische voorstelling
van zaken, vertelt de Groot nu. "In al die jaren hebben we altijd volstrekt los van elkaar
gewerkt. Lennaert gaf mij teksten die prikte ik aan de muur. Ik ging er met mijn gitaar
voor staan en volgde de tekst. Al fluitend en zingend ontstond dan een melodie."
In de zomer van 1965 breekt Bob Dylan door bij het poppubliek met elektrisch versterkte
folk. De platenmaatschappij dringt er hij Boudewijn sterk op aan om ook een plaat te maken
met begeleiding. Une Enfant De Seize Ans van Charles Aznavour wordt door Lennaert Nijgh
vertaald in Een Meisje Van Zestien. Tot afgrijzen van de makers wordt het lied hun eerste
grote hit. "Die elektrische gitaren, drums en blazers vond ik maar nozemmuziek" zegt
Boudewijn. "Op mijn exemplaar van de single had ik met dikke letters geschreven: 'Dit eens,
maar nooit weer!'."
Beter te spreken was het duo over de volgende single, Welterusten meneer De President. "We
deden in die tijd veel protestliedjes, het sloeg enorm aan en we waren er heel tevreden
over."
'Ik prikte Lennaert's teksten aan de muur, ging er met gitaar voor staan en volgde de
tekst. Al zingend ontstond een melodie.'
BOUDEWIJN EN LENNAERT frequenteren in die jaren het Haarlemse theatercafé De Waag, alwaar
Lennaert verliefd wordt op barjuffrouw Joke. De twee krijgen een relatie die bijna een jaar
duurt. Als Joke het in januari 1966 uitmaakt, stort zijn hele wereld in.
De romanticus pur sang verwerkt zijn verdriet in de liederencyclus Voor De Overlevenden.
Veel van die nummers op het gelijknamige album worden klassiekers. Testament bijvoorbeeld.
"Ik schrok even toen ik die enorme lap tekst van Lennaert kreeg", herinnert Boudewijn de
Groot zich. "Maar er zat een heel makkelijk metrum in. Het was in een kwartier klaar."
De volgende tekst waarmee Nijgh op de proppen komt is iets totaal anders: het
surrealistische Het Land Van Maas En Waal. In de liedbundel Tekst En Uitleg geeft Nijgh
tekst en uitleg: "Mensen vroegen ons altijd of dat voortkwam uit LSD-gebruik. De waarheid
was dat Boudewijn mij vertelde over een kinderboek waarin de zin 'en toen vlogen ze samen
over het Land van Maas en Waal' voorkwam. Ik bleef gewoon kauwen op die zin."
Het Land Van Maas En Waal wordt dé carnavalshit van 1967. "Dat was helemaal niet de
bedoeling" memoreert Boudewijn de Groot. "Ik wilde iets in de geest van Rainy Day Women #
12 & 35 van Bob Dylan; een langzame, dronken polonaise. Vandaar ook dat lachje op het eind,
zoiets had Dylan ook."
'Elektrische gitaren vond ik maar niks. Nozemmuziek'
Het Land Van Maas En Waal vormt de opmaat voor het surrealistische album Picknick.
Boudewijn: "Het moest onze Sgt. Pepper's worden, dus een psychedelische plaat met een
doorlopend verhaal. In de studio was het eindeloos experimenteren met vreemde geluiden en
uiteraard hadden we een Indiaas nummer en een jaren dertig liedje. Op het eind van het
slotnummmer Prikkebeen hebben we zelfs zo'n lang uitklinkende piano." Behalve Prikkebeen
staan er weinig memorabele stukken op de plaat. De ster van Boudewijn de Groot verflauwt.
Helemaal als hij in 1968 de samenwerking met Lennaert Nijgh verbreekt. "Voor mijn optredens
kwam ik steeds meer in jeugdclubs terecht, waar voornamelijk beatmuziek werd gespeeld.
Daarom vond ik dat ik net als iedereen met een band Engelstalige rockmuziek moest maken.
Alles liever dan in mijn eentje in een feesttent ergens in de provincie. In al die plannen
kwam Lennaert niet meer voor."
Boudewijn de Groot probeert de Engelstalige groepen The Tower en Session van de grond te
krijgen. Tevergeefs. In de loop van 1972 komen beide vrienden weer bij elkaar om liedjes te
schrijven. Eerst helpen ze Rob de Nijs terug de hitparade in met Jan Klaassen De Trompetter,
Dag Zuster Ursula en Malle Babbe. Daarna volgt het album Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser,
dat met gejuich wordt onthaald. De single Jimmy is een van de grootste hits uit Boudewijn's
carrière. De tekst hiervan is niet van Lennaert, maar van Boudewijn's zwager Ruud
Engelander. "Ik vond het een mooie tekst, maar had de grootste moeite er muziek op te maken.
Het was echt passen en meten. Aan het eind hield ik nog een stukje over: Maar liever dat
nog dan het bord voor z'n kop van de zakenman / Want daar wordt hij alleen maar slechter
van. Dat heb ik er toen maar met een apart melodietje aangeplakt. Het is een prachtig
lied geworden, maar het was voor mij ook een bevestiging dat ik met teksten van Lennaert
toch het gemakkelijkste werk."
VOOR ZOWEL LENNAERT NIJGH ALS Boudewijn de Groot begint in 1975 het grote dwalen. Boudewijn
maakt het album Waar Ik Woon En Wie Ik Ben zonder Lennaert, maar de plaat stelt teleur.
Lennaert bezorgt Rob de Nijs enkele hits met Zet Een Kaars Voor Je Raam Vannacht en Het
Werd Zomer. Ook weet hij nog een musical uit zijn pen te persen, maar langzamerhand raakt
hij in de greep van Koning Alcohol. Boudewijn verdwijnt een tijdje naar de VS, waarna het
contact met Nijgh toch weer wordt hersteld. Dit resulteert in enkele nummers op het album
Van Een Afstand. Maar het heilige vuur is verdwenen. De Groot neemt in '84 afscheid van het
vak. "Ik had met Maalstroom een plaat gemaakt waarop ik alles zelf deed: de teksten, de
melodieën, de arrangementen. Maar het eindresultaat viel bitter tegen. Ik heb toen gezegd:
'En nu even niet'. Dat even werd twaalf jaar."
Pas in 1996 brengt De Groot weer een nieuw album uit. Een Nieuwe Herfst bevat veertien
liedjes, waarvan acht met een teksten van de hand zijn van Lennaert - hoewel die allemaal
uit de jaren zeventig dateren. En ook op zijn nieuwste album Het Eiland In De Verte zijn
enkele pennevruchten opgenomen van zijn oude kompaan, die op 28 november 2002 overleed. Het
album is vernoemd naar een onvoltooide Nijgh-tekst die op een diskette werd gevonden en
door Boudewijn afgemaakt en op muziek gezet is. In Aloha 43, die op 15 februari in de
winkel ligt, zal Boudewijn nader ingaan op zijn nieuwe cd en de laatste jaren van Lennaert
Nijgh.
|
|