SITTARD
Boudewijn de Groot staat aan de vooravond van een concerttournee
met het Limburgs Symphonie Orkest.
"Er kan iets misgaan, maar dat wisten jullie van tevoren." De plagerige waarschuwing van
Boudewijn de Groot blijkt inderdaad een pesterijtje aan het begin van wat later een
glanzende 'generale' blijkt te zijn.
De finale repetitie in de Stadsschouwburg te Sittard luidt het begin in van de nieuwe
tournee van de zanger/componist, die 20 mei 62 jaar wordt. In Trefpunt kiest
Boudewijn de Groot evenals in 2003
voor samenwerking met het Limburgs Symphonie Orkest (LSO) onder leiding van Jan Stulen.
"Toch zijn er belangrijke verschillen," zegt De Groot. "Ik richt me deze tour minder op
de hits. Het Land van Maas en Waal, Testament, Verdronken Vlinder -
ze ontbreken. Maar geen nood: Avond zing ik wel. Tijdens deze concerten speel ik
vooral werk van mijn laatste cd Het Eiland In De Verte en Picknick uit 1967.
Die elpee moest in de jaren '60 het antwoord zijn van Lennaert Nijgh en mij op Sgt
Peppers Lonely Harts Club Band van de Beatles."
De keuze van Picknick is verrassend, want de plaat geldt muzikaal en tekstueel niet
als een van de makkelijkste albums van het duo. Of, zoals de zanger later op het podium
zegt: "Het is mogelijk dat jullie de tekst niet begrijpen, maar dat was in die tijd juist
de bedoeling."
De Groot: "Een nummer als Mensen Om Me Heen is zo'n typerend liedje. De Beatles en
de Rolling Stones lieten op All You Need Is Love en We Love You mensen
meezingen. Dat leek ons ook wel wat. We nodigden onze Amsterdamse vrienden uit in de
studio, vocaal geheel ongeschoold. Bovendien waren ze tamelijk overmoedig door het
gebruik van allerlei prettige middelen. Tijdens deze tournee laat ik het 'koor' verzorgen
door de zaal."
Het hippiedom van de psychedelische periode van De Groot vormt een mooi contrast met het
symfonisch orkest in stemmig zwart. De begeleidingsgroep bestaat onder meer uit de
veteranen van Doe Maar: Ernst Jansz, Jan Hendriks en Henny Vrienten. Laatstgenoemde,
strak in het pak, poetste nog bedaagd de glazen van zijn bril alvorens de basgitaar om te
gorden.
In Sittard blijkt ook nu weer dat de composities van Boudewijn de Groot zich uitstekend
voor symfonische arrangementen lenen. "In mijn jeugd," vertelt hij, "bevond klassieke
muziek zich aan de andere kant van de generatiekloof. 'Ach pap, mogen we naar Radio
Luxemburg luisteren'. Of: 'Kan die muziek nou eens uit'. Maar nee, mijn ouders vonden
klassiek de ware muziek in tegenstelling tot het rock and roll-geschetter.
"Ik vond klassiek bovenal saai. Thuis werd vooral naar het bekende werk geluisterd.
Mozart, Schubert - zeg maar 'music for the millions'. Later kreeg ik meer waardering.
Rosamunde van Schubert, het Adagio van Albinoni, Mozarts Twintigste
Pianoconcert. Maar als het ging schuren, wrang werd zoals bij Mahler of Strawinksy,
haakte ik af."
|
|