De Vlamingen onder ons zullen het waarschijnlijk al wel gemerkt hebben, Boudewijn de Groot
speelt mee in de serie 'Flikken'. Naast het acteren kennen we Boudewijn vooral als artiest.
Denken we maar aan zijn grote hits, zoals onder meer: 'Het land van Maas en Waal', 'Meester
Prikkebeen', 'Tante Julia' en vele andere hits. Tussen twee teksten door, zij het acteer-
of liedjesteksten, vond Boudewijn toch nog even de tijd om ons te woord te staan:
1. In de serie 'Flikken', vertolkte je de rol van Robert Nieuwman, een Nederlandse
inspecteur. Zou je na 'Flikken' nog in een andere serie willen meespelen?
Het meespelen in "Flikken" is me zo goed bevallen, dat ik graag nog eens iets dergelijks
zou doen. Uiteraard hangt dat wel af van de kwaliteit van het stuk of de serie. Maar
acteren vind ik een enorm boeiende ervaring en bezigheid. Het afgelopen jaar bij
"Flikken" denk ik veel geleerd te hebben en daar komt bij dat ik er ontzettend veel
plezier aan heb beleefd. Ik zie acteren niet als mijn roeping of een grote ambitie, dus ik
zal niet gauw audities aflopen in de hoop een rol te krijgen. Maar mocht er iets op mijn
pad komen dat ik denk aan te kunnen, dan zal ik daar zeker serieus en enthousiast op
ingaan.
2. Wat was je grote kinderdroom? Zanger worden?
Mijn kinderdroom was niet zozeer zanger worden. Beroemd worden wel, maar dan als filmster
in Hollywood. Dat leek me, toen ik zo'n jaar of 12, 13 was, het absolute einde.
Wereldberoemd zijn, met allerlei beroemde sterren in de bioscoop te bewonderen zijn, in
een gigantische witte villa met zwembad in Amerika, onder de palmen, twee grote
stationwagons op de oprit, kortom de American dream. Die droom was zeer heftig, maar heeft
niet lang geduurd: ik besefte dat er heel wat bij kwam kijken, waar je veel avontuurlijker
voor moest zijn dan ik was. Maar het alternatief is achteraf gezien lang niet slecht.
3. Zowel in Vlaanderen als in Nederland scoorde je enorme hits. Vind je het een voldoening
voor je werk als je nummers internationaal bekend worden?
Mijn hele carrière lang weet ik al dat ik met de Nederlandse taal in het buitenland niets
zal bereiken. Los van een kort uitstapje naar het Duits en een halfslachtige poging in het
Engels, heb ik me nooit beziggehouden met een carrière in het buitenland. Vlaanderen zie
ik niet als het buitenland. Ik zit er niet mee dat mijn afzetgebied beperkter is dan dat
van buitenlandse artiesten. Natuurlijk zou het ontzettend opwindend zijn een wereldartiest
te zijn, maar het frustreert me geen moment dat het voor mij niet is weggelegd.
4. Je staat in België bekend als 'de man die Vlaanderen heeft leren zingen'. Welk gevoel
geeft dat bij jou? Is dat in Nederland ook zo?
Vreemd, als je nagaat dat het uitgerekend een Belg was die 'mij heeft leren zingen', om
jullie uitdrukking te gebruiken. Dat was nl. Jacques Brel. Toen ik hem hoorde, wist ik hoe
het moest. Het zou nog heel lang duren voordat ik het ook kón, maar in 1961 zag en
hoorde ik hem op de Nederlandse tv en ik wist: zo moet je een liedje zingen... en
schrijven. Overigens hoor ik nu voor het eerst dat ik 'in Vlaanderen bekend sta als de
man die Vlaanderen heeft leren zingen'. Het lijkt me wat overdreven, omdat er in de tijd
dat ik met een hele stoet Vlaamse en Nederlandse artiesten door Vlaanderen trok, tussen
1966 en 1969, heel wat Vlaamse collega's waren die prachtige liedjes schreven en zongen.
Van mij hadden ze dat niet geleerd.
5. Is er nog iets wat je in je verdere carrière absoluut wil verwezelijken?
Concrete dingen die ik nog zou willen verwezenlijken zijn er niet, maar zoals hierboven al
aangegeven: ik zou meer willen acteren en ik zou nog iets willen schrijven buiten de
liedjes om, dus een boek of een scenario of een toneelstuk. Hopelijk zal ik ooit het
geduld, de rust en het vertrouwen hebben daar voor te gaan zitten. Jullie zullen het wel
merken.
|
|