SCHIEDAM - [RECENSIE] Boudewijn de Groot (62) maakt tijdens concerttournees niet
zelden de spagaat tussen nieuw werk... en oude hits in de wetenschap dat zijn publiek
vooral voor klassiekers als Testament, Welterusten meneer de president en Land van
Maas en Waal aanschuift. In zijn huidige concertreis De Lage Landen, getiteld naar
zijn gelijknamige succesvolle cd, kiest hij echter voor zijn nieuwe album, dat sterk
wortelt in folk, blues en countrymuziek.
Zelfs bij de keuze van stukken uit een ver (hippie)verleden laat de zanger/componist
zich vooral leiden door zijn eigen smaak.
In Schiedam ging de zaal onvoorwaardelijk mee in De Groots eigenzinnige
repertoirekeuze. Zeker, publiekslievelingen als Avond, Jimmy en Tante Julia ontbraken
niet, maar uitvoeringen van het verstilde Sonnet IV, de ontroerende liedjes Spelende
meisjes en Grijze dame en het in tekst geestige en wrange Achter de Hemelpoort werden
evenzeer geestdriftig onthaald.
Een gave versie van de verbale sprint Strand en De vondeling van Ameland werden
afgewisseld met vertolkingen van Canzone 4711 en Cinderella van het album Picknick,
geïllustreerd met vloeistofdia's om de psychedelische warhoofdigheid van de jaren
'60 te benadrukken.
Tijdens deze tournee trekt De Groot een sober en intiem jasje aan. Dat staat hem
voortreffelijk. Neem daarbij zijn zevenkoppige begeleidingsgroep, momenteel het beste
dat in ons land is te horen, en De Lage Landen mag een juweel heten.
Nederlandstalige muziek, wars van pseudopoëzie en theatrale bombast, die door merg en
been gaat.
|
|