tekst: | Lennaert Nijgh |
muziek: | Boudewijn de Groot |
tabs: | Tim Cos |
D Waarom dan keer op keer opnieuw met iets begonnen, A want wat ik had gewonnen D verloor ik telkens weer. Waarom zo vaak het vuur verliefd weer aangestoken, A beloften weer gebroken, D op jacht naar avontuur. G Terwijl ik altijd wist: D A voor mij is er maar één, voor mij alleen maar één, A7 D D7 er is maar één voor mij. G D Er is maar één en dat ben jij. Waarom ik voor een vrouw vaak niets en niemand spaarde, A de hemel en de aarde D desnoods bewegen wou. Het bleek niet meer te zijn dan storm in een glas water A en nooit, weet ik nu later, F#7 Bmi D7 verandert dat in wijn. G D/F# Terwijl ik altijd wist Dmi/F Em A voor mij is er maar één, voor mij alleen maar één, A7 D D7 er is maar één voor mij. G A D Er is maar één en dat ben jij. Van wie met draken vecht en luchtkastelen tovert, A berooft en soms verovert, D komt zelden iets terecht. Intermezzo ad.lib. C Nu kom ik eindelijk thuis en met een mond vol tanden G sta ik met lege handen C C7 in een leeg, verlaten huis F Terwijl ik altijd wist: C Csus4 voor mij is er maar één, C G voor mij alleen maar één, G7 C C7 er is maar één voor mij. F G Er is maar één C - G - C C7 en dat ben jij. F C/E En nu weet ik pas echt: Cmi/Eb Dmi nu is er nog maar één, G niet meer dan één alleen, G7 C C7 dan één alleen voor mij. F G Voorgoed alleen, C voorgoed voorbij. C
|
|