Anders dan Anderen

Liedjes geschreven door Lennaert Nijgh en/of Boudewijn de Groot
en door anderen op de plaat/cd gezet.
Teksten op Internet gezet met toestemming van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh.


Flairck

m.m.v. Nelleke Burg en het Gewestelijk Orkest voor Zuid-Holland
tekst: Lennaert Nijgh
muziek: Erik Visser en Wim Witteman
dirigent: David Porcelijn
opgenomen: 13 maart 1982 - Muziekcentrum Vredenburg Utrecht
poduktie: Cees Schrama
geen musical, maar een theaterproduktie

Anders dan Andersen vertelt van een vogel die door een meisje wordt gevonden, verzorgd en tenslotte met tegenzin door haar weer wordt vrijgelaten.
Het stuk doorloopt aan de hand van dit sprookje de vier jaargetijden.
- Het eerste deel, De storm, verhaalt over de herfst en een bos waarin een jonge vogel, door weer en wind verzwakt, neervalt.
- In het Intermezzo dreigt de vogel vervolgens door allerhande gedierte uit de weg geruimd te worden.
- In het tweede deel, Het meisje en de vogel, wordt dit beeld plotseling verstoord doordat een buitenstaander, een mensenkind, het gewonde dier vindt, meeneemt en een winter lang verzorgt.
- Deel drie, Kermis in de hel, bestaat uit twee fragmenten: Allereerst wordt in een instrumentaal gedeelte, de droom, de hunkering van de opgesloten vogel naar de trektochten en de lente uitgebeeld. Vervolgens het levenslied, waarin het gegeven "Hoedt u voor de ketens van de liefde" bezongen wordt, dit in verband met het besef van het meisje dat ze ondanks haar gevoelens voor de vogel deze niet bij haar kan houden.
- In deel vier wordt De Vlucht van de vrijgelaten vogel uitgebeeld door de melodieën van de fragmenten uit deel drie (de droom en het levenslied) te combineren.
- Het Coda ten slotte verhaalt over de zomer en het achtergebleven meisje, en het openingsthema wordt opnieuw gebruikt in de kringloop van de seizoenen.


Omhoog

Deel 1: De storm

Intro: instrumentaal.

Hoog boven de bomen jaagt oktober door de hemel
en drijft met storm en regen de zomer op de vlucht.
Op de bodem van het bos wordt alles nevelig en donker,
er vallen dode takken als knekels uit de lucht.

Diep onder het dak van groene varens in de schemer
zijn vele wezens opgeschrikt en haastig in de weer.
Vluchten en verzamelen, de winter overleven,
diep onder de aarde, boven kan het nu niet meer.

Het bos: instrumentaal (tabla solo).

Grijze bruine dieren ritselen over de bodem,
hier en daar met dorre takken bezig.
Verzamelen, begraven en vergeten,
snel moet nu alles onder de grond,
snel moet nu alles onder de grond.

Even flitsen witte tanden, bange ogen draaien weg.
Te laat, de rode rover sluipt weg.
Verzamelen, begraven en vergeten,
snel moet nu alles onder de grond,
snel moet nu alles onder de grond.

Tussenspel: instrumentaal.

Verzamelen, begraven en vergeten.
Verzamelen, begraven en vergeten.

Uit de hemel neergehaald door kou en hagelstenen
tuimelt een te late zwaluw
langs de bomen reddeloos neer,
fladdert en ploft door de varens met een klap.

Even blijft de vogel eenzaam op de aarde liggen,
een uit onbekende werelden neergestort object.
Al gauw komt er van alles uit het duister aangeschuifeld,
voelhorens en sprieten sierlijk wuivend uitgerekt.

Omhoog

Intermezzo

Mars funèbre: instrumentaal.

Daar ligt weer eens zo'n vogel van daarboven.
Natuurlijk valt van hoogmoed niets te hopen,
wat een slordige manier van doen is.
Dat met scharen en met tangen,
met kaken en met zeer veel poten,
het wrak meteen maar slopen is het beste.
Waarom doen ze boven zoiets ondoordachtst?

Tussenspel: instrumentaal.

Daar ligt weer eens zo'n vogel van daarboven...

Omhoog

Deel 2: Het meisje en de vogel

Een meisje heeft de vogel in haar handen meegenomen,
ze zag dat hij nog leefde - ze voelt z'n bange hart.
Ze warmt hem met haar adem en onttrekt hem aan de cirkel
van dood en eeuwig leven - menselijk verward.

November komt met kou en met de eerste wrede dagen,
de vorst zonder genade komt z'n eerste ronde doen.
De zon verwarmt vergeefs de laatste doodgevroren bloemen,
bleek en rood verschijnt hij 's morgens in de schorpioen.

Tussenspel: instrumentaal.

Onder de grond houdt de aarde al haar adem in,
verzamelt alles voor het nieuwe begin.

Maar de vogel zit alleen achter tralies voor het venster,
de regen van april trommelt ijzig op de ruit.
En er zijn nog lang geen zwaluwen verschenen in de hemel,
de koude wind jaagt de wolken voor zich uit.

Buiten is de stilte, de dode witte wereld.
Binnen zit het meisje met de vogel in haar hand,
buiten gaan de kinderen rond met lichtjes in de schemer.
De vogel droomt van zon en van een ver en zuidelijk land.

Omhoog

Deel 3: Kermis in de hel

De Droom: instrumentaal.

Levenslied:

Ik heb jou gevonden,
gewond en verdwaald.
En mijn medelijden groeide
maar mijn liefde heeft gefaald.

En moet ik ondanks mijn lege handen
aan jou, die ik niet bereiken kan,
mijn hart en mijn vingers branden
als ik jou niet houden kan?

Liefde is de schat aan het eind van de regenboog,
een brug die de hemel helemaal kan vullen.
En verdwenen is in een tel, warm als de zon,
koud als de regen, kermis in de hel.

Ik houd van jou.

Gesproken:

En toen was de winter voorbij en de lente kwam: ze liet de zwaluw uit zijn kooi, ze liet hem vliegen.

Omhoog

Deel 4: De vlucht

De Vlucht: instrumentaal

Coda

Hoog boven de bomen in de zon die al het leven
dat in de aarde sluimerde, opnieuw beginnen laat,
zwaaien en wentelen als kleine zwarte stippen
de zwaluwen - een teken dat de zomer komen gaat.
Ergens op de aarde woont een meisje dat gelooft
dat geschenken van boven uit de hemel vallen.

Ze heeft een vogel in haar hoofd...


Omhoog
Menu